Hoofdstuk 1 - Algemene informatie
Artikel 1.1 - Begrippen
Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de als bedoeld in artikel
1:1 lid 1 onder a van de CAR/UWO;
- b.
salaris: het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid
onder b van de CAR/UWO;
- c.
uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid
onder o van de CAR/UWO;
- d.
schaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder
a, opgenomen in bijlage IIa van de CAR/UWO;
- e.
pre-aanloopschaal: de salarisschaal direct voorafgaand aan de
aanloopschaal
- f.
aanloopschaal: de salarisschaal direct voorafgaand aan de
salarisschaal waarop de desbetreffende functie is
gewaardeerd;
- g.
functieschaal: de salarisschaal die op basis van het
functiewaarderingssysteem is vastgesteld voor de desbetreffende
functie;
- h.
uitloopperiodiek: de periodieken B,C en D die aan iedere
salarisschaal zijn toegevoegd;
- i.
maximumsalaris: het hoogste bedrag van een schaal inclusief de
uitloopperiodieken;
- j.
bezoldiging: de som van het salaris en de toelagen waarop de
ambtenaar op grond van de bepalingen opgenomen in hoofdstuk 2
van deze regeling aanspraak heeft, zoals bedoeld in artikel 3.1
CAR/UWO;
- k.
betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid
onder b van de CAR/UWO;
- l.
volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in
artikel 1:1, eerste lid onder k van de CAR/UWO;
- m.
naast lagere schaal: de schaal die één schaal lager is dan de
schaal, zoals bedoeld in artikel 1.1, onder d van deze
regeling;
- n.
GO: de commissie voor het georganiseerd overleg, zoals bedoeld
in artikel 12.1, tweede lid van de CAR/UWO;
- o.
Feestdag:nieuwjaarsdag, tweede paasdag,
hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste en tweede kerstdag,
koninginnedag, Bevrijdingsdag, oudejaarsmiddag, goede
vrijdag.
Artikel 1.2 - Aanvang en einde recht op Bezoldiging
- 1.
Het recht op bezoldiging vangt aan op de dag waarop de aanstelling
of de arbeidsovereenkomst met de ambtenaar ingaat.
- 2.
Een verhoging van het salaris gaat in op de eerste dag van de maand,
waarin overeenkomstig de overige bepalingen van deze verordening de
aanspraak zal ontstaan
- 3.
Het recht op bezoldiging eindigt in geval van ontslag met ingang van
de datum waarop het ontslag ingaat.
- 4.
Het recht op bezoldiging eindigt in geval van overlijden op de datum
volgende op de dag van overlijden.
Artikel 1.3 - Berekening over gedeelte van de maand
Het salaris, de bezoldiging of een toelage of emolument zoals bedoeld in
de hoofdstukken 2 tot en met 5 dat wordt toegekend bij een
indiensttreding of ontslag welke niet plaatsvindt op de eerste van de
maand, wordt vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal
kalenderdagen van die maand en te vermenigvuldigen met het aantal
kalenderdagen waarop bedoeld bedrag betrekking heeft.
Artikel 1.4 - Onvolledige betrekking
Het salaris, de bezoldiging of een toelage of emolument zoals bedoeld in
de hoofdstukken 2 tot en met 5 van de ambtenaar met een onvolledige
betrekking worden vastgesteld op een evenredig deel ten opzicht wat de
ambtenaar zou ontvangen bij een volledige betrekking. Hierbij wordt de
teller van de breuk gesteld op het aantal uren per week in de
onvolledige betrekking en de noemer gesteld op 36 uur per week.
Hoofdstuk 2 - Salaris
Artikel 2.1 - Begripsomschrijving salaris
- 1.
Conform artikel 3.1 lid 2 onder b CAR UWO wordt onder het begrip
salaris verstaan: het bedrag van de schaal hetwelk aan de ambtenaar
is toegekend of, indien voor de betrekking een vast bedrag geldt,
dit bedrag.
- 2.
