Organisatie | Eemsmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Marktverordening van de gemeente Hefshuizen (Eemsmond) |
Citeertitel | Marktverordening van de gemeente Hefshuizen (Eemsmond) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Datum bekendmaking is onbekend.
Gemeentewet, artikel 168
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-1991 | nieuwe regeling | 16-12-1991 Onbekend | 46.12.91 |
Op daartoestrekkend, minimaal twee maanden van te voren ingediend, verzoek van een vereniging of stichting kunnen burgemeester en wethouders besluiten de markt tijdelijk te verplaatsen.
Zij brengen hun besluit binnen één maand, na het indienen van de aanvraag, ter kennis van belanghebbenden; bovendien wordt hiervan openbaar kennisgegeven op de gebruikelijke wijze.
Het is verboden op het marktterrein van twee uur voor de aanvang tot een half uur na het einde van de markt ruimte in te nemen met een voertuig, goederen of anderszins, zonder vergunning van burgemeester en wethouders.
Toewijzinq en bezettinq van standplaatsen
Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvraag aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.
Degene, die voor een standplaats in aanmerking wil komen, dient burgemeester en wethouders te verzoeken hem in te schrijven op een daartoe aangelegde lijst. Bij inschrijving op deze lijst worden, naast de datum van inschrijving, de artikelen of groepen van artikelen vermeld, die de gegadigde wil verhandelen. De betrokkene wordt daarvan een schriftelijk bewijs verstrekt.
De inschrijving op grond van het voorgaande lid wordt doorgehaald zodra inschrijving op de in artikel 12, lid 2, bedoelde lijst kan plaatsvinden. Het feitelijk gebruik van rechten, die uit inschrijving op bedoelde lijst voortvloeien, blijft uitgesloten, zolang de aanspraken als bedoeld in artikel 13, lid 3, bestaan.
Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen, is vereist, dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en aantoont:
dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade. Betrokkene dient burgemeester en wethouders jaarlijks het bewijs te overleggen, dat de door hem terzake verschuldigde premie is voldaan.
Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of de groep van artikelen als bedoeld in lid 1, onder b, vermeld.
Bij de toewijzing van vaste plaatsen, waartoe op gezette tijden doch tenminste eenmaal per jaar wordt overgegaan, komen daarvoor allereerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen, die aan burgemeester en wethouders de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen, zulks in de volgorde, waarin zij op de in artikel 12, lid 2, bedoelde lijst zijn ingeschreven.
De vergunning voor een vaste plaats wordt eveneens ingetrokken van degene, die, na het bereiken van de 70-jarige leeftijd, gedurende een tijdvak van vierentwintig achtereenvolgende maanden van het recht op het innemen van een vaste plaats persoonlijk geen of nagenoeg geen gebruik heeft kunnen maken.
Bij het overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning voor de vaste plaats overgeschreven op de overblijvende echtgenoot, indien een daartoe strekkend verzoek binnen één maand na het overlijden bij burgemeester en wethouders wordt ingediend.
Indien de aanvrager, bedoeld in de vorige alinea, vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt wordt de vergunning voor die plaats ingetrokken. De inschrijving op de lijst bedoeld in artikel 12, lid 2, wordt dienovereenkomstig gewijzigd.
Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient aanvrager op de in artikel 10, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Toewijzing van dagplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning op het in artikel 15, lid 1, genoemde tijdstip, in volgorde van de datum van inschrijving van deze lijst.
De inschrijving op de in artikel 10, lid 1, bedoelde lijst van gegadigden voor een standplaats wordt doorgehaald:
Tot de loting voor een vergunning voor een standwerkersplaats kunnen slechts worden toegelaten marktkooplieden, die handelingsbekwaam zijn en aantonen, dat zij voldoen aan de in artikel 11, lid 1, sub a en c, gestelde eisen, met dien verstande, dat allereerst tot de loting worden toegelaten:
a. door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerde personen, van wie is gebleken, dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden;
dat eerst nadien tot de loting worden toegelaten:
b. andere marktkooplieden, die door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerd zijn of in het bezit zijn van een geldig voorlopig standwerkersbewijs en ten aanzien van wie niet gebleken is, dat zij op een standwerkersplaats niet daadwerkelijk actief zijn als standwerker.
Standwerkers, die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats loten en gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden.
De betrokkenen dienen zulks vóór de loting aan burgemeester en wethouders kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.
