Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bomenverordening 2005 |
Citeertitel | Bomenverordening 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | 09-10-2013 | art. 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 13, 14 | 24-06-2010 Winterswijkse Weekkrant, 5-7-2010 | 2010, VI-6 sub b | |
18-01-2006 | 01-10-2010 | Nieuwe regeling | 22-12-2005 Winterswijkse Weekkrant, 10-1-2006 | 2005, nr. XII-5 |
De raad van de gemeente Winterswijk;
het uit een oogpunt van deregulering gewenst is het vrijstellingsregime in artikel 2, tweede lid van de Bomenverordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 mei 2003, nr. V-5 , met een aantal boomsoorten uit te breiden, met dien verstande dat de vrijstelling voor deze boomsoorten is beperkt tot erven en tuinen en geldt voor de periode van 1 oktober tot 1 april;
het voorts van belang wordt geacht een aantal artikelen in de Bomenverordening te actualiseren;
het in verband met deze wijzigingen uit praktisch oogpunt aanbeveling verdient om de te wijzigen Bomenverordening volledig in te trekken en een nieuwe Bomenverordening vast te stellen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 2005, nr. XII-5;
In en bij toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
boomwaarde:de door burgemeester en wethouders vastgestelde wijze waarop de waarde van de bomen wordt bepaald; de boomwaarde wordt uitgedrukt in het produkt van de factoren oppervlakte in cm² van de dwarsdoorsnede op 1.30 meter hoogte, de eenheidsprijs per cm², de standplaatswaarde, de conditiewaarde en waarde van de plantwijze (zogenaamde methode Raad);
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:
a. wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voor zover bestaande uit populieren of wilgen, tenzij deze zijn geknot;
b. windschermen om boomgaarden en vruchtbomen behalve hoogstammige vruchtbomen;
c. fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;
e. berken, elzen, wilgen, populieren, coniferen en naaldbomen op erven en in tuinen in de periode van 1 oktober tot 1 april;
f. een houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld;
g. een houtopstand die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en gelegen is buiten een bebouwde kom, tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid met een kleinere oppervlakte dan 10 are vormt ofwel uit een rijbeplanting van maximaal 20 bomen, gerekend over het totale aantal rijen, bestaat;
h. een houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving of last van burgemeester en wethouders, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 7;
i. een houtopstand waarop een aanlegvergunningenstelsel krachtens de Wet op de Ruimtelijke Ordening van toepassing is;
j. een alleenstaande boom waarvan de stam op een hoogte van 1.30 meter boven het maaiveld een omtrek heeft van 65 cm of minder, tenzij zodanige boom is geplant ingevolge een herplantplicht als bedoeld in artikel 7 van deze verordening;
k. een wilg, populier, ceder, douglas berk en fijnspar waarvan de stam op een hoogte van 1.30 meter boven het maaiveld een omtrek heeft van 95 cm of minder, tenzij zodanige boom is geplant ingevolge een herplantplicht als bedoeld in art. 7 van deze verordening.
Wanneer de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het bevoegde gezag een afschrift heeft toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwt het bevoegde gezag dit afschrift mede als een vergunningsaanvraag, voor zover krachtens deze verordening een vergunning vereist is.
De beslissing om een vergunning te verlenen wordt gepubliceerd in een lokaal huis-aan-huisblad.
Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan tevens behoren het voorschrift dat van de vergunning geen gebruik mag worden gemaakt:
- zolang de bezwaartermijn als bedoeld in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht nog niet is verstreken, en
- zolang nog niet is beslist op een eventueel gedurende de bezwaartermijn
ingediend verzoek om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht.
Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan tevens behoren het voorschrift dat van de vergunning pas gebruik mag worden gemaakt, nadat andere te noemen vergunningen, zoals een bouwvergunning of aanlegvergunning, die benodigd zijn voor de uitvoering van een (bouw-)werk ten behoeve waarvan gekapt moet worden, zijn verleend en onherroepelijk geworden.
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, zonder vergunning van burgemeester en wethouders is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegde gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegde gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
De vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd:
a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;
c. indien de aan de vergunning verbonden voorschriften niet zijn of worden nagekomen;
Burgemeester en wethouders delen hun besluit omtrent plaatsing op de lijst van monumentale bomen schriftelijk mede aan de eigenaar en andere zakelijk gerechtigden en voor zover van toepassing, aan degene die om plaatsing heeft verzocht. Besluiten met betrekking tot de lijst van monumentale bomen worden in ieder geval openbaar gemaakt door publicatie in een lokaal dag- en of weekblad.
Overtreding van het bepaalde in de artikelen van deze verordening en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen wordt bestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het bevoegde gezag aangewezen ambtenaren.
Op een verzoek om schadevergoeding krachtens artikel 17 van de Boswet beslist het bevoegde gezag.