Organisatie | Geldrop-Mierlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren |
Citeertitel | Parkeerverordening 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-01-2006 | nieuwe regeling | 22-12-2005 De Trompetter, 03-01-2006 | GM 05.099 |
De raad van de gemeente Geldrop-Mierlo;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2005, nr. GM05.099
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994;
gezien het advies van de Commissie Openbare Werken van 28 november 2005
vast te stellen de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren
Afdeling I Definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994,, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
Afdeling II Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Een vergunning kan in ieder geval worden verleend aan de eigenaar of houder van een voertuig wanneer deze:
een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een voertuig te parkeren (categorie II).
De eigenaar of houder van een voertuig die voldoet aan beide in het tweede lid gestelde voorwaarden wordt, voor wat betreft de eerste aangevraagde vergunning geacht in aanmerking te willen komen voor een zogenaamde bewoners-vergunning, als bedoeld in het tweede lid, onder a., tenzij hij van het tegendeel doet blijken.
Het college van burgemeester en wethouders kan, indien voldoende openbare parkeerruimte beschikbaar is, een vergunning ook verlenen aan iedere bewoner in het gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van zijn of haar bezoek, waarmee een voertuig kan worden geparkeerd in het op de vergunning aangegeven gebied en gedurende de in de vergunningvoorwaarden opgenomen periode.
Afdeling III Verbodsbepalingen
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven, in werking te stellen.