Het salaris is grondslag voor de berekening van het uurloon.
- 3.
Het uurloon bedraagt 1/156 van het zo nodig naar een volledige
betrekking herberekende – salaris van de ambtenaar per maand.
- 4.
Het salaris is grondslag voor de berekening van:
- a.
Vakantietoelage (artikel 6.3 CAR/UWO)
- b.
Eindejaarsuitkering (artikel 3.6 CAR/UWO)
- c.
Levensloopbijdrage (artikel 6a.7 CAR/UWO)
Artikel 2.2 - Salarisschaal
- 1.
De salarissen van de ambtenaren, wier salaris niet bij of krachtens
de wet is geregeld, worden vastgesteld op bedragen volgens de
salarisschalen zoals vermeld in bijlage IIa van de CAR/UWO of indien
voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag, opgenomen in
de bij deze verordening behorende bijlagen.
- 2.
Indien in de salarissen van het gemeentepersoneel een wijziging
wordt aangebracht welke een algemeen karakter draagt, wordt door
burgemeester en wethouders, met ingang van de datum waarop die
wijziging ingaat, een overeenkomstige wijziging aangebracht in de
salarissen van de ambtenaren.
Artikel 2.3 - De voor de ambtenaar geldende schaal
- 1.
Burgemeester en wethouders bepalen de voor de ambtenaar geldende
salarisschaal. De door het college van burgemeester en wethouders
vastgestelde methode van functiewaardering vormt daarvoor de basis.
Het college van burgemeester en wethouders stellen hiernaar een
procedureregeling functiewaardering en de conversie vast.
- 2.
Voor de indeling van de ambtenaar in het functieniveau, het
pré-aanloopniveau, het aanloopniveau of de toekenning van de
uitloopperiodieken B, C en D zijn de regels vastgelegd in de
“Richtlijnen Beloningsbeleid 2010”.
- 3.
Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan
wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Collectieve
Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst, kan zonder
voorafgaande ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan
gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem
geldende salarisschaal
Artikel 2.4 - Toekennen salaris bij indiensttreding
- 1.
Aan de ambtenaar wordt een salaris toegekend conform de
salarisschalen zoals vermeld in bijlage IIa van de CAR/UWO
- 2.
Bij indiensttreding vindt toekenning van het salaris plaats in trede
0 van de salarisschaal, behorende bij de functie.
- 3.
Van het bepaalde in lid 2 en 3 kan worden afgeweken indien daartoe
naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders op
grond van kennis en/of ervaring aanleiding bestaat.
Artikel 2.5 - Benoeming in een andere functie
Indien de ambtenaar wordt benoemd in een andere functie waaraan een
schaal met een hoger maximum salaris is verbonden, vindt de toekenning
van het salaris in de nieuwe schaal als volgt plaats:
- 1.
Het salaris van de ambtenaar wordt vastgesteld op het
naasthogere bedrag in de hogere schaal ten opzichte van het
huidige salaris.
- 2.
Genoemd naasthoger bedrag in het vorige lid wordt verhoogd met
één periodiek, indien het maximum van de schaal nog niet is
bereikt.
- 3.
De verhoging bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel bedraagt
tenminste 75% van een periodiek in de schaal waarin de ambtenaar
was ingedeeld vóór de benoeming.
- 4.
Van de methodiek beschreven in lid 1, 2 en 3 van dit artikel kan
door het college van burgemeester en wethouders positief worden
afgeweken.
Artikel 2.6 - Wijziging indeling in de functiefamilie
- 1.
Indien de indeling in een functiefamilie wijzigt en hierdoor het
recht ontstaat op een hogere functieschaal, vindt toekenning en
plaatsing in de desbetreffende functieschaal plaats na een gehouden
functionerings-/popgesprek.
- 2.
Toekenning en plaatsing in de functieschaal vindt niet eerder plaats
dan op het moment van het definitief worden van de gewijzigde
indeling in de functiefamilie.
- 3.
