Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Verordening Commissie Beeldende Kunst

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Commissie Beeldende Kunst
CiteertitelVerordening Commissie Beeldende Kunst
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpCultuur, Kunst

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 84 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-10-2003Onbekend

07-10-2003

Gemeenteblad 2003/092

Reg. nr. 03.29328, 7 oktober 2003, Agendapunt nr. 2.1

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Commissie Beeldende Kunst

Burgemeester en wethouders van Nijmegen,

 

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet,

besluiten vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING COMMISSIE BEELDENDE KUNST

Artikel 1 Begripsomschrijving

 

Dit reglement verstaat onder:

  • -

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    de commissie: de Commissie Beeldende Kunst;

  • -

    een opdracht: een van gemeentewege te verstrekken dan wel verstrekte opdracht tot het ontwerpen dan wel uitvoeren van een werk van beeldende kunst.

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

De commissie adviseert aan het college gevraagd en ongevraagd over beeldende kunst in de openbare ruimte voor zover het betreft:

  • a.

    de selectie van kunstenaars die in aanmerking kunnen komen voor een kunstopdracht;

  • b.

    de formulering van een opdracht;

  • c.

    een voorlopig schetsontwerp;

  • d.

    een definitief schetsontwerp;

  • e.

    het al dan niet tot uitvoering laten brengen van een opdracht;

  • f.

    het wijzigen van lopende opdrachten;

  • g.

    het verwijderen dan wel verplaatsen van bestaande kunstwerken.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De commissie bestaat uit vier leden. Drie leden zijn professioneel kunstenaar, werkzaam binnen verschillende richtingen en disciplines in het vakgebied van de beeldende kunst. Het vierde lid is architect.

  • 2.

    Het college benoemt de leden en wijst een van hen als voorzitter aan.

  • 3.

    De leden worden benoemd voor een periode van drie jaar. Zij kunnen na het verstrijken van deze termijn slechts eenmaal voor een aansluitende termijn worden herbenoemd.

  • 4.

    De leden kunnen tussentijds aftreden. Een tussentijdse vacature wordt zo snel mogelijk vervuld.

  • 5.

    Het college wijst een secretaris aan en kan voorts andere ambtenaren aanwijzen voor deskundige ondersteuning van de commissie.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de secretaris in overleg met de voorzitter dit nodig acht. De vergaderingen zijn niet openbaar.

  • 2.

    De bijeenroeping geschiedt door de secretaris door middel van een agenda die de te behandelen onderwerpen bevat. Een niet geagendeerd onderwerp kan besproken worden als alle leden aanwezig zijn en zij daartegen geen bezwaar hebben.

  • 3.

    Besluiten over adviezen kunnen worden genomen indien ten minste drie leden aanwezig zijn.

  • 4.

    De adviezen worden uitgebracht bij meerderheid van stemmen. Als de stemmen staken, brengt de commissie een verdeeld advies uit.

  • 5.

    Een advies aan het college wordt schriftelijk uitgebracht en van een motivering voorzien. Zodra het college over een advies een besluit heeft genomen, is het openbaar.

  • 6.

    De commissie geeft het college desgevraagd inzage in de stukken die betrekking hebben op in voorbereiding zijnde of uitgebrachte adviezen.

  • 7.

    Het college stelt op verzoek een vergaderruimte beschikbaar voor de vergaderingen van de commissie.

Artikel 5 Betrokkenheid bij plan

Een lid dat als opdrachtgever, ontwerper of anderszins bij een door de commissie te beoordelen plan betrokken is, onthoudt zich van medewerking aan de beoordeling daarvan en is niet bij de beraadslaging, beoordeling en advisering in de vergadering aanwezig.

Artikel 6 Verantwoording

De commissie legt eenmaal per twee jaar aan het college verantwoording af van haar werkzaamheden. Zij draagt er zorg voor dat op een door haar te bepalen wijze de verantwoording openbaar wordt gemaakt.

Artikel 7 Honorering en onkostenvergoeding

Op de vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie is de Verordening geldelijke voorzieningen commissieleden van toepassing.

Artikel 8 Inwerkingtreding en werkingsduur

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking en geldt voor onbepaalde tijd.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening Commissie Beeldende Kunst.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2003.

 

 

De burgemeester,

 

G. ter Horst

 

De Secretaris,

 

H. Bekkers

Toelichting

 

Algemeen

Sinds een groot aantal jaren bestaat de Commissie Beeldende Vormgeving. De behoefte bestond om deze commissie op een nieuwe leest te schoeien met een duidelijker taakstelling en bevoegdheden. De onderhavige verordening is bedoeld om die duidelijkheid te verschaffen.

 

De Commissie Beeldende Kunst dient haar taak uit te oefenen in nauwe samenwerking met de Commissie Beeldkwaliteit die onlangs is ingesteld en die de samensmelting is van de Monumentencommissie en de Welstandscommissie. De samenwerking kan worden bereikt door een personele unie tussen de Commissie Beeldende Kunst en de Commissie Beeldkwaliteit in die zin dat één persoon lid is van beide commissies. Er dient bij de benoeming van leden in deze commissies gestreefd te worden naar realisering van deze personele unie.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 2

De commissie wordt bij de uitvoering van haar taken bijgestaan door medewerkers van de gemeentelijke afdeling die belast is met de zorg voor kunst en cultuur. Deze bijstand kan bestaan in het opstellen van agenda's voor vergaderingen, formuleren van opdrachten, contacten met kunstenaars, voorbereiden van collegebesluiten e.d.

 

Artikel 3

De omvang van de commissie is klein gehouden om een werkbare en slagvaardig wijze van werken mogelijk te maken. De leden zijn afkomstig uit de disciplines die voor de taak van de commissie het meest voor de hand liggen.

Het college kan de commissie een of meer ambtenaren toevoegen. Dezen hebben een ondersteunende functie. Zij hebben geen stemrecht.

 

Artikel 4

Er is van afgezien om een minimaal of maximaal aantal vergaderingen per jaar voor te schrijven. Hiermee wordt de slagvaardigheid van de commissie vergroot.

Omdat het om een adviescommissie gaat, waarbij de leden de mogelijkheid moeten hebben in alle vrijheid van gedachten te wisselen en rijpe en onrijpe ideeën te uit te wisselen, zijn de vergaderingen niet openbaar.

De adviezen die de commissie aan het college uitbrengt zijn eerst openbaar wanneer het college er een besluit over heeft genomen.

 

Artikel 5

Om verstrengeling van belangen te voorkomen dienen commissieleden die betrokken zijn bij een door de commissie te beoordelen plan zich terug te trekken als het gaat om de beraadslaging, de beoordeling en advisering over dat plan.

 

Artikel 6

Om onnodige belasting van de commissie te voorkomen dient zij eenmaal per twee jaren verantwoording af te leggen van haar activiteiten. De wijze waarop dit gebeurt bepaalt de commissie zelf, tenzij het college bepaalde wensen over of aanwijzingen voor de wijze van verantwoorden geeft.

Hoe de verantwoording openbaar gemaakt wordt is ter beoordeling van de commissie. Dit kan in druk geschieden, maar plaatsing op de gemeentelijk website of een eigen website behoort tot de mogelijkheden.

 

Artikelen 7, 8 en 9

De tekst van deze artikelen spreekt voor zich zelf.