Organisatie | Sint Eustatius |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen ter uitvoering van artikel 3, derde lid, van de Monumenteneilandsverordening (Besluit inrichting en werkwijze Monumentenraad) |
Citeertitel | Besluit inrichting en werkwijze Monumentenraad |
Vastgesteld door | Bestuurscollege |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Sint Eustatius (AB 2010, nr. 18) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Sint Eustatius en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Sint Eustatius van toepassing.
De oorspronkelijke grondslag(en) kan men vinden door de regeling te zoeken op 09-10-2010.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsbesluit in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 18 | Onbekend | ||
15-01-2009 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 02-01-2009 A.B. 2009, no. | onbekend |
De leden van de Raad ontvangen voor hun werkzaamheden in de Raad een vergoeding van Naf. 50,00 per vergadering met een maximum van Naf. 200,00 per maand per persoon. Deze vergoeding zal pas in het nieuwe begrotingsjaar met ingang van 1 januari 2010 worden uitgekeerd omdat de nodige budgettaire voorzieningen eerst getroffen moeten worden door het Bestuurscollege.
De Raad werkt in verband met de uitoefening van haar taak samen met de afdelingen binnen de Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer van het eilandgebied die belast zijn met voorbereidend en adviserend werk met betrekking tot beleid en regelgeving aangaande monumentenzorg en de afdeling Domeinbeheer.
Indien de Raad gehoord wordt door het bestuurscollege in verband met een wijziging in het register, als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de verordening en indien de Raad wordt gehoord in verband met een aanvraag voor een vergunning, als bedoelt in artikel 8 van de verordening betrekt de Raad de criteria voor de aanwijzing van een monument bij haar bevindingen.
De Raad is gehouden haar bevindingen bedoeld in het eerste lid binnen dertig dagen aan het bestuurscollege schriftelijk kenbaar te maken indien het bevindingen met betrekking tot het bepaalde in artikel 7, tweede lid, van de verordening betreft en binnen zestig dagen indien het bevindingen met betrekking tot het bepaalde in artikel 8, eerste lid, van de verordening betreft.
Artikel 8 Schorsing en beëindiging lidmaatschap
Indien een lid van de Raad bij de uitvoering van zijn taak de algemene belangen met betrekking tot monumentenzorg zodanig heeft geschaad dat de bescherming, het behoud of het beheer van een monument in gevaar komt of indien een lid van Raad in het algemeen niet functioneert, wordt door de voorzitter van de Raad een schriftelijke voordracht tot schorsing van dit lid van de Raad ingediend bij het bestuurscollege.
De voorzitter stelt in overleg met de overige leden van de Raad een huishoudelijk reglement vast ten aanzien van vergaderingen en de andere organisatorische aspecten van de werkzaamheden van de Raad.