Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Verordening commissie van onderzoek borging budgetrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening commissie van onderzoek borging budgetrecht
CiteertitelVerordening commissie van onderzoek borging budgetrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpcommissie onderzoek borging budgetrecht, kwaliteit gemeentelijke financiële informatievoorziening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikelen 83 en 147

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-10-200516-03-2016Onbekend

12-10-2005

Gemeenteblad 2005/110

Raadsvoorstelnummer 220/2005

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening commissie van onderzoek borging budgetrecht

De raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in zijn vergadering van 12 oktober 2005,

overwegende dat hij besloten heeft een onderzoek in te stellen naar de kwaliteit van de gemeentelijke financiële informatievoorziening, en met het uitvoeren van dat onderzoek een commissie uit zijn midden te belasten;

gelet op de artikelen 83 en 147 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen een verordening omtrent de instelling, samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie van onderzoek luidend als volgt:

Artikel 1: De commissie

Ingesteld wordt een commissie van onderzoek, hierna te noemen de commissie.

Artikel 2: Taak

De commissie heeft tot taak onderzoek te doen naar de borging van het budgetrecht van de raad in het politiek-bestuurlijke besluitvormingsproces en in de organisatie, aan de raad te rapporteren daarover en daarbij waar nodig te komen met aanbevelingen ter verbetering hiervan.

Artikel 3: Samenstelling

De commissie bestaat uit ten minste zes en ten hoogste negen leden door de raad uit zijn midden te benoemen.

Artikel 4: Duur en beëindiging lidmaatschap; vervulling tussentijdse vacatures
  • 1.

    De leden van de commissie worden benoemd voor de duur van het onderzoek en de behandeling van haar aanbevelingen in de raad.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de commissie kan te allen tijde op eigen verzoek worden beëindigd. Dit verzoek wordt schriftelijk bij de raad ingediend.

  • 3.

    Als een lid van de commissie ophoudt raadslid te zijn, eindigt zijn commissielidmaatschap van rechtswege.

  • 4.

    De raad kan een lid van de commissie bij een met redenen omkleed besluit ontslaan.

  • 5.

    De raad voorziet zo spoedig mogelijk in de ontstane vacatures.

Artikel 5: Voorzitter en secretaris
  • 1.

    De commissie wijst uit haar midden de voorzitter van de commissie en zijn plaatsvervanger aan.

  • 2.

    De commissie wijst uit haar midden een secretaris aan.

  • 3.

    Aan de secretaris wordt een medewerker van de griffie toegevoegd voor het verrichten van de feitelijke werkzaamheden.

  • 4.

    De voorzitter en de secretaris tekenen de uitgaande stukken.

  • 5.

    De commissie kan hen toestaan de ondertekening op te dragen aan de in het derde lid bedoelde medewerker.

Artikel 6: Bevoegdheden
  • 1.

    De commissie is bevoegd bij raadscommissies, bij het college, bij ambtenaren en bij medewerkers van de griffie alle stukken op te vragen die zij nodig oordeelt. De gevraagde stukken worden overgelegd, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

  • 2.

    De commissie is bevoegd leden of gewezen leden van de raad, leden of gewezen leden van het college en ambtenaren of gewezen ambtenaren, en medewerkers of gewezen medewerkers van de griffie uit te nodigen tot het mondeling verstrekken van inlichtingen.

  • 3.

    De commissie is bevoegd externe deskundigen uit te nodigen tot het verstrekken van inlichtingen.

  • 4.

    De commissie is bevoegd onderdelen van het onderzoek op te dragen aan externe adviseurs.

  • 5.

    De in de vorige leden bedoelde verzoeken, uitnodigingen en opdracht geschieden schriftelijk.

Artikel 7: Plan van aanpak en protocol
  • 1.

    Het onderzoek bestaat in elk geval uit de elementen vaststelling normenkader, feitenverzameling, vergelijking van de feitelijke gang van zaken met de normen, en aanbevelingen.

  • 2.

    Zo spoedig mogelijk na haar aantreden stelt de commissie een plan van aanpak voor haar onderzoek op. Dit plan van aanpak bevat in elk geval een aanduiding van de fasen van het onderzoek en de planning daarvan, de vereiste ondersteuning, het benodigde budget en een aanduiding van de onderdelen van het onderzoek die zij wenst uit te besteden.

  • 3.

    Tegelijk met het plan van aanpak stelt de commissie een protocol vast over doel en status van alsmede werkwijze tijdens de door haar te houden interviews, gesprekken en hoorzittingen.

  • 4.

    Zij brengt dit plan van aanpak en dit protocol ter kennis van de raad en het college.

Artikel 8: Verschoningsrecht
  • 1.

    Het college geeft de commissie alle verlangde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

  • 2.

    Niemand is gehouden de commissie te informeren over zaken waaromtrent hem geheimhouding is opgelegd.

  • 3.

