Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels aanwezigheid leidinggevenden in horecabedrijven |
Citeertitel | Beleidsregels aanwezigheid leidinggevenden in horecabedrijven |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
De eerder vastgestelde beleidsregels d.d. 27 mei 2003 en later aangevuld d.d. 27 januari 2005 komen met ingang van 1 januari 2010 te vervallen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | nieuwe regeling | 30-03-2010 E3-journaal, 07-04-2010 | . |
Deze beleidsregels zien met name op de toepassing van bevoegdheden op grond van de Drank- en Horecawet. Na aanpassing van de APV Venlo en de op grond daarvan verleende exploitatievergunningen geldt dit beleid onverkort op de aanwezigheid van leidinggevenden in horecabedrijven, waarvoor geen vergunning op grond van de Drank- en Horecawet nodig is.
Indien vastgesteld wordt dat geen leidinggevende (zoals vermeld op de vergunning of als bedoeld in het reglement) in de inrichting aanwezig is dan wordt de vergunninghouder gewaarschuwd om de bedrijfsvoering aan te passen. De waarschuwing houdt tevens de aankondiging in dat de vergunning bij ongewijzigde bedrijfsvoering ingetrokken zal worden.
Afwezigheid van een leidinggevende binnen een half jaar nadat vergunninghouder is gewaarschuwd, leidt tot intrekking van de vergunning (op grond van artikel 31, lid 2, onder b, van de Drank- en Horecawet en/of artikel 2:29g, onder e van de APV Venlo).
Het moge duidelijk zijn dat op de horecaondernemer een grote verantwoordelijkheid rust. Aan de beleidsregels zal daarom strikt de hand worden gehouden.
De eis van aanwezigheid van een leidinggevende (die in de vergunning is vermeld) kan ook gevolgen hebben voor de situatie bij overname van een horecabedrijf. Dit betekent immers, dat het bedrijf bij overname niet zonder meer door de nieuwe ondernemer voortgezet kan worden tijdens de behandeling van de vergunningaanvraag. Het horecabedrijf kan enkel uitgeoefend worden op basis van de geldende vergunning. Om te voorkomen dat een bedrijf bij onmiddellijke feitelijke overname gedurende de behandelingstermijn van de vergunningaanvraag gesloten moet blijven geldt het volgende.
Het horecabedrijf mag op basis van de geldende vergunning gedurende de behandeling van de vergunningaanvraag worden voortgezet als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
op het moment van de feitelijke overname dient een ontvankelijke aanvraag om vergunning ingediend en daadwerkelijk ontvangen te zijn. Gebeurt dat op een later tijdstip dan is voortzetting van de exploitatie niet meer mogelijk (de exploitatievergunning op grond van de APV Venlo is dan vervallen) en dient de inrichting gesloten te zijn tot een nieuwe vergunning is verleend;
Het verdient echter de voorkeur om tijdig voor de overname van een bedrijf reeds een aanvraag om vergunning in te dienen, zodat de vergunning overeenstemt met de feitelijke situatie.
De beleidsregels zijn vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Venlo d.d. 30 maart 2010 en treden na publicatie met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2010. De eerder vastgestelde beleidsregels d.d. 27 mei 2003 en later aangevuld d.d. 27 januari 2005 komen hierbij te vervallen.