Bij toekenning en plaatsing in de functieschaal wordt het salaris
verhoogd conform het gestelde in artikel 2.5.
Artikel 2.7 - Periodieke verhoging van het salaris
- 1.
Het salaris van de ambtenaar wordt jaarlijks per 1 januari
verhoogd tot het naasthogere bedrag in de voor de ambtenaar
geldende schaal.
- 2.
Deze periodieke verhoging vindt plaats zolang het
maximum-salaris niet is bereikt en wanneer de ambtenaar zijn
functie “op niveau” vervult.
- 3.
Indien het functioneren van de ambtenaar wordt beoordeeld lager
dan “op niveau” blijft toekenning van een periodieke verhoging
achterwege.
- 4.
Als er in een betreffend jaar minder dan 6 maanden arbeid is
verricht, kan de werkgever bepalen, dat niet kan worden
vastgesteld of er sprake is van functioneren “op niveau” in de
zin van lid 2
De volgende tijd wordt aangemerkt als het niet verrichten van
arbeid:
- a.
tijd doorgebracht met verlof zonder bezoldiging, indien
het verlof is verleend uitsluitend in het belang van de
medewerker, dan wel is verleend onder voorwaarde, dat de
bedoelde tijd niet zal meetellen voor de vaststelling
van de diensttijd;
- b.
tijd doorgebracht met verlof (zonder) bezoldiging, voor
zover deze een tijdvak van een half jaar te boven
gaat;
- c.
tijd doorgebracht wegens al dan niet verwijtbare
arbeidsongeschiktheid;
- d.
tijd gedurende welke de medewerker in uitoefening van
zijn functie is geschorst
- e.
bij wijze van disciplinaire straf
- f.
indiensttreding na 1 juli van het lopende
kalenderjaar
- 5.
Het achterwege blijven van een periodieke verhoging zoals
bedoeld in lid 3 wordt altijd schriftelijk aan betrokkene
bevestigd door het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 2.8 - Toekennen extra periodieke verhoging
- 1.
Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende
salarisschaal nog niet heeft bereikt, wordt door het college van
burgemeester en wethouders een extra periodieke salarisverhoging
toegekend indien sprake is van een beoordeling “boven niveau”.
- 2.
De extra periodieke verhoging wordt toegekend met ingang van 1
januari van het jaar volgend op de datum van toekenning
- 3.
Aan de toekenning van een extra periodieke verhoging ligt een
beoordeling ten grondslag.
- 4.
De toekenning van een extra periodieke verhoging wordt altijd
schriftelijk aan betrokkene bevestigd door het college van
burgemeester en wethouders.
Artikel 2.9 - Toekennen periodieke verlaging
Wanneer een ambtenaar twee opeenvolgende jaren een beoordeling “onder
niveau” heeft gekregen, kan het college van burgemeester en wethouders
besluiten het salaris van de ambtenaar met maximaal twee periodieken te
verlagen.
Artikel 2.10 - Minimumloon toelage
- 1.
Indien aan de ambtenaar een schaal wordt toegekend waarbij het voor
de ambtenaar geldende salaris minder bedraagt dan het minimumloon,
ontvangt de ambtenaar een minimumloontoelage tot de hoogte van het
op dat moment geldende minimumloon als aanvulling op het
salaris.
- 2.
De minimumloon toelage is grondslag voor de berekening van de
vakantietoelage, de eindejaarsuitkering en de
levensloopbijdrage.
- 3.
De minimumloontoelage telt niet mee voor de bepaling van het
uurloon.
- 4.
De minimumloontoelage vervalt met ingang van het moment dat het
salaris van de ambtenaar gelijk of hoger is dan het
minimumloon.
Artikel 2.11 - Salarisverhoging met terugwerkende kracht
- 1.
Een salarisverhoging die wordt toegekend met ingang van een tijdstip
gelegen voorafgaande aan de maand waarin deze verhoging wordt
verwerkt in de salarisadministratie, heeft geen gevolgen voor de
reeds vastgestelde pensioengrondslag op 1 januari van het lopende
jaar.