    Degene aan wie gevraagd is de commissie informatie te verschaffen kan de commissie verzoeken vertrouwelijkheid te betrachten.

Artikel 9: Vergaderingen
  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of ten minste drie leden dit aan de voorzitter vragen.

  • 2.

    De voorzitter belegt de vergaderingen. Hij draagt er zorg voor dat de oproepingen - spoedeisende gevallen uitgezonderd - ten minste twee dagen voor de vergadering aan de leden worden verzonden.

  • 3.

    De oproepingen vermelden datum, tijd, plaats en te behandelen onderwerpen onder toezending van alle voor die onderwerpen relevante stukken.

Artikel 10: Openbare en besloten bijeenkomsten en vergaderingen; geheimhouding
  • 1.

    Werkbijeenkomsten van de commissie of haar leden zijn niet openbaar.

  • 2.

    Vergaderingen van de commissie waarin aan de orde zijn het vaststellen van openbare besluitenlijsten en verslagen, het vaststellen van het plan van aanpak of van tussentijdse rapportages, zijn openbaar.

  • 3.

    De deuren worden gesloten als ten minste een vijfde deel van de aanwezige leden of de voorzitter dit nodig oordelen.

  • 4.

    Indien de deuren worden gesloten verlaten alle aanwezigen behalve de leden en de in artikel 5 derde lid bedoelde medewerker de vergaderruimte. Als de commissie besluit om besloten te vergaderen beslist zij tevens of en zo ja welke andere dan de in de vorige volzin genoemde personen het besloten deel van de vergadering kunnen bijwonen.

  • 5.

    De commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van aan haar overgelegde stukken geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

  • 6.

    Op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die hij aan de commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat haar heeft opgelegd dan wel de gemeenteraad haar opheft.

  • 7.

    De commissie kan op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen ten aanzien van stukken die zij aan het college, of aan de raad of de leden van de raad overlegt. Het bepaalde in de artikelen 25 en 55 van de Gemeentewet is van toepassing.

  • 8.

    Een stuk waaromtrent geheimhouding is opgelegd wordt niet verspreid, doch ter inzage gelegd bij de secretaris van de commissie.

Artikel 11: Besluitvorming
  • 1.

    Besluiten van de commissie worden genomen bij meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen. De commissie kan slechts besluiten nemen, wanneer meer dan de helft van het aantal zittende leden aanwezig is. Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is en de termijn van advisering het toelaat, kunnen in een opnieuw bijeen te roepen vergadering met dezelfde agenda besluiten genomen worden, ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 2.

    Indien bij het nemen van een besluit door geen van de leden stemming wordt verlangd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 3.

    Bij staken van de stemmen wordt de besluitvorming over het onderwerp uitgesteld tot de eerstvolgende vergadering waarin ten minste de helft van de leden aanwezig is. Staken de stemmen ook in die vergadering dan beslist de stem van de voorzitter. De stem van de voorzitter beslist ook wanneer uitstel van besluitvorming in verband met in acht te nemen termijnen niet mogelijk is.

  • 4.

    De leden stemmen zonder vooringenomenheid en zonder last of ruggespraak.

Artikel 12: Interviews, gesprekken en hoorzittingen
  • 1.

    De in artikel 6, tweede lid bedoelde personen kunnen worden uitgenodigd voor een interview, voor een gesprek of voor een openbare hoorzitting.

  • 2.

    Interviews zijn verkennend en informatief van aard, en worden gehouden door ten minste twee leden van de commissie. Deze interviews zijn niet openbaar.

  • 3.

    Gesprekken zijn gericht op het verdiepen van de kennis van de commissie van feitelijke processen en gegevens, en worden door ten minste drie leden van de commissie gevoerd. Deze gesprekken zijn niet openbaar.

  • 4.

    De commissie kan besluiten tot een of meer openbare hoorzittingen.

Artikel 13: Besluitenlijsten, verslagen van interviews, gesprekken en hoorzittingen.
  • 1.

    Van het in de vergaderingen van de commissie behandelde en de genomen besluiten worden door de secretaris beknopte besluitenlijsten opgesteld. Deze zijn in beginsel openbaar.

  • 2.

    Van gesprekken met uitgenodigde personen en openbare hoorzittingen worden woordelijke verslagen gemaakt. Betrokkenen worden in de gelegenheid gesteld concept verslagen van commentaar te voorzien.

  • 3.

    Van vergaderingen met gesloten deuren en van besloten gesprekken met uitgenodigde personen worden afzonderlijke verslagen opgemaakt, die niet openbaar worden gemaakt.

  • 4.

    Van interviews worden beknopte aantekeningen gemaakt, die niet openbaar worden gemaakt.

Artikel 14: Tussentijdse rapportages

De commissie kan besluiten tussentijds in het openbaar verslag te doen van haar vorderingen en bevindingen.

Artikel 15: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 16: Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie van onderzoek borging budgetrecht.

De voorzitter, mevr. dr. G. ter Horst

De griffier, mevr. drs. T. Jorritsma