Organisatie | Hilversum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2011 |
Citeertitel | Verordeing Parkeerbelastingen 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 225
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-11-2010 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 10-11-2010 De Gooi en Eembode, 25-11-2010 | Onbekend |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, eerste lid, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:
1e) indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
2e) indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt niet geheven van degene die op basis van het tweede lid, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte dan wel door middel van het werpen van geld in parkeerapparatuur en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op de parkeerapparatuur kennisgegeven. Het college van B en W geeft omtrent een en ander nadere regels.
In afwijking van het tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtigen kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden betaald in één termijn. De termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Artikel 7 Heffing naar tijdsgelang
Indien de belasting voor een parkeervergunning is voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalendermaand en die parkeervergunning voor het verstrijken van dat tijdvak wordt ingetrokken, wordt ontheffing verleend over het aantal nog niet ingetreden volle kalendermaanden van dat tijdvak. De in de vorige volzin bedoelde ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de parkeervergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.
Indien een vergunninghouder als gevolg van maatregelen getroffen door of vanwege het gemeentebestuur voor een tijdvak van ten minste 30 dagen geen gebruik heeft kunnen maken van de verleende vergunning, wordt een evenredig gedeelte van de belasting aan de vergunninghouder op diens verzoek gerestitueerd.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
Tarieventabel, behorende als onderdeel bij de "Verordening Parkeerbelasting 2011"
De belasting als bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen bedraagt:
A. 1. Voor plaatsen bij elke parkeermeter of een parkeerautomaat gelegen in “ het Centrum” zoals aangewezen door het college van burgemeester en wethouders:
B. Voor een vergunning strekkende tot het gebruik van een parkeerplaats voor vergunninghouders, ingericht op de openbare weg:
3. Voor zover de vergunning betreft een bewonersvergunning, een zakelijke vergunning of autodeelvergunning:
In de buitenschil Bloemenkwartier Noord
(gedurende de looptijd van de proef parkeerregulering)
4.Voor zover de vergunning betreft een bewonersvergunning, een zakelijke vergunning of
C. Een kaart strekkende tot het gebruik van een parkeerplaats voorzien van een parkeermeter of automaat op kenteken:
a.Voor één week in het Centrum € 56,85
D. Voor een vergunning voor één dag (etmaal of een gedeelte daarvan) in
het centrum als bedoeld in artikel 10 van de parkeerverordening 2007
(uitsluitend te verkrijgen bij de Parkeerbalie): € 24,20
E. Dagkaart Schil (te verkrijgen uit de ter plaatse staande automaten): € 15,70
Dagkaart Buitenschil en Buitenschil BKN (te verkrijgen uit de ter plaatse staande automaten): € 7,80
F.1. Voor een schrapkaart/chipkaart bedoeld als bezoekersvergunning voor sociaal bezoek voor bewoners tot gebruik van een parkeerplaats voor vergunninghouders, ingericht op de openbare weg per uur parkeren: € 0,65.
G. 1. Vrijwilligersvergunningen bedoeld voor vrijwilligers werkzaam bij een instelling gevestigd in de schil of de buitenschil en buitenschil BKN, tot gebruik van een parkeerplaats voor vergunninghouders, ingericht op de openbare weg, parkeren per uur € 0,65.
H. Zorgvergunningen t.a.v. huisartsen, thuiszorg, verloskundigen en Stichting Dierenambulance Hilversum € 367,40 per jaar.
I. Marktparkeervergunning € 50,80 per jaar.
J. Tijdelijke vergunningen, waarmee tegen (tijdelijke) inlevering van de oorspronkelijke vergunning gebruik gemaakt kan worden van vergunninghouders plaatsen in het gebied waarvoor de oorspronkelijke vergunning is afgegeven, wanneer het motorvoertuig waarvoor de vergunning is afgegeven zich voor reparatie of onderhoud in de garage bevindt en de vergunninghouder in verband daarmee de beschikking heeft over een vervangend motorvoertuig.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 10 november 2010.
De griffier,
K.E. Driehuijs
De voorzitter,
E.C. Bakker
kostenopzet parkeerbelasting 2011
Berekening kosten Naheffingsaanslag
Personeelskosten en organisatiekosten: € 380.000,-
Totaal werkelijke kosten € 1.162.000,-
Aantal te verwachten naheffingen: 20.500 stuks.
Kosten naheffingsaanslag : € 1.162.000 : 20.500 = € 56,68
(Het wettelijk te hanteren tarief bedraagt daarentegen maximaal € 52,- welke ook als zodanig in de Verordening Parkeerbelastingen 2011 is verwerkt)