Organisatie | Elburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | reiniging, afvalstoffen |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-11-2009 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 01-11-2010 Huis aan huis Elburg, 10-11-2010 | Onbekend |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 oktober 2010;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de volgende verordening:
"Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reiniging s rechten 2011".
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.
Artikel 3 Aard van de belasting
Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stbl. 1992, 551).
Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel. Ingeval er meerdere gebruikers staan geregistreerd in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt de aanslag opgelegd aan een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden;
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belastingen worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij de verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de bij wege van aanslag geheven belasting worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval de verschuldigde bedragen van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt dan één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het tweede lid driemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid, of de termijnen die de invorderingsambtenaar vaststelt.
Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen, die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij de verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Artikel 16 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de bij wege van aanslag geheven belasting worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval de verschuldigde bedragen van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt dan één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het tweede lid driemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid, of de termijnen die de invorderingsambtenaar vaststelt.
Bij de invordering wordt geen kwijtschelding verleend voor de heffing zoals opgenomen in de tarieventabel onder hoofdstuk 1, paragraaf 1.1.3 en hoofdstuk 2 alle paragrafen.
Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010” van 23 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.