Vergunninghouders van vaste plaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten alsmede degenen, die op de in artikel 10, lid 1,bedoelde lijst staan ingeschreven en die zich om dezelfde reden niet ter markt kunnen melden, dienen burgemeester en wethouders daarvan in kennis te stellen.
De in artikel 14, lid 1, onder d, vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste plaats teneinde de vergunning voor de vaste plaats te behouden, blijft per kalenderjaar ten hoogste vier marktdagen buiten werking, indien de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het in lid 1 genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.
Het is verboden rij- en voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, die door burgemeester en wethouders is aangewezen.
Vergunninghouders, aan wie tevens vergunning is verleend tot de verkoop van eet- en drinkwaren, zijn verplicht, onverminderd het bepaalde in de warenwetgeving, hun goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.
Degene, die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn belemmert, danwel direkt of indirekt de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, danwel op een hem toegewezen standwerkersplaats niet als standwerker aktief is, kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 35 en 36 door burgemeester en wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.
Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken of de inschrijving op de in artikel 10, lid 1, bedoelde lijst doorhalen, danwel de standplaatsvergunning telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen intrekken, indien:
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4, 5, 6, 24, 26 en 33 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste 2 maanden.
Aldus vastgesteld in de oppnbare vergadering
van de raad van de gemeente Hefshuizen
(Eemsmond), gehouden op 16 december 1991.
De raad voornoemd,
, voorzitter.
, secretaris.
Nota-toelichting Artikelsgewijze toelichting
Ter bevordering van de duidelijkheid zijn in het eerste artikel definities gegeven van de meeste in de verordening gebruikte algemene begrippen.
Met nadruk wordt erop gewezen, dat slechts dringende redenen tot het verplaatsen van de markt mogen leiden.
Uiteraard dienen zowel de kooplieden als het publiek vroegtijdig in kennis te worden gesteld als een marktverplaatsing onvermijdelijk is.
Het aantal kooplieden dat een plaats op de markt moet innemen behoort dusdanig te zijn, dat er enerzijds een gezonde concurrentie bestaat en dat anderzijds de kooplieden een redelijke omzet op de markt kunnen behalen. Uit dien hoofde zullen burgemeester en wethouders het totaal op de markt toe te laten kooplieden aan een maximum moeten binden; dit maximum behoort te worden vastgesteld in overleg met de instanties welke de belangen van de ambulante handel behartigen, waarbij uiteraard de belangen van de burgerij niet uit het oog mogen worden verloren.
Het tweede lid van dit artikel schept de mogelijkheid een beperkt aantal kooplieden voor alle of voor een aantal branches toe te laten. Op deze wijze kan bereikt worden, dat op de markt een zo groot mogelijke verscheidenheid aan branches aanwezig is en kan voorkomen worden, dat teveel kooplieden van één artikelengroep op de markt optreden.
Gedurende de tijd dat het betreffende terrein is aangewezen als markt, valt het niet meer aan te merken als openbare weg in de zin van artikel 1 der Wegenverkeerswet.
Ten onrechte geparkeerde auto's kunnen - op kosten van de eigenaren – van het marktterrein worden verwijderd nog vóór de eigenlijke opbouw van de markt.
Voorwaarde is wel dat de tijden waarop het terrein beschikbaar moet zijn ten behoeve van de markt, duidelijk worden meegedeeld.
Ter verkrijging van de nodige uniformiteit op een warenmarkt is het gewenst het plaatsen van marktkramen aan een vergunning te binden.
De verordening gaat ervan uit, dat in principe alle plaatsen op een warenmarkt als vaste plaatsen worden toegewezen, zulks met uitzondering van standwerkersplaatsen.
Het toewijzen van een standplaats is in feite het verlenen van een vergunning tot het innemen van een standplaats.
Voor het goed funktioneren van de markt is een deugdelijke registratie van de marktkooplieden noodzakelijk. Deze registratie dient te geschieden zodra zij zich voor de eerste maal als gegadigde voor een plaats melden.
Aangezien van het begin af aan moet vaststaan welke artikelen de marktkooplieden op hun plaats mogen verkopen, dient zulks bij de registratie te worden vermeld. Om de koopman de nodige rechtszekerheid te verschaffen is het gewenst, dat hij van zijn inschrijving op de wachtlijst als gegadigde voor een plaats een schriftelijk bewijs krijgt.