- 2.
Een salarisverhoging die wordt toegekend met terugwerkende kracht
over één of meerdere verstreken kalenderjaren, heeft geen gevolgen
voor de over die jaren vastgestelde pensioengrondslagen.
- 3.
Het gestelde in lid 1 en lid 2 is overeenkomstig hetgeen is
vastgelegd in artikel 3.1 van het pensioenreglement.
Hoofdstuk 3 - Toelagen en emolumenten onder het begrip Bezoldiging
Artikel 3.1 - Begripsomschrijving Bezoldiging
- 1.
Conform het gestelde in artikel 3.1, lid 2 onder c CAR/UWO wordt
onder het begrip Bezoldiging verstaan het salaris, verhoogd met de
toelagen en emolumenten genoemd in hoofdstuk 3 van deze
Bezoldigingsregeling.
- 2.
Toelagen en emolumenten toegekend op grond van dit hoofdstuk worden
geïndexeerd met hetzelfde percentage als de algemene
salarisverhoging sector gemeenten.
- 3.
Toelagen en emolumenten toegekend op grond van dit hoofdstuk zijn
grondslag voor het pensioengevend inkomen op grond van artikel 3.1
van het pensioenreglement.
- 4.
Conform het gestelde in artikel 6.3 CAR/UWO is de Bezoldiging
grondslag voor de berekening van de vakantietoelage.
- 5.
De Bezoldiging is geen grondslag voor de berekening van de
eindejaarsuitkering, de levensloopbijdrage en het uurloon.
Artikel 3.2 - Garantietoelage uitloopperiodieken (Overgangsregeling)
- 1.
Aan de ambtenaar aan wie op grond van een oude Bezoldigingsregeling
een hogere toelage uitloopperiodiek is toegekend, behoudt deze
toelage tot het moment van plaatsing of benoeming in een andere
functie waaraan een hoger maximum salaris is verbonden.
- 2.
Het nieuwe salaris bedoeld onder lid 1 wordt zodanig vastgesteld dat
de toelage volledig wordt geïncorporeerd in het salaris.
- 3.
Indien de toelage samen met het oude salaris hoger is dan het
maximum van de nieuwe schaal, wordt het meerdere toegekend als
garantietoelage uitloopperiodiek, zoals omschreven in het volgende
lid.
- 4.
Voor de garantietoelage uitloopperiodiek die is toegekend op grond
van een oude Bezoldigingsregeling gelden de volgende regels:
- a.
De toelage is grondslag voor het pensioengevend
inkomen;
- b.
De toelage valt onder het begrip Bezoldiging en is daarmee
grondslag voor de berekening van de vakantietoelage;
- c.
De toelage is geen grondslag voor de berekening van de
Eindejaarsuitkering, Levensloopbijdrage en de vaststelling
van het uurloon;
- d.
De toelage wordt geïndexeerd met de algemene procentuele
salarisverhoging van de sector gemeenten.
- 5.
Het college van burgemeester en wethouders kan de toelage voor
onbepaalde tijd intrekken of aanpassen op het moment dat de redenen
voor de toekenning niet langer aanwezig zijn.
Artikel 3.3 - Persoonlijke toelage (tijdelijk)
- 1.
Conform het bepaald in artikel 3:7:8 kan aan de ambtenaar die
minimaal 1 jaar op het maximum van de voor hem geldende schaal
staat, een persoonlijke toelage worden toegekend, wanneer daartoe op
grond van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver aanleiding
bestaat.
- 2.
De hoogte van de toelage bedraagt het verschil tussen het eigen
salaris van de ambtenaar en een hoger bedrag in de naastvolgende
schaal.
- 3.
De toelage en het salaris samen mogen nooit hoger zijn dan het
maximumsalaris van de schaal direct volgend op de schaal waarin de
ambtenaar is geplaatst.
- 4.
De toelage wordt toegekend voor bepaalde tijd voor de duur van
maximaal drie jaar.
