Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schiedam

Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchiedam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen
CiteertitelVerordening naamgeving en nummering Schiedam
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaasten vastgesteld op 4 oktober 1999 wordt gelijktijdig ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wet dualisering gemeentebestuur
  3. Delegatiebesluit 20 juni 2005 (nr.80), art. 5

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-10-200720-03-2014Nieuwe regeling

27-09-2007

03102007,Maasstad

03072007,VR2007/107

Tekst van de regeling

Intitulé

De raad van de gemeente Schiedam;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders ;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op de Wet dualisering gemeentebestuur;

met inachtneming van artikel V van het Delegatiebesluit van 20 juni 2005 (nr. 80) ;

besluit:

vast te stellen de Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen (Verordening naamgeving en nummering Schiedam):

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Openbare ruimte: alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouw- en kunstwerken die daar deel van uitmaken.

  • b.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

  • c.

    Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

  • d.

    Complex: een afgebakend samengesteld geheel van onroerende zaken (industriecomplex, ziekenhuiscomplex, recreatiecomplex, agrarisch complex, havencomplex, kantorencomplex enzovoorts).

  • e.

    Afgebakend terrein: een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijk wordt gebruikt.

  • f.

    Ligplaats: een deel van het openbare water dat door het college is aangewezen voor het permanent afmeren van een woonschip of een woonark.

  • g.

    Standplaats: een kavel, die door het college is aangewezen voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of gemeente kunnen worden aangesloten.

  • h.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

  • i.

    Nummer: een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- of cijfercombinatie.

  • j.

    Object: een gebouw, complex, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats.

  • k.

    Rechthebbende: eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder.

  • l.

    Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen vaststellen van delen van de openbare ruimte

  • 1.

    Het college stelt voor het totale gemeentegebied tenminste een naam vast en kan het gebied in wijken of buurten verdelen, zonodig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

  • 2.

    Het college kent voor het totale gemeentegebied namen toe aan te onderscheiden delen van de openbare ruimte en zonodig aan bouw- en kunstwerken.

  • 3.

    Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

  • 4.

    Het college stelt, met betrekking tot het gestelde in het eerste tot en met het derde lid, beleidsregels vast.

Artikel 3 Objecten nummeren

  • 1.

    Het college kan aan een object of een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.

  • 2.

    Aan een object dat een nummer heeft gekregen, moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

  • 3.

    Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

  • 4.

    Het college stelt met betrekking tot het gestelde in het eerste en het derde lid, beleidsregels vast.

Artikel 4 Namen en nummers aanbrengen

  • 1.

    De door het college aan delen van de openbare ruimte toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht als daartoe aanleiding bestaat.

  • 2.

    Het is eenieder die daartoe niet is bevoegd, verboden aan delen van de openbare ruimte namen toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

  • 3.

    Het is eenieder die daartoe niet is bevoegd, verboden aan een onroerende zaak nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

  • 1.

    Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen en verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2.

    De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Nummerborden aanbrengen

  • 1.

    Tenzij door het college anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden aan te brengen op een wijze zoals in artikel 7, eerste lid, is bepaald.

  • 2.

    De rechthebbende is verplicht het in het eerste lid genoemde nummer binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college aan te brengen.

  • 3.

    Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 4.

    Het college kan de in het tweede en derde lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

  • 1.

    Het college stelt nadere technische uitvoeringsvoorschriften vast voor de wijze van nummeren, de afmetingen, constructie, kleursoort en eigenschappen, alsmede de plaatsing van borden.

  • 2.

    Het college stelt, met het oog op het (inter)bestuurlijk en maatschappelijk belang van een systematische registratie van door haar uitgegeven namen en nummers, nadere administratief-organisatorische voorschriften vast.

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders of de burgemeester aangewezen personen.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    De Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen vastgesteld op 4 oktober 1999 (nr. 95), nadien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop de Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen in werking treedt.

Artikel 10 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Namen en nummers die op grond van de in artikel 9, tweede lid verordening aan delen van de openbare ruimte en objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • 2.

    Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde verordening aangebrachte namen en nummers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

  • 3.

    Bij het wijzigen van een naam of nummer, als bedoeld in het tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe nummer gedurende een jaar mogen worden gebruikt op de wijze die bepaald is in de uitvoeringsvoorschriften, bedoeld in artikel 7, eerste lid.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening naamgeving en nummering Schiedam’.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van de griffier,

J.Gordijn

de voorzitter,

W.M. Verver-Aartsen