Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berg en Dal

Verordening gedragscode voor bestuurders gemeente Groesbeek 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerg en Dal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening gedragscode voor bestuurders gemeente Groesbeek 2003
CiteertitelVerordening gedragscode voor bestuurders gemeente Groesbeek 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpgedragscode bestuurders

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art.15, lid 3 (voor de raadsleden), 41c (voor de wethouders) en 69, lid 2 (voor de burgemeester)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-02-2003nieuwe regeling

27-02-2003

N.v.t.

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gedragscode voor bestuurders van de gemeente Groesbeek 2003

De raad der gemeente Groesbeek;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groesbeek van 21 januari 2003;

Gelet op de artikelen 15, lid 3, 41c en 69, lid 2 van de Gemeentewet;

besluit:

Vast te stellen de navolgende "Verordening gedragscode voor bestuurders gemeente Groesbeek 2003".

 

Deel 1 Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

Raadsleden en de leden van het college van burgemeester en wethouders stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde.

Bestuurlijke integriteit houdt in, dat de verantwoordelijkheid die met de bestuursfunctie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders of gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun openbare functie vervullen.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst de bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

Dienstbaarheid

Het handelen van een bestuurder is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Het handelen van een bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een bestuurder wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook de schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een bestuurder is transparant, opdat optimale verantwoordelijkheid mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de bestuurder en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een bestuurder moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij slechts aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een bestuurder is zodanig dat alle organisaties en burgers in de gemeente op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze kernbegrippen vormen de toetsteen voor de in Deel 2 weergegeven gedragsafspraken.

Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

 

Deel 2 Gedragscode bestuurlijke integriteit

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    Onder "het college" wordt het college van burgemeester en wethouders verstaan.

  • 2.

    Deze gedragscode geldt zowel voor raadsleden, als voor de burgemeester en de wethouders.

  • 3.

    Onder "een bestuurder" wordt derhalve zowel een raadslid als de burgemeester en een wethouder verstaan.

  • 4.

    In de gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in de raad of in het college.

  • 5.

    De code is openbaar en door derden op te vragen en te raadplegen.

  • 6.

    De leden van de raad en van het college ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 1.

    Een bestuurder doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente Groesbeek zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden op te vragen en te raadplegen.

  • 2.

    Bij privaat publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de bestuurder (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 3.

    Een oud-bestuurder wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente Groesbeek.

  • 4.

    Een bestuurder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente Groesbeek, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 5.

    Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente Groesbeek geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

Artikel 3 Nevenfuncties

Hierop is van toepassing hetgeen is neergelegd in onderdeel A2.3 van de Rechtspositieregeling raadsleden, burgemeester en collegeleden van de VNG inzake de melding, openbaarmaking en vergoeding van nevenfuncties (gerelateerd aan de artikelen 12, 44, 66, 67 en 296 van de Gemeentewet).

Artikel 4 Informatie

  • 1.

    Een bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

  • 2.

    Een bestuurder houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van die informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 3.

    Een bestuurder maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van zijn ambt verkregen informatie.

Artikel 5 Aannemen van geschenken en giften

  • 1.

    Geschenken en giften die een bestuurder ontvangt uit hoofde van zijn functie, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente Groesbeek. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 2.

    Indien een bestuurder geschenken of giften ontvangt die per geschenk of gift een waarde van € 25,-- niet te boven gaan, kunnen deze in afwijking van het vorenstaande door ontvanger worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd.

  • 3.

    Geschenken en giften worden in principe niet op het huisadres van de bestuurder ontvangen, doch op het adres van het gemeentehuis. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in de raad of in het college, waar een besluit over de bestemming van het geschenk of de gift wordt genomen.

Artikel 6 Bestuurlijke uitgaven

  • 1.

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan door de bestuurder kunnen worden aangetoond.

  • 2.

    Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

    • a.

      met de uitgave is het belang van de gemeente Groesbeek gediend;

    • b.

      de uitgave vloeit voort uit de functie van de bestuurder.

Artikel 7 Declaraties

  • 1.

    De bestuurder declareert geen kosten die al op een andere wijze worden vergoed.

  • 2.

    Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.

  • 3.

    Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij dat formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 4.

    Gemaakte kosten worden in principe binnen een half jaar gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen een half jaar afgerekend.

  • 5.

    De gemeentesecretaris respectievelijk de griffier is formeel verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van bestuurders worden afgehandeld door een daartoe aangewezen organisatie-onderdeel/ambtenaar.

  • 6.

    In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zonodig wordt de declaratie ter besluitvorming voorgelegd aan de raad of aan het college.

Artikel 8 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen

  • 1.

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan.

  • 2.

    Bestuurders kunnen op basis van een overeenkomst, voor functie gerelateerd gebruik, bepaalde voorzieningen (zoals een mobiele telefoon of een computer e.d.) in bruikleen ter beschikking krijgen.

Artikel 9 Reizen (buitenland)

  • 1.

    Een bestuurder die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een (buitenlandse) reis te maken, heeft toestemming nodig van de raad of van het college. Het besluit van het college wordt aan de raad ter kennis gebracht.

  • 2.

    Een bestuurder die het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het reisgezelschap en over de geraamde kosten.

  • 3.

    Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in de raad of in het college en worden onder meer getoetst aan het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis dient doorslaggevend te zijn voor de besluitvorming.

  • 4.

    Van de reis wordt een verslag opgesteld. Buitenlandse reizen worden vermeld in het bij de jaarrekening behorend jaarverslag.

  • 5.

    Het ten laste van de gemeente Groesbeek meereizen van de partner van een bestuurder is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en wanneer het belang van de gemeente Groesbeek daarmee is gediend. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming in de raad of in het college betrokken.

  • 6.

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente Groesbeek is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming in de raad of in het college betrokken.

  • 7.

    Het verlengen van een (buitenlandse) reis voor privédoeleinden is slechts toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming in de raad of in het college. De daaruit voortvloeiende extra reis- en verblijfkosten komen dan volledig voor rekening van de bestuurder;

  • 8.

    De in verband met de reis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de gelden regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

Artikel 10 Inwerkingtreding gedragscode

Deze verordening treedt daags na de vaststelling ervan in werking.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Groesbeek

op 27 februari 2003.

De plv. secretaris/griffier, De voorzitter,