Organisatie | Ermelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Sociale Dienst Veluwerand |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling van de Sociale Dienst Veluwerand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2010 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 20-05-2010 Ermelo's Weekblad | Onbekend |
De raad van de gemeente Ermelo;
gelezen het voorstel van het college van 20 april 2010, nr. 10011154;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen en de van toepassing zijnde bijzondere wetten;
overwegende, dat de raden en colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Ermelo, Harderwijk en Zeewolde, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
zij hebben besloten om door middel van vergaande samenwerking op het gebied van de uitvoering van Wet werk en bijstand en aanverwante wetten het beleid grotendeels regionaal af te stemmen, de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren, de kwetsbaarheid te verminderen en de effectiviteit te verhogen. Daartoe worden de bevoegdheden van de colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten op bovengenoemd werkveld overgedragen aan het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam.
over te gaan tot herziening van de eerder ingestelde gemeenschappelijke regeling Sociale Dienst Veluwerand, zijnde een openbaar lichaam krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen voor het gemeenschappelijk uitvoeren van gemeentelijke taken inzake de sociale zekerheid, om de bevoegdheidsoverdracht te verbeteren, de uitvoering van de Wet Inburgering, de Wet Investeren in Jongeren in te passen en de termijn voor het opstellen van een beleidsplan te wijzigen;
Hoofdstuk 2 - Belang, taak en bevoegdheden
Artikel 5 - Taken en bevoegdheden
De dienst verricht beleidsvoorbereidende taken en alle uitvoerende taken in het kader van:
de Wet van 6 november 1986, houdende het treffen van een inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers van wie het recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd inclusief de wijzigingen (de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers, Wet IOAW);
de Wet van 11 juni 1987, houdende het treffen van een inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen van wie het inkomen duurzaam minder bedraagt dan het sociaal minimum en die als gevolg daarvan het bedrijf of beroep hebben beëindigd inclusief de wijzigingen (de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, Wet IOAW);
de wet van 9 juli 2004 tot regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang, en meer bepaald de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 22 (de Wet Kinderopvang, de Wk), alsmede de Verordening Wet Kinderopvang inclusief de wijzigingen;
Voorts is de dienst belast met:
De bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid zijn nader uitgewerkt in een delegatielijst. De delegatielijst wordt als bijlage gehecht aan deze gemeenschappelijke regeling. Indien de delegatielijst wordt gewijzigd, wordt de gewijzigde delegatielijst beschouwd als zijnde gehecht aan deze gemeenschappelijke regeling. Bepalingen uit deze regeling prevaleren boven bepalingen uit de delegatielijst.
De dienst is bij de uitvoering van de taken als bedoeld in lid 1 en 2 gebonden aan het door de raden vastgestelde beleidsplan.
De dienst verleent prestaties op verzoek van één of meer gemeenten, buiten het in artikel 2 lid 2 en artikel 5 lid 1 genoemd rechtsgebied, indien het algemeen bestuur hiermee instemt. De prestaties worden verleend tegen een tussen de dienst en de betrokken gemeente(n) overeengekomen prijs. Eventueel verschuldigde B.T.W. wordt apart in rekening gebracht. De overeenkomst bevat in ieder geval de duur voor levering van de prestaties, de opzegtermijn en de basis voor het vaststellen van desintegratiekosten.
Waar in wetten, als bedoeld in lid 1, als bevoegd orgaan is genoemd de gemeente, de raad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester komt in de plaats de dienst, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of de voorzitter, tenzij in deze regeling of de delegatielijst uitdrukkelijk anders is bepaald.
De taken genoemd onder lid 1 worden zoveel mogelijk uitgevoerd in samenwerking met arbeidsvoorzieningsorganisaties, zorginstellingen, instanties die met de uitvoering van sociale zekerheidswetten zijn belast en maatschappelijke organisaties.
In het kader van de gemeentelijke rampenbestrijding worden medewerkers van de dienst ingezet voor de uitvoering van taken zoals die zijn vastgelegd in de gemeentelijke rampenplannen, wanneer één of meer deelnemende gemeente(n) daarom verzoeken.
Hoofdstuk 3 - Het algemeen bestuur
De raden beslissen uiterlijk in de 1de vergadering van elke zittingsperiode over de formele aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur. Tevens wijzen de raden voor elk lid van het algemeen bestuur een plaatsvervanger aan. Het collegelid als bedoeld in lid 2 wordt vervangen door het collegelid dat hem regulier vervangt.
Het lid dat ophoudt lid van de raad of het college te zijn, houdt op dat moment op lid te zijn van het algemeen bestuur. De raad of het college die het aangaat stelt de voorzitter van het algemeen bestuur binnen 8 dagen schriftelijk op de hoogte van het ontslag. Het voorzien in een tussentijdse vacature geschiedt binnen tien weken.
Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen. Hij zendt dit reglement toe aan de raden. Elk lid van het algemeen bestuur heeft 1 stem. Besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen tenzij in deze regeling anders is bepaald. Indien de stemmen staken wordt een voorstel geacht verworpen te zijn.
Het algemeen bestuur vergadert zo vaak als hij daartoe heeft besloten, maar jaarlijks minimaal twee maal. Verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of ten minste een vijfde deel van de leden van het algemeen bestuur dit schriftelijk onder opgave van de te behandelen onderwerpen, verzoeken. In het laatste geval vindt de vergadering binnen twee weken plaats nadat het schriftelijke verzoek is ontvangen.