- 5.
Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten de toelage
voor een vastgestelde periode te verlengen
- 6.
De toelage komt aan het einde van de vooraf vastgestelde periode van
rechtswege te vervallen.
- 7.
De toelage zoals bedoeld in dit artikel mag alleen na goedkeuring
door het college van burgemeester en wethouders worden
toegekend.
Artikel 3.4 - Arbeidsmarkttoelage
- 1.
Aan de ambtenaar kan om redenen van werving en behoud een
arbeidsmarkttoelage worden toegekend.
- 2.
De toelage kan worden toegekend in de volgende situaties:
- a.
Bij indiensttreding van een ambtenaar bij krapte op de
arbeidsmarkt voor de specifieke functie die betrokkene gaat
vervullen;
- b.
Indien bij vertrek van de ambtenaar de bedrijfsvoering
ernstige hinder zal ondervinden en de functiewaardering van
de functie die wordt vervuld sterk afwijkt van de situatie
op de arbeidsmarkt.
- 3.
De hoogte van de toelage bedraagt het verschil tussen het eigen
salaris van de ambtenaar en een hoger bedrag in de naastvolgende
schaal.
- 4.
De toelage en het salaris samen mogen nooit hoger zijn dan het
maximumsalaris van de schaal direct volgend op de schaal waarin de
ambtenaar is geplaatst.
- 5.
De toelage wordt toegekend voor een periode van maximaal drie
jaar.
- 6.
Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten de toelage
voor een vastgestelde periode te verlengen
- 7.
De toelage komt aan het einde van de periode waarvoor deze is
toegekend van rechtswege te vervallen.
- 8.
De toelage zoals bedoeld in dit artikel mag alleen na goedkeuring
door het college van burgemeester en wethouders worden
toegekend.
Artikel 3.5 - Onregelmatigheidstoelage
- 1.
Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager
salaris dan dat van salarisschaal 11, periodiek A11 en voor wie
de werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3.3 en
3.3.1 van de CAR/UWO, wordt door het college van burgemeester en
wethouders een toelage onregelmatige dienst toegekend.
- 2.
De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkt uur
een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per
uur. Dit percentage bedraagt:
- a.
20 voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6
en 8 uur en tussen 18 en 22 uur;
- b.
40 voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 0
en 6 uur en tussen 22.00 en 24 uur en op zaterdag tussen
0 en 24 uur;
- c.
65 voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in
artikel 4.3, lid 3 van deze regeling;
met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten
hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris behorend
bij het maximum van salarisschaal 6 van bijlage IIa van de CAR/UWO.
- 3.
Het college van burgemeester en wethouders kan in afwijking op
het gestelde in het tweede lid voor een bepaalde groep
ambtenaren het bedrag van de toelage op een vast percentage
stellen met dien verstande, dat het bedrag van de toelage in die
gevallen niet zal overschrijden hetgeen met toepassing van de in
de vorige leden bedoelde regeling door belanghebbende als
toelage zou zijn genoten.
- 4.
Bij ziekte en arbeidsongeschiktheid langer dan een maand
ontvangt de ambtenaar een doorbetaling gebaseerd op de toelage
die hij ontvangen heeft in de drie kalendermaanden voorafgaande
aan de maand waarin de ziekte of arbeidsongeschiktheid is
ontstaan.
- 5.
Indien de hoogte van de doorbetaling bedoeld in het vierde lid
leidt tot een onredelijk bedrag, wordt de referte periode
gesteld op 12 maanden.
Artikel 3.6 - Afbouwtoelage Onregelmatigheidstoelage
- 1.
Als de bezoldiging van de werknemer, als gevolg van het buiten zijn
toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in
artikel 3.5, een blijvende verlaging ondergaat, die tenminste 3%
bedraagt van de som van het salaris en de toelagen, bedoeld in
artikel 3.5, kent de werkgever een aflopende toelage toe. Voorwaarde
hierbij is dat hij eerstgenoemde toelage, direct voorafgaande aan
het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering daarvan,
gedurende ten minste 2 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft
genoten.
