Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Arcen en Velden 2006 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Arcen en Velden 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
In het kader van de wet ahri komt deze regeling van rechtswege te vervallen indien deze niet voor 1 januari 2012 wordt geharmoniseerd vanwege de gemeentelijke herindeling Arcen/Velden/Venlo per 1 januari 2010
Wet op de lijkbezorging, art. 35
1. Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-06-2006 | 07-10-2010 | nieuwe regeling | 08-06-2006 De Maasdorpen, 25-06-2006 |
Beheersverordening begraafplaatsen 2006
De raad van de gemeente Arcen en Velden,
gelezen het voorstel van het college van Arcen en Velden 2 mei 2006, nr. ...;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Arcen en Velden 2006
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de begraving, bijzetting of verstrooiing, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 16 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 18 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 19 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekendgemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maakt zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 17 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 20 Onderhoud door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Hoofdstuk VI Ruiming van graven en urnengraven
Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.
De rechthebbende op een graf, kan bij de beheerder toestemming vragen om de overblijfselen op eigen verantwoording te doen verzamelen om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een urnengraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Algemene toelichting op de Beheersverordening begraafplaatsen 2006
De Beheersverordening begraafplaatsen is naar aanleiding van de dualisering van het gemeentebestuur herzien. De Beheersverordening begraafplaatsen is verder inhoudelijk hetzelfde gebleven omdat de raad in het dualistisch stelsel de verordenende bevoegdheid heeft gehouden. Uiteraard zijn de verordening en de toelichting daarop wel aangepast aan de Wet dualisering gemeentebestuur en de Aanwijzingen voor de decentrale regelgeving en verdere wetswijzigingen en jurisprudentie die betrekking hebben op de begraafplaats.
1. De verordenende bevoegdheid
1.1 Begraafplaats op grondgebied van de eigen gemeente
In artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verordeningen door de raad worden vastgesteld voorzover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of burgemeester is toegekend. Ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordening die hij in het belang van de gemeente nodig acht. Sinds de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur op 7 maart 2002 zijn in de gemeente de bevoegdheden van de raad en het college ontvlecht. In het kader van de ontvlechting van raad en college zijn de bestuursbevoegdheden van de Gemeentewet geconcentreerd bij het college en zijn de kaderstellende en controlerende bevoegdheden van de raad versterkt.
De grondslag voor de verordenende bevoegdheid voor begraafplaatsen berust op artikel 149 van de Gemeentewet. Daarnaast moet worden genoemd artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging dat een verordening eist voor de dagen en uren dat de gemeente gelegenheid moet geven tot begraven.
2. Gemeentelijk begraafplaatsenbeleid
De Beheersverordening begraafplaatsen bevat verschillende regels die de gemeenten hanteren voor de instandhouding en de dienstverlening op de gemeentelijke begraafplaatsen.Hieronder schenken wij aandacht aan enkele van deze regels.
2.2 Gemeentelijke verantwoordelijkheid en regelgeving
De burgers hebben vaak een emotionele betrokkenheid met de begraafplaatsen en alles wat zich daarop afspeelt. Daarbij stelt de dienstverlening hen voor financiele lasten. Dit maakt het nodig om de rechten en verplichtingen duidelijk vast te leggen. Er is naar gestreefd om overbodige regelgeving te voorkomen en procedures kort te houden. De beheerder van de begraafplaats kan worden aangewezen voor contacten met de burgers voor bijvoorbeeld het in ontvangst nemen van diverse aanvragen.
De verantwoordelijkheid van de gemeente voor de begraafplaats kan worden vergeleken met de verantwoordelijkheid die zij heeft bij de zorg voor andere collectieve voorzieningen zoals wandelgebieden en fietspaden. De verschillende aspecten van de begraafplaatsen vragen in bestuurlijk opzicht om een speciale aanpak.