De bepalingen in de leden 3 en volgende maken een beperkte mate van "erfopvolging" mogelijk, zonder dat deze opvolging kan worden beschouwd als een vermogenbestanddeel.
Voornamelijk ter bescherming van de bonafide ambulante handelaar is in dit artikel een aantal voorwaarden opgenomen, waaraan een marktkoopman dient te voldoen om voor een vaste plaats in aanmerking te kunnen komen.
Lid 4 is opgenomen aangezien in de loop der jaren een niet onaanzienlijk aantal marktkooplieden als rechtsvorm voor hun onderneming de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid heeft gekozen.
Een strikte toepassing van de in het eerste lid van artikel 11 opgenomen eisen betekent dat iemand, die niet zelf als ondernemer, maar als vertegenwoordiger van een rechtspersoon op de markt wil opereren, niet voor een plaats in aanmerking kan komen. Daar hij geen zelfstandig ondernemer is, kan hij immers niet aan de eisen voldoen.
Deze situatie is ongewenst, aangezien zowel een natuurlijk persoon die namens een rechtspersoon de markthandel wil uitoefenen, als ook de rechtspersoon, niet voor een plaats in aanmerking kan komen. Door deze bepaling wordt de mogelijkheid voor deze categorie van bedrijven opengesteld, zonder het met de bepaling in het eerste lid geoogde doel te frustreren.
Om aan de houders van vaste plaatsen de nodige rechtszekerheid te verschaffen is het gewenst hun een vergunning voor die plaats te verstrekken, zodat blijkt dat zij hun plaats rechtens bezetten.
Dit artikel regelt de toewijzing van vaste plaatsen op een warenmarkt, welke toewijzing periodiek behoort te geschieden. Aangezien niet alle standplaatsen dezelfde mogelijkheden bieden, is het vanzelfsprekend dat in eerste aanleg aan vergunninghouders van een vaste standplaats de gelegenheid wordt geboden een naar hun oordeel betere standplaats te verkrijgen. Na hen kunnen de overige gegadigden voor een standplaats in de gelegenheid worden gesteld een keuze te doen uit de dan nog beschikbare plaatsen. De volgorde van inschrijving op de lijst, bedoeld in artikel 11van deze verordening is hierbij bepalend.
Indien burgemeester en wethouders toepassing hebben gegeven aan het bepaalde in het tweede lid van artikel 3van deze verordening, zal bij de toewijzing van vaste plaatsen met de door hen vastgestelde branche-indeling rekening dienen te worden gehouden.
Voor de noodzakelijke continuïteit in de bezetting van de marktplaatsen is het van groot belang vergunninghouders van vaste plaatsen aan een verschijningsplicht te binden. Om deze reden is in het eerste lid onder d. bepaald, dat de vergunninghouder die zijn vaste plaats niet tenminste éénmaal per twee weken en tenminste negen maal per kwartaal inneemt, zijn recht op deze plaats verliest, hetgeen wil zeggen dat zijn vergunning wordt ingetrokken.
Het is duidelijk dat over een vaste plaats beschikt moet kunnen worden ten gunste van een andere koopman, indien de rechthebbende op de plaats de markt op een bepaalde dag niet bezoekt.
Uit dien hoofde verdient het aanbeveling te bepalen, dat de vaste plaats uiterlijk op het tijdstip van aanvang van de markt ingenomen moet zijn.
Ook hier is weer sprake van het afgeven van een vergunning; dit kan natuurlijk ook mondeling (bv door de marktmeester).
Uiteraard dient, indien voor de markt een indeling naar branches is vastgesteld, daarmee bij het toewijzen van dagplaatsen rekening te worden gehouden.
Hier zijn de redenen aangegeven, wanneer afvoering van de zogenaamde wachtlijst plaatsvindt.
Alhoewel het optreden van standwerkers op de markten in onze gemeente zeer uitzonderlijk is, lijkt het toch gewenst in deze verordening een bepaling terzake op ie nemen. Deze groep kooplieden heeft een eigen wijze van werken. Bij de benadering van het publiek treden zij geheel anders op dan de zogenaamde "stille kramers". Vooral ook omdat het werkterrein van de standwerkers zich over het gehele land uitstrekt, is het voorts wel dringend gewenst, dat de regels ter zake van de toewijzing van de plaatsen aan deze bijzondere categorie kooplieden op alle markten in Nederland zoveel mogelijk gelijkluidend zijn.
