Organisatie | Katwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Katwijk 2010 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Katwijk 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Op 16 december 2010 is de verordening van 4 november 2010 ongewijzigd opnieuw vastgesteld. Op 5 juli 2012 is er een wijziging vastgesteld.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-08-2012 | Onbekend | 05-07-2012 Katwijksche Post en Rijnsburger van 2 augustus 2012 | 2012-7838 | ||
01-01-2011 | 03-08-2012 | Onbekend | 16-12-2010 Katwijksche Post en Rijnsburger 23 december 2010 | 2010-020415 |
De raad van de gemeente Katwijk,
gelezen het voorstel van het college;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Katwijk 2010
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaats aan de Kerklaan te Katwijk aan den Rijn, de gemeentelijke begraafplaats Blekerij te Katwijk aan den Rijn, het algemeen gedeelte van de begraafplaats Duinrust te Katwijk aan Zee en de algemene begraafplaats aan de Ringweg te Valkenburg;
b. graf: een zandgraf of keldergraf;
c. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;
d. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
e. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;
f. particulier graf, een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
1. het doen begraven en begraven houden van lijken;
2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
g. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
h. particulier urnenkelder, een kelder waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
i. particulier urnennis: één nis bij de gemeente in beheer, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
j. grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;
k. gedenkteken: steen, zerk of ander monument, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;
l. algemeen onderhoud: onderhoud aan groen, paden en afrasteringen;
m. bouwkundig onderhoud: onderhoud aan gebouwen (zoals baarhuisjes) en overige bouwwerken (zoals urnenmuren);
de administratief beheerder is de ambtenaar die belast is met het administratieve beheer van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt, signaleert tijdig noodzakelijke ruimingen op de begraafplaats, signaleert tijdig noodzakelijke uitbreiding van de begraafplaats en initieert de daarvoor benodigde acties;
o. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een enig recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particulier urnennis;
p. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;
q. strooiveld: ruimte op de begraafplaats waar nabestaanden as kunnen verstrooien en indien aanwezig, op het gedenkmonument een naamplaatje aan kunnen brengen.
Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de administratief beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de administratief beheerder vastgesteld.
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven of as wil doen bijzetten, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de administratief beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de administratief beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de technisch beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de technisch beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de administratief beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de technisch beheerder op te volgen.
Artikel 9 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de minimum grafrusttermijn van 15 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven
Artikel 11 Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen wroden geplaatst in particuliere urnenkelders en urnennissen. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het partuculier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 18 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particulier graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 19 Melding grafbedekking
Artikel 20 Onderhoud door de gemeente
Het college voorziet in het algemeen onderhoud van het terrein van de begraafplaats.
Artikel 21 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker
Het college stelt de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen naar de mening van de technisch beheerder, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen, beplanting of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde, met uitzondering van de beplanting, blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Artikel 22 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de technisch beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de technisch beheerder worden verwijderd.
Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf ontvangen, mits het adres bekend is, ten minste zes maanden en ten hoogste twaalf maanden voor het verstrijken van de termijn van uitgifte van een algemeen graf daarvan een schriftelijke mededeling.
Zij kunnen gedurende deze termijn bij de administratief beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de administratief beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particuliere urnenkelder of particuliere urnennis kan bij de administratief beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.