Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Verordening op het burgerinitiatief

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het burgerinitiatief
CiteertitelVerordening burgerinitiatief
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpburgerinitiatief
Externe bijlageBijlage 1 Handtekeningenformulier Burgerinitiatief

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikelen 108 en 147

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-05-200608-04-2019Onbekend

26-04-2006

Gemeenteblad 2006/058

Raadsvoorstelnummer 88/2006

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het burgerinitiatief

De raad van de gemeente Nijmegen,

 

In zijn vergadering van 22 september 2004,

In overweging nemende dat hij naar aanleiding van een initiatiefvoorstel van het raadslid mevrouw A.M. van Putten in zijn vergadering van 9 juni 2004 heeft besloten tot invoering van het burgerinitiatief;

gezien het voorstel van het college van 20 juli 2004;

gelet op de artikelen 108 en 147 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de navolgende:

Verordening op het burgerinitiatief

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de raad van Nijmegen;

  • b.

    voorzitter: de voorzitter van de raad van Nijmegen;

  • c.

    raadskamer: een raadscommissie als bedoeld in art. 82 van de Gemeentewet;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen;

  • e.

    burgerinitiatief: een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van ingezetenen aan de raad om te beraadslagen en te besluiten over een door hen geformuleerd voorstel over een maatschappelijk initiatief;

  • f.

    ingezetenen: personen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van Nijmegen.

Artikel 2

Ingezetenen van 14 jaar en ouder kunnen een burgerinitiatief indienen.

Artikel 3

Een burgerinitiatief kan niet worden ingediend over de volgende aangelegenheden:

  • a.

    aangelegenheden die niet onder de competentie van de raad vallen;

  • b.

    uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • c.

    gemeentelijke procedures;

  • d.

    gemeentelijke organisatie;

  • e.

    vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting;

  • f.

    gemeentelijke belastingen en tarieven;

  • g.

    besluiten over rechtspositionele regelingen;

  • h.

    benoeming en ontslag van personen en functioneren van personen;

  • i.

    voorstellen van of beleidsvoorbereiding door het college;

  • j.

    handelingen en gedragingen van de burgemeester, de wethouders of ambtenaren waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht;

  • k.

    aangelegenheden waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan;

  • l.

    aangelegenheden waarbij naar het oordeel van de raad het belang van een burgerinitiatief niet opweegt tegen de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving.

Artikel 4
  • 1.

    Een burgerinitiatief moet om in behandeling te kunnen worden genomen, worden ondersteund door ten minste 100 ingezetenen van veertien jaar en ouder.

  • 2.

    De ondersteuning als bedoeld in het vorige lid blijkt uit de plaatsing van een handtekening met vermelding van naam, adres en geboortedatum op een aan het burgerinitiatief gehecht door het college vastgesteld formulier.

Artikel 5
  • 1.

    Het burgerinitiatief moet een voorstel aan de raad bevatten voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een motivering.

  • 2.

    Indien uit realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien wordt daarvan een globale raming gegeven.

  • 3.

    Het burgerinitiatief vermeldt de naam, het adres en de geboortedatum van ten minste één en ten hoogste drie personen die als vertegenwoordiger of vertegenwoordigers van het burgerinitiatief optreden.

Artikel 6
  • 1.

    Een burgerinitiatief moet schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.

  • 2.

    De voorzitter beoordeelt of het initiatief voldoet aan de in artikelen 3, 4 en 5 gestelde eisen.

  • 3.

    De voorzitter brengt het initiatief, onder vermelding van zijn oordeel als bedoeld in het tweede lid, onverwijld ter kennis van de raadsleden en het college, en plaatst het op de agenda van de eerstvolgende vergadering van de raad.

  • 4.

    Als naar het oordeel van de voorzitter sprake is van beletselen als bedoeld in het tweede lid stelt hij de indieners gedurende een termijn van ten hoogste twee weken in de gelegenheid om de gebreken te herstellen.

  • 5.

    De raad beslist of het burgerinitiatief in behandeling wordt genomen. De raad kan zijn besluit uitstellen tot de volgende vergadering.

  • 6.

    Indien het initiatief in behandeling wordt genomen beslist de raad tevens in welke vergadering hij het wil bespreken en legt hij het ter advies voor aan de betreffende raadskamer. De behandeling in de raad vindt niet later plaats dan 3 maanden na ontvangst van het initiatief.

Artikel 7
  • 1.

    Het college wordt ten behoeve van de vergadering van de raadskamer als bedoeld in artikel 6, zesde lid in de gelegenheid gesteld zijn mening omtrent het burgerinitiatief schriftelijk kenbaar te maken.

  • 2.

    Een woordvoerder namens de indieners licht desgewenst tijdens de burgerronde en in de vergadering van de raad het burgerinitiatief mondeling toe.

  • 3.

    De beraadslagingen in de raad over het burgerinitiatief vinden op de gebruikelijke wijze plaats, met dien verstande dat de woordvoerder namens de indieners in beide instanties in kan gaan op de beschouwingen van de leden, alvorens het lid van het college tot wiens portefeuille het desbetreffende onderwerp behoort, ingaat op het betoogde.

  • 4.

    Een burgerinitiatief kan te allen tijde door de indieners worden ingetrokken totdat de besluitvorming door de vergadering heeft plaatsgevonden.

Artikel 8
  • 1.

    De raad stelt de vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 5, derde lid, binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin de besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de reden daarvoor aan.

  • 2.

    Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart en bij welke medewerker van de gemeente Nijmegen de vertegenwoordigers nadere inlichtingen kunnen inwinnen.

Artikel 9

De burgemeester besteedt in het burgerjaarverslag aandacht aan de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 10

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening burgerinitiatief.

De voorzitter, mevr. dr. G. ter Horst

De raadsgriffier, mevr. drs. M.M.V. Jorritsma-Mientjes