- 2.
De aflopende toelage als bedoeld in lid 1 wordt afgebouwd in 36
maanden, waarbij de bedoelde afbouw als volgt plaatsvindt:
- a.
de eerste 12 maanden 75% van de ontvangen toelage;
- b.
de volgende 12 maanden 50% van de ontvangen toelage;
- c.
De daarop volgende 12 maanden 25% van de ontvangen
toelage.
- 3.
De afbouwtoelage wordt berekend over de gemiddelde toelage over de
laatste 12 maanden voorafgaande aan de situatie bedoeld in lid 1 van
dit artikel.
- 4.
Het college van burgemeester en wethouders kan een regeling treffen
die het bepaalde in dit artikel, in positieve zin voor de
medewerker, aanvult.
Artikel 3.7 - Waarnemingsvergoeding
De ambtenaar die ingevolge hem daartoe door of namens het college van
burgemeester en wethouders verstrekte opdracht een andere betrekking
waarneemt waaraan een hoger schaal is verbonden dan de schaal van de
ambtenaar, ontvangt over de tijd van deze waarneming overeenkomstig het
bepaalde in artikel 3.1.2 CAR/UWO een vergoeding.
Artikel 3.8 - Garantietoelage
- 1.
Aan de ambtenaar aan wie op grond van een Sociaal Statuut een
functie wordt opgedragen waaraan een lagere schaal is verbonden,
ontvangt vanaf het moment dat deze functie ingaat, de daaraan
verbonden lagere schaal.
- 2.
Indien mogelijk vindt inschaling plaats in de lagere schaal in een
salaris overeenkomstig het salaris dat de ambtenaar genoot direct
voorafgaande aan de functiewijziging.
- 3.
Als inschaling in een gelijk salaris niet mogelijk is, wordt de
ambtenaar het naasthogere salaris toegekend in die schaal, voor
zover dat mogelijk is in de nieuwe schaal.
- 4.
Indien aan de ambtenaar als gevolg van de inschaling in een lagere
schaal een lager salaris wordt toegekend, ontvangt de ambtenaar een
garantietoelage.
- 5.
De garantietoelage bedraagt het verschil tussen het nieuwe salaris
en het salaris dat zou zijn ontvangen als de plaatsing in een lagere
functie zich niet had voorgedaan.
- 6.
De ambtenaar behoudt het recht op periodieke verhogingen tot het
maximum van de functieschaal behorende bij de oude functie.
- 7.
Indien de ambtenaar reeds geplaatst was in de voor hem geldende
uitloopschaal, geldt de schaal en trede die hij op het moment van
plaatsing in de lagere schaal had als maximum garantie.
Hoofdstuk 4 - Toelagen en emolumenten niet zijnde Bezoldiging
Artikel 4.1 - Begripsomschrijving
- 1.
De toelagen en emolumenten genoemd in dit hoofdstuk, vallen niet
onder het begrip Bezoldiging
- 2.
Toelagen en emolumenten toegekend op grond van dit hoofdstuk worden
geïndexeerd met hetzelfde percentage als de algemene
salarisverhoging sector gemeenten, met uitzondering van de
gratificatie zoals bedoeld in artikel 4.5 van dit hoofdstuk.
- 3.
Toelagen en emolumenten toegekend op grond van dit hoofdstuk zijn
grondslag voor het pensioengevend inkomen op grond van artikel 3.1
van het pensioenreglement.
- 4.
Toelagen en emolumenten toegekend op grond van dit hoofdstuk zijn
geen grondslag voor de berekening van de vakantietoelage,
eindejaarsuitkering, levensloopbijdrage en het uurloon.
Artikel 4.2 - Consignatiedienst (beschikbaarheidstoelage)
- 1.
Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager
salaris dan dat van schaal 11, periodiek A11 en die buiten de
werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de CAR UWO
beschikbaar moet zijn voor werk, wordt een beschikbaarheidstoelage
toegekend.
