Organisatie | Ermelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren gemeente Ermelo 2010 |
Citeertitel | Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren gemeente Ermelo 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2010 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 02-06-2010 Ermelo's Weekblad | Onbekend |
De raad van de gemeente Ermelo;
gelezen het voorstel van het college van 20 april 2010, nr. 10011265;
gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b, en 41, eerste lid van de Wet investeren in jongeren;
overwegende, dat het noodzakelijk is het verlagen van inkomensvoorzieningen van jongeren van 18 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij wijze van sanctie bij verordening te regelen;
Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren gemeente Ermelo 2010.
PARAGRAAF 1 - ALGEMENE BEPALINGEN
Onverminderd artikel 42 van de wet, verlaagt het college, overeenkomstig het bepaalde in deze verordening, het bedrag van de aan de jongere toegekende inkomensvoorziening, indien de jongere naar het oordeel van het college de op hem rustende verplichting, bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet, of de uit artikel 30c, tweede lid of derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, dan wel zich jegens het college zeer ernstig misdraagt.
De verlaging wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de jongere de gedraging kan worden verweten en de omstandigheden waarin hij verkeert.
Artikel 3 - Berekeningsgrondslag
De verlaging wordt toegepast op de voor de jongere van toepassing zijnde WIJ-norm.
Artikel 4 - Het besluit tot afstemming
In het besluit tot afstemming worden in ieder geval vermeld: de reden van de afstemming, de duur van de afstemming, het percentage waarmee de inkomensvoorziening wordt verlaagd en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardafstemming.
Artikel 5 - Horen van belanghebbende
Het horen van de jongere kan achterwege worden gelaten indien:
de jongere niet heeft voldaan aan een verzoek van het college of van een derde aan wie het college met toepassing van artikel 11, vierde lid, van de wet werkzaamheden in het kader van de wet heeft uitbesteed, om binnen een gestelde termijn inlichtingen te verstrekken als bedoeld in artikel 44 van de wet; of
Artikel 6 - Afzien van afstemming
Het college ziet af van het verlagen van de inkomensvoorziening indien:
de gedraging meer dan één jaar vóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte inkomensvoorziening is verleend. Een verlaging wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van vijf jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden.
PARAGRAAF 2 - GEEN OF ONVOLDOENDE MEDEWERKING VERLENEN AAN HET VERKRIJGEN OF BEHOUDEN VAN ALGEMEEN GEACCEPTEERDE ARBEID
Artikel 9 - Indeling in categorieën
Gedragingen van de jongere waardoor de verplichtingen op grond van artikel 45 van de wet niet of onvoldoende worden nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
Het niet naleven van de uit artikel 7, eerste lid, van de Wet inburgering voortvloeiende verplichting door de inburgeringsplichtige jongere tot het verwerven van mondelinge en schriftelijke vaardigheden van de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving binnen de in de Wet inburgering vastgestelde periode.
Het verwijtbaar niet voldoen aan een of meer verplichtingen als bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet, indien dit, ter beoordeling van het college vanwege klaarblijkelijke hardheid in het individuele geval, niet heeft geleid tot de intrekking van het werkleeraanbod als bedoeld in artikel 42, eerste lid onder f van de wet;
Artikel 10 - De hoogte en duur van de verlaging
De hoogte van de verlaging als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a tot en met c, wordt verdubbeld, indien de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een verlaging is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie. In afwijking hiervan wordt niet de hoogte maar de duur van de verlaging verdubbeld, indien sprake is van een verlaging als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d. Met een besluit waarmee een verlaging is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien, bedoeld in artikel 6, tweede lid, tenzij sprake is geweest van het afzien van een verlaging vanwege het ontbreken van elke vorm van verwijtbaarheid.
Het college kan bij een derde of volgende verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie binnen twaalf maanden na de laatste als verwijtbaar aangemerkte gedraging de inkomensvoorziening verlagen in hoogte en/of duur, rekening houdend met de ernst van de gedragingen, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de jongere.
PARAGRAAF 3 - NIET NAKOMEN VAN DE INLICHTINGENPLICHT
Artikel 11 - Schending inlichtingenplicht zonder benadeling
Indien het niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid van de wet, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorziening, wordt een verlaging opgelegd van 5% van de WIJ-norm gedurende een maand, onverminderd artikel 2, tweede lid.
De duur van de verlaging wordt verdubbeld, indien de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een verlaging wordt opgelegd opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbare aan te merken gedraging. Met een besluit waarmee een verlaging is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 6, tweede lid.
In afwijking van het eerste lid kan van het opleggen van de verlaging worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twaalf maanden te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de jongere een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Artikel 12 - Schending inlichtingenplicht met benadeling
Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorziening, wordt de verlaging afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag. Artikel 5, eerste lid dient nadrukkelijk toegepast te worden. De jongere dient in de gelegenheid te worden gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen.
PARAGRAAF 4 - OVERIGE GEDRAGINGEN DIE LEIDEN TOT AFSTEMMING
Artikel 13 - Zeer ernstige misdragingen
Indien de jongere zich zeer ernstig misdraagt als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de wet tegenover het college, zijn ambtenaren, medewerkers van de Sociale Dienst-Veluwerand, medewerkers van het UWV WERKbedrijf, het door of namens het college ingeschakelde re-integratiebedrijf belast met werkzaamheden in het kader van de wet, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de wet, wordt onverminderd artikel 2, tweede lid, een verlaging opgelegd van minimaal twintig procent van de WIJ-norm gedurende een maand.