Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening onkostenvergoedingen wethouders |
Citeertitel | Verordening onkostenvergoedingen wethouders |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | college en raad, bestuurlijke organisatie |
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2002 | 01-01-2001 | nieuwe regeling | 28-02-2002 Gemeenteblad 2002 nr 6, dd. 06-03-2002 | raasdsvoorstel 2002 nr. 18 |
De wethouders kunnen aanspraak maken op kinderopvang. De 'Regeling Kinderopvang Personeel Gemeente Zaanstad 2000' is van overeenkomstige toepassing op de wethouders, met dien verstande dat waar sprake is van 'personeel', 'medewerker(s)' en 'salaris' dient te worden gelezen 'wethouders', wethouder(s)' en 'wedde'.
De in deze verordening bedoelde vergoedingen en tegemoetkomingen worden betaalbaar gesteld door de Salarisadministratie van de Gemeente Zaanstad.
Artikel 23, RPBW bepaalt niet expliciet dat gemaakte reiskosten alleen op declaratiebasis kunnen worden vergoed. De belastingdienst echter schrijft dit evenwel voor om deze kosten onbelast te kunnen vergoeden. Een voorstel om te werken met een vast redelijk gemiddelde werd door de belastingdienst afgewezen.
Artikel 24, RPBW biedt de mogelijkheid om bij verordening te bepalen dat een tegemoetkoming in de kosten voor - in verband met de vervulling van het wethouderschap noodzakelijke - kinderopvang te verlenen. In de verordening zouden tevens de te stellen regels moeten worden opgenomen.Overeenkomstig het advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is hier aansluiting gezocht bij de kinderopvangregeling voor gemeenteambtenaren. Deze regeling is integraal overgenomen.
Artikel 25, RPBW biedt de mogelijkheid om bij verordening een vergoeding te verlenen voor overige kosten, verbonden aan de uitoefening van het ambt. Voor deze vergoeding zijn maximum bedragen (gerelateerd aan het inwonertal van de gemeente) vermeld in het Rechtspositiebesluit Wethouders (RPBW). Jaarlijks worden ze door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bijgesteld aan de hand van het consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Met het raadsbesluit van 27 mei 1993 werd deze vergoeding gesteld op het maximumbedrag. Met deze verordening wordt deze lijn voortgezet.