- 2.
De aanwijzing van een ambtenaar die in aanmerking komt voor een
beschikbaarheidstoelage geschiedt door het afdelingshoofd.
- 3.
Consignatie vindt plaats over een aaneengesloten periode van 7 dagen
en loopt van maandagmorgen 8.00 uur tot maandagmorgen 8.00 uur.
- 4.
De bruto beschikbaarheidstoelage per maand bedraagt 4% van het
maximum van schaal 5 (trede A11) exclusief de vakantietoelage.
- 5.
Het bepaalde in artikel 3.2 van de CAR UWO (overwerkvergoeding) is
op de in lid 1 genoemde ambtenaar niet van toepassing.
Artikel 4.3 - Gladheidbestrijding
- 1.
Aan de ambtenaar die op grond van zijn functie beschikbaar moet zijn
voor de gladheidbestrijding wordt een maandelijkse vergoeding
toegekend.
- 2.
De hoogte van de vergoeding voor de wachtdiensttoelage
gladheidbestrijding en gebondenheidstoelage gladheidbestrijding
staan vermeld in bijlage 2 van deze bezoldigingsverordening
- 3.
De gedeclareerde overuren i.v.m. gladheidsbestrijding kunnen tot een
maximum van 40 uur als verlof worden toegekend (artikel 3:2:1 lid
2)
- 4.
In verband met het dienstbelang bestaat de vergoeding van de
meerdere uren uitsluitend uit een bedrag (artikel 3:2:1 lid 4 en 5)
Artikel 4.4 - Verschuivingstoelage
- 1.
Conform het gestelde in artikel 3.4 en artikel 3.4.1 CAR/UWO kan aan
de ambtenaar een verschuivingstoelage worden toegekend.
- 2.
Bedoelde toelage wordt alleen toegekend indien naar het oordeel van
het college van burgemeester en wethouders de ambtenaar onevenredig
in zijn of haar belangen wordt geschaad door de verschuiving.
- 3.
De toelage bedraagt 25% van het uurloon van de ambtenaar voor elk
verschoven uur.
- 4.
De toelage wordt alleen toegekend aan ambtenaren wiens reguliere
werkzaamheden regelmatig plaatsvinden op onregelmatige tijden zoals
bedoeld in artikel 3.3 CAR/UWO.
- 5.
Onder de term regelmatig in lid 4 wordt verstaan minimaal één keer
per maand.
Artikel 4.5 - Gratificatie
- 1.
Conform het gestelde in artikel 15.1.28 CAR/UWO kan aan de ambtenaar
die zijn werkzaamheden op bijzonder goede wijze vervult, of die
werkzaamheden verricht onder bijzondere omstandigheden, of die zich
op een andere wijze positief onderscheid van zijn collega’s een
gratificatie worden toegekend. Deze gratificatie kan bestaan
uit:
- a.
- b.
Een netto bedrag, waarbij de loonheffingen voor rekening
komen van de werkgever;
- c.
Een cadeaubon, waarbij de loonheffing voor rekening komt van
de werkgever.
- d.
Een “gepast gebaar” zoals een fles wijn of een bloemetje etc
- 2.
De bedragen genoemd onder lid 1, sub b is grondslag voor het
pensioengevend inkomen.
- 3.
De waarde van de cadeaubon en een “gepast gebaar”, bedoeld onder lid
1 sub c en d van dit artikel zijn geen grondslag voor het
pensioengevend inkomen.
Artikel 4.6 - Toelage Bedrijfshulpverlening (BHV)
- 1.
Aan ambtenaren van de Gemeente Loppersum die BHV-taken uitvoeren
wordt op grond van de “Regeling voor de bedrijfshulpverlening”
maandelijks een vergoeding toegekend.
- 2.
De bedragen van de Toelage Bedrijfshulpverlening staan vermeld in de
“Regeling voor de bedrijfshulpverlening.