Samen met de oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen met uitzondering van de in Gemeentewet artikel 25, tweede lid, bedoelde stukken worden met de oproeping en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
Artikel 9 - Besloten vergadering
Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur betreffende geheimhouding omtrent de inhoud van stukken is het bepaalde in artikel 23 lid 1 tot en met 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen van toepassing. In een besloten vergadering van het algemeen bestuur wordt geen besluit genomen over:
Hoofdstuk 4 - Het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is belast met en bevoegd tot de dagelijkse leiding van de dienst. Hiertoe behoort:
het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte, en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit, waaronder tevens begrepen het alles in het werk stellen om vorderingen te kunnen invorderen, zoals het gebruik maken van de mogelijkheid van rekening, het versturen van betalingsherinneringen, het doen uitgaan van een dwangbevel bij vereenvoudigd derdenbeslag en/of het ter incasso geven van de vordering aan een deurwaarder;
de benoeming, schorsing, het ontslag, dan wel de tewerkstelling op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, van personeel in dienst van de dienst met uitzondering van de directeur, een en ander behoudens het bepaalde in de artikel 7 lid 7 en verder voor zover het algemeen bestuur zich de betreffende bevoegdheden niet heeft voorbehouden;
De voorzitter vertegenwoordigt het openbaar lichaam in en buiten rechte. Bij rechtsgedingen tussen het openbaar lichaam en de gemeente van de voorzitter, wordt de voorzitter vervangen door een lid van het algemeen bestuur van één der andere deelnemende gemeenten. De voorzitter kan de vertegenwoordiging opdragen aan een door deze aan te wijzen gemachtigde.
Hoofdstuk 7 - inlichtingen en verantwoording
Artikel 19 - Extern (door individuele leden van het algemeen bestuur)
Een lid van het algemeen bestuur is de raad waarbinnen dit lid functioneert, met inachtneming van het bepaalde in artikel 16 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, verantwoording verschuldigd voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad aangegeven wijze.
Hoofdstuk 9 - Het beleidsplan en het beleidsverslag
Artikel 21: Beleidsplan, Bedrijfsplan en Beleidsverslag
Het dagelijks bestuur zendt het conceptbeleidsplan gelijktijdig met de verzending aan de gemeenteraden toe aan de leden van het Algemeen Bestuur, voor zover deze leden lid zijn van één der gemeenteraden. Op vragen van leden van het Algemeen Bestuur geeft het Dagelijks Bestuur uiterlijk veertien dagen voor behandeling door de gemeenteraden antwoord.
Het dagelijks bestuur stelt op basis van het door de gemeenteraden vastgestelde beleidsplan het bedrijfsplan van de dienst op. In het bedrijfsplan wordt aangegeven welk beleid voor de drie gemeenten op gelijke wijze wordt uitgevoerd. Indien de raad van een gemeente, ten aanzien van een bepaald onderwerp, beleid wenst uit te laten voeren door de dienst dat afwijkt van het gemeenschappelijke beleid, wordt ook het afwijkend beleid van deze gemeente in het bedrijfsplan opgenomen.
Hoofdstuk 10 - Financiële bepalingen
Artikel 22 - Geldelijk beheer en de boekhouding
Het algemeen bestuur stelt voorschriften vast ter zake van het financiële en administratieve beheer van de dienst. Het bepaalde in de artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet is daarbij van overeenkomstige toepassing.
Artikel 23 - Begrotingsprocedure
Het dagelijks bestuur zendt jaarlijks voor 1 mei een ontwerpbegroting van de dienst voor het komende kalenderjaar, vergezeld van een behoorlijke toelichting, toe aan de raden van de gemeenten. De ontwerpbegroting vermeldt per deelnemende gemeente welke bijdrage elke gemeente verschuldigd is voor de uitvoering van de taken van de dienst. Op de gemeentelijke bijdrage wordt de vergoeding voor diensten van de gemeente aan de dienst in mindering gebracht. De toe te rekenen kosten bestaan uit directe en indirecte kosten.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen 6 weken na toezending van de ontwerp begroting tot uiterlijk 15 juni het dagelijks bestuur van hun zienswijze doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de zienswijzen waarin de gevoelens van de raden zijn vervat, bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Artikel 24 - De directe en indirecte kosten
De toerekening van de indirecte kosten geschiedt voor 50% op basis van het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten en voor 50% op basis van het aantal uitkeringsgerechtigden van de deelnemende gemeenten. Herziening van deze verdeelsleutel geschiedt eens per 4 jaar op basis van peildatum 1 januari boekjaar – 1 of bij bijzondere omstandigheden.
Het dagelijks bestuur biedt de jaarrekening over het afgelopen kalenderjaar, met alle bijbehorende bescheiden jaarlijks voor 15 maart ter voorlopige vaststelling aan het algemeen bestuur aan onder gelijktijdige toezending aan de raden van de gemeenten. De jaarrekening dient te zijn vergezeld van een verslag van het onderzoek naar de betrouwbaarheid en rechtmatigheid van de jaarrekening ingesteld door de overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet aangewezen deskundigen en van hetgeen het dagelijks bestuur voor zijn verantwoordingstaak verder dienstig acht.
Het dagelijks bestuur is belast met de zorg en het toezicht op de bewaring en beheer van de archiefbescheiden van de dienst. Ten aanzien van de archiefbescheiden zijn de Archiefwet 1995 alsmede de voorschriften, zoals die voor de gemeente Harderwijk zijn of nader zullen worden vastgesteld van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 12: toetreding, uittreding, wijziging, geschillen en opheffing
Artikel 31 - Toetreding, uittreding
Voor de vaststelling van de financiële schade als bedoeld in lid 7 wordt door de dienst en de uittredende gemeente een commissie benoemd. Voor de samenstelling van de commissie wijzen de dienst en de uittredende gemeente ieder een lid aan. Beide leden wijzen gezamenlijk een derde aan als voorzitter van de commissie. Het advies van de commissie is voor partijen bindend. De kosten voor het inschakelen van de commissie zijn voor rekening van de uittredende gemeente.