Organisatie | Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Referendum Nijmegen |
Citeertitel | Referendumverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | referendum |
Geen
Gemeentewet, artikelen 84, 147 en 156
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-01-2005 | 01-01-2021 | Aanpassing | 15-12-2004 Gemeenteblad 2011/033 | Raadsvoorstel 169/2004 |
De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 15 december 2004
Gelezen het voorstel van het college van 2 november 2004;
Gelet op de Gemeentewet, in het bijzonder de artikelen 84, 147 en 156;
De referendumverordening, vastgesteld bij besluit van 10 mei 2000 (nadien gewijzigd) te wijzigen zodat zij komt te luiden als volgt:
Hoofdstuk II: Het volksinitatief
Artikel 5. Verzoek, handtekeningen
Indien het verzoek wordt ondersteund door een aantal kiezers dat ten minste gelijk is aan de kiesdeler bij de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen en het geen uitgezonderd onderwerp betreft als bedoeld in artikel 4, beslist de raad binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek of een volksinitiatief wordt gehouden, alsmede in het bevestigende geval over het onderwerp, de vraagstelling en de datum van het volksinitiatief.
Hoofdstuk III: Het correctief referendum
Indien de raad besluit dat over het voorgenomen besluit een referendum kan worden gehouden, neemt hij tegelijk met het eigenlijke besluit, het besluit om de in werking treding en uitvoering van dit besluit op te schorten totdat een beslissing naar aanleiding van het te houden referendum is genomen, respectievelijk totdat een besluit is genomen als bedoeld in artikel 7, zevende lid.
Tegelijk besluit hij de kiezers in de gelegenheid te stellen een definitief verzoek in te dienen als bedoeld in artikel 7.
Hoofdstuk V: De voorbereiding en de organisatie van een referendum
Artikel 10. Evenwichtige voorlichting
Het college draagt zorg voor voldoende en evenwichtige voorlichting aan de burgers zowel in het kader van een verzoek tot het houden van een volksinitiatief en in de fase waarin kiezers in de gelegenheid zijn om een definitief verzoek in te dienen als bedoeld in artikel 7, als in het kader van de voorbereiding van het daadwerkelijke referendum
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:
oproepingskaarten of volmachtbewijzen die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of te doen gebruiken, in voorraad heeft;