In artikel 19 is bepaald dat de vergunninghouder in principe verplicht is zelf op zijn standplaats aanwezig te zijn. De uitzonderingen op dit beginsel zijn geregeld in artikel 20 (verhindering wegens ziekte), in artikel 21 (verhindering wegens vakantie) en in artikel 22 (verhindering wegens andere bijzondere omstandigheden). Deze regelingen behoeven geen nadere toelichting. In elk van deze gevallen kunnen burgemeester en wethouders aan een houder van een vaste plaats toestaan zich op zijn plaats te laten vervangen. Voor de goede gang van zaken op de markt en in het belang van een verantwoorde administratie, is het wel noodzakelijk dat de marktbeheerder van elke verhindering tot marktbezoek zo tijdig mogelijk op de hoogte wordt gesteld.
Op grond van het bepaalde in dit artikel kunnen burgemeester en wethouders aan politieke partijen en groeperingen met een ideëel oogmerk toestaan standplaats op de markt in te nemen; met name rond verkiezingen komen zeer frequent aanvragen voor een standplaats binnen. De vaste standplaatshouders kunnen echter zondermeer hun eigen plaats blijven bezetten.
Het moet zondermeer duidelijk worden geacht dat het in het algemeen, in het belang van de orde op de markt, de vergunninghouders niet kan worden toegestaan de markt op willekeurige, vóór de sluitingstijd gelegen, momenten te verlaten.
Dit artikel geeft algemene aanwijzingen aan de marktkooplieden ten aanzien van bezetting van de standplaats, van de verkooptijden, van de verkoopruimte, van de opstal waarvan verkocht mag worden, van de te verkopen artikelen en van de plaats waar de koopman zich tijdens de markttijden behoort te bevinden.
Het behoeft geen betoog, dat het voor het aanzien van de warenmarkten dringend noodzakelijk is, dat de kooplieden er zorg voor dragen dat de terreinen tijdens de markttijd schoon worden gehouden en dat zij na de markttijd schoon worden opgeleverd.
Veelal wordt gebruik gemaakt gecomprimeerd gas in flessen; ook voor andere doeleinden dan het ter plaatse voor de consumptie gereed maken van waren, worden gasflessen gebruik. Het is duidelijk, dat hierbij gevaarlijke situaties kunnen ontstaan en het is derhalve dan ook gewenst het gebruik van deze gasflessen aan voorwaarden te binden.
Dit artikel is opgenomen om zoveel mogelijk te voorkomen, dat de markt wordt vervuild door zakjes en servetjes, waarin kleine eetwaren, die ter plaatse genuttigd plegen te worden, op de markt worden verkocht.
Het tweede lid is opgenomen om te voorkomen dat kooplieden op minder hygiënische wijze hun waren uitstallen.
Dit artikel is opgenomen om te voorkomen dat kooplieden ondeugdelijke meet- of weegwerktuigen gebruiken.
Weliswaar zullen bepaalde overtredingen ook door andere instanties kunnen worden gekonstateerd, doch het algemeen marktbelang vergt een snel en doelmatig optreden. Dit wordt mogelijk gemaakt door de sancties die in de artikelen 34 en 35 zijn gesteld op het niet nakomen van deze voorschriften.
De verkoop van waren op een markt dient uitsluitend te geschieden door de marktkooplieden aan wie door burgemeester en wethouders vergunning daarvoor is verleend. Iedere andere wijze van verkopen op markten behoort verboden te zijn. Een uitzondering op deze regel kan worden gemaakt door degenen, die de kooplieden van koffie, soepen, e.d. voorzien.
Tegen overtredingen van de in deze verordening opgenomen bepalingen, alsmede tegen handelingen die de orde op de markt op enigerlei wijze kunnen verstoren, verdient voor wat de marktkooplieden betreft een administratieve afhandeling de voorkeur. Verwacht mag worden dat van de bepalingen, opgenomen in de artikelen 34 en 35, een sterk preventieve werking zal uitgaan.
Alleen met betrekking tot de voorschriften die ook door niet-kooplieden kunnen worden overtreden, zijn in artikel 36 strafbepalingen opgenomen. In het algemeen gesproken zal hier slechts in uitzonderingsgevallen gebruik van behoeven te worden gemaakt.