De beheersverordening geeft het college de bevoegdheid om de graven en urnennissen in te delen in categorieen. Het verdient aanbeveling om daarbij niet in de eerste plaats de verschillende soorten graven als uitgangspunt te nemen, maar zo veel mogelijk aan te sluiten bij de natuurlijke situatie van het park en de daarop aangebrachte beplanting en kunstvoorwerpen. Op deze wijze kan een te strakke en starre inrichting worden voorkomen en behoudt het park zijn aantrekkelijkheid voor veel ingezetenen.
Het is voor nabestaanden, voor uitvaartondernemers, hoveniers en steenhouwers begrijpelijkerwijs gewenst als de overboeking van een grafruimte of de goedkeuring van een grafbedekking snel kan verlopen. Daarom kunnen de aanvragen om grafuitgiften en vergunningen voor grafbedekking volgens dit voorstel het best worden ingediend bij de beheerder van de begraafplaats. Door mandaat van de beslissingsbevoegdheid aan de beheerder kunnen de verzoeken door hem worden behandeld en afgewikkeld onder verantwoordelijkheid van het college.
De positie van hen die kiezen voor een plaats in een graf wordt verbeterd. De nadere regels van burgemeester en wethouders bevatten een aanbod van plaatsen in graven voor 30 jaar. Verder wordt de mogelijkheid om bij ruiming van graven de stoffelijke resten beschikbaar te houden voor herbegraving elders uitdrukkelijk genoemd.
Op de begraafplaatsen moet orde, rust en netheid bestaan. Daarom bevat de verordening gedragsvoorschriften voor hen die van de begraafplaats gebruikmaken. Dit kunnen bezoekers, uitvaartondernemers, hoveniers of steenhouwers zijn. Personen die zich niet gedragen volgens de aanwijzingen van de beheerder, kunnen door hem van de begraafplaats worden verwijderd. Tegen overtreding van de ordevoorschriften is straf bedreigd. De politie kan als gevolg van de strafbedreiging tegen ordeverstoringen optreden en zo nodig proces verbaal opmaken.
Uitdrukkelijk is vastgesteld dat bij opgraving van een lichaam of bij ruiming van een of meer graven alleen de personen aanwezig mogen zijn die met de werkzaamheden zijn belast.
Het gebeurt veelvuldig dat in graven begravingen, bijzettingen of asbezorging plaatsvinden betrekkelijk kort voor het aflopen van de uitgiftetermijn. Daarom is vastgelegd dat in dergelijke gevallen begraving of bijzetting alleen kan plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn. Uiteraard zal die verlenging dan een periode moeten omvatten die de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk maakt aan de wettelijke minimumtermijn voor het ruimen van graven.
2.6 Voorschriften grafbedekking
Het aanzien van begraafplaatsen kan chaotisch worden als elke regelgeving ontbreekt. Het andere uiterste, een strak keurslijf van bepalingen die elke persoonlijke of kunstzinnige uiting aan banden legt of onmogelijk maakt, moet worden voorkomen. Dit model geeft de burgers de nodige vrijheid; het beperkt zich tot het aangeven van de materiaalkeuze, te weten duurzame materialen, en de maximale afmetingen voor grafbedekkingen. Binnen die afmetingen zijn de betrokkenen in beginsel vrij in de vormgeving van de grafbedekking. Dit model beperkt zich tot enige algemene eisen waaraan grafbedekkingen moeten voldoen:
Als er door de rechthebbende geen grafbedekking wordt aangebracht zal wel moeten worden aangeduid dat er een overledene begraven ligt om te voorkomen dat bezoekers ongewild over het graf lopen. Uit een aanduiding bij het graf en de administratie zal voorts moeten blijken welke overledene daar begraven is.
De verordening stelt verplicht dat enkele handelingen van het onderhoud op de begraafplaats zelf van gemeentewege worden verzorgd. De rechthebbende is verplicht het graf, het bijbehorende gedenkteken en de beplanting te onderhouden.