Organisatie | Winsum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs 2010 |
Citeertitel | Beleidsregel bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs gemeente Winsum |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De regeling treedt in werking op het moment dat de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Winsum in werking treedt.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2010 | Nieuwe regeling | 09-11-2010 De Wiekslag, 28-12-2010 | Onbekend |
Het college van de gemeente Winsum;
gelet op artikel 117, 134 en 136 van de Wet op het primair onderwijs
gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;
gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;
gezien het gevoerde op overeenstemming gericht overleg met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van de niet door gemeente in stand gehouden scholen in de gemeente;
Artikel 1 Omvang en bekostiging gebruik
De omvang van het door de gemeente bekostigde gebruik van een gymnastiekruimte door een school voor basisonderwijs is gebaseerd op het aantal klokuren per week waarin volgens het activiteitenplan door de school de gymnastiekruimte wordt gebruikt. Voor een basisschool wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het aantal groepen volgens het bepaalde in artikel 14 van het Besluit Bekostiging WPO en de splitsingstabel zoals opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregel.
Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 1,5 klokuur per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder. Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs dat eigenaar is van een gymnastiekruimte ontvangt jaarlijks bekostiging. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in de bijlage bij deze regeling, op basis van de door het betreffende bevoegd gezag ingevolge artikel 38, eerste lid van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs verstrekte gegevens. Het maximaal aantal voor bekostiging in aanmerking komende klokuren wordt op grond van het eerste lid vastgesteld. Wanneer er sprake is van medegebruik van de gymnastiekruimte door een of meer andere scholen voor basisonderwijs wordt voor de bepaling van de hoogte van de vergoeding het aantal klokuren getotaliseerd.
Artikel 2 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van deze regeling betreffende, waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
Het college stelt jaarlijks de in het kader van deze regeling gehanteerde normbedragen voor de klokuurvergoeding bij op basis van de in bijlage IV , deel A van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs opgenomen prijsindexen en systematiek van prijsbijstelling.
Bijlage Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening
Voor een basisschool is het aantal groepen bepalend voor het aantal klokuren gymnastiek. Per groep 6-12-jarigen wordt maximaal 1,5 klokuur gymnastiek vergoed. Het aantal groepen is afhankelijk van het aantal formatieplaatsen. Bij de bepaling van het aantal formatieplaatsen en daarop gebaseerde aantal groepen wordt uitgegaan van de formule en bepalingen zoals vastgelegd in artikel 14 van het Besluit Bekostiging WPO. Dit vloeit voort uit het derde lid van artikel 136 WPO.
Voor het bepalen van het aantal groepen 6-12 jarigen wordt aangesloten bij het normatieve overzicht 'splitsing aantal groepen leerlingen' zoals weergegeven in tabel 1.
Tabel 1 Splitsingstabel aantal groepen leerlingen Deze tabel geeft inzicht in de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen ten behoeve van het onderwijs in de lichamelijke oefening.
Ingevolge artikel 117 en 136 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 115 en 130 van de Wet op de Expertisecentra worden de volgende vergoedingsbedragen voor het gebruik van een gymnastiekzaal vastgesteld. De bedragen bevatten een vergoeding voor onderhoud aan de binnenzijde van het gebouw, de materiële instandhouding alsmede een vergoeding voor vervanging en aanpassing van onderwijsleerpakket en meubilair. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het stichtingsjaar van de gymnastiekaccommodatie en de oppervlakte van de oefenzaal.
De vergoeding bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur.
De bovenstaande normbedragen zijn bijgesteld ten behoeve van de vergoedingen voor 2009. De bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil van 1 juli 2008 en voorzien van het MEV-indexcijfer voor 2009 (3,75% voor onderhoud, eerste inrichting en klokuurvergoeding gymnastiek).
Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening Naast gymnastiek in een eigen lokaal van de school is er tevens gymnastiek mogelijk in een bestaande gymnastiekaccommodatie door middel van medegebruik of huur (van een andere school/de gemeente/een commerciële exploitant). Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op de volgende vergoeding:
Indien een gymnastiekaccommodatie van een commerciële exploitant wordt gebruikt, zal de huurprijs (stichtingskosten + materiële instandhouding) worden vergoed. De huurprijs wordt door de gemeente aan de exploitant voldaan.
Modelbeleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs In deze beleidsregel is de vergoeding voor gymnastiekruimten voor het primair onderwijs nader geregeld. De verlegging per 1 januari 1997 van de geldstroom 'materiële instandhouding gymnastiek' voor het primair onderwijs naar de gemeenten via het Gemeentefonds leidt tot de opdracht aan het college om na overleg met de schoolbesturen voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding het aantal klokuren vast te stellen dat ten hoogste per groep leerlingen voor vergoeding in aanmerking komt (artikel 117 en artikel 136 WPO, artikel 115 en artikel 130 WEC). Deze wettelijke opdracht is nader uitgewerkt in deze beleidsregel. Artikel 1 Omvang en vergoeding gebruik Lid 1
De capaciteit en het gebruik van gymnastiekaccommodaties wordt uitgedrukt in een aantal klokuren onderwijsgebruik
Hiertoe is in het eerste lid bepaald dat het college voor het basisonderwijs ten hoogste 1,5 klokuur gymnastiek per bovenbouwgroep bekostigt. De formulering 'ten hoogste' betekent dat het college ook minder klokuren kan bekostigen wanneer op basis van het activiteitenplan van de school het gebruik van de gymnastiekruimte onder dit niveau ligt. De formulering sluit tevens uit dat het gebruik boven deze norm voor bekostiging van gemeentewege in aanmerking komt. De wijze waarop het aantal groepen, waarvan de omvang van het gebruik wordt afgeleid, vastgesteld wordt, is voor wat betreft het reguliere basisonderwijs neergelegd in artikel 14 van het Besluit bekostiging WPO
Hier wordt de hoogte en wijze van vergoeding geregeld voor het gebruik door het primair onderwijs van gymnastiekruimten die in eigendom zijn van een schoolbestuur van een niet door de gemeente in stand gehouden school. Anders dan voor de gymnastiekruimten die door of vanwege de gemeente beschikbaar zijn voor het onderwijsgebruik, dient in dit geval een vergoeding aan het schoolbestuur te worden verstrekt. Een school voor primair onderwijs welke een gemeentelijke accommodatie gebruikt als gymnastiekruimte krijgt hiervoor geen vergoeding. De gemeente bekostigt immers tot aan het genoemde maximum in lid 1 zelf de exploitatie van dit gebruik. Wanneer een schoolbestuur, niet zijnde de gemeente, eigenaar is van de accommodatie dan dient dit wel een vergoeding te ontvangen teneinde de kosten van het onderwijsgebruik te kunnen dekken.