Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venlo

Algemene regels incidentele standplaatsen en ventvergunningen 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene regels incidentele standplaatsen en ventvergunningen 2010
CiteertitelAlgemene regels incidentele standplaatsen en ventvergunningen 2010
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op 1 januari 2010 vervallen de beleidsregels venten en incidentele standplaatsen, vastgesteld door de gemeente Venlo d.d. 22 november 2005 en zoals nadien gewijzigd bij notitie d.d. 31 oktober 2007.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening Venlo / APV Venlo, artt. 5:14 t/m 5:20

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2011nieuwe regeling

19-01-2010

E3-journaal, 27-01-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene regels incidentele standplaatsen en ventvergunningen 2010

 

 

Inleiding

Gelet op de herindeling van de gemeente Venlo met de gemeente Arcen en Velden per 1 januari 2010 en de invoering van de lex silencio positivo dient het incidentele standplaatsenbeleid en het ventbeleid aangepast te worden.

De gemeente Arcen en Velden had geen beleid op deze beleidsterreinen. Het beleid van de gemeente Venlo zal derhalve worden overgenomen voor de nieuwe gemeente. Voor beide vergunningstelsels is tevens voorgesteld de lex silencio positivo (vergunning van rechtswege bij niet tijdig beslissen) door de raad van toepassing te laten verklaren.

Bij het niet tijdig beslissen op een aanvraag incidentele standplaats- of ventvergunning, dat wil zeggen binnen 8 weken, eenmaal te verlengen met 8 weken middels een vertragingsbericht op grond van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de lex silencio positivo van toepassing. Er ontstaat dan een vergunning van rechtswege. Deze vergunning van rechtswege dient binnen twee weken gepubliceerd te worden. Wordt dat nagelaten dan kan het bestuursorgaan dwangsommen verbeuren. In deze vergunning van rechtswege worden onderstaande voorwaarden en bepalingen opgenomen te zijn geacht.

Hoewel de ruimte om lokaal (economisch) beleid met betrekking tot deze vorm van ambulante handel te voeren beperkt is, is het uit oogpunt van openbare orde belangrijk toch regulerend te kunnen optreden.

Een beleid voor vaste standplaatsen is begin 2010 separaat vastgesteld en bekendgemaakt.

Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat dit beleid ook geen betrekking heeft op de markten in deze gemeente. Op de markten is een ander juridisch regime van toepassing.

Algemeen

Voor de begripsvorming volgen hieronder enkele definities.

Onder een standplaats wordt verstaan:

  • -

    met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden;

  • -

    anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek.

Deze standplaatsen kunnen worden onderscheiden in:

  • -

    vaste standplaats: een standplaats die voor één of meer vaste dagdelen van de week voor onbepaalde duur wordt toegewezen.

  • -

    incidentele standplaats: een standplaats die voor bepaalde tijd, met een maximum van dertien weken wordt toegewezen, ten behoeve van de verkoop van o.a. seizoensgebonden artikelen. Of er sprake is van seizoensgebonden artikelen is ter beoordeling van burgemeester en wethouders (bijv. kerstbomen, oliebollen, wafels e.d.).

In deze notitie wordt alleen gesproken over incidentele standplaatsen. Voor wat betreft vaste standplaatsen wordt/is in 2010 een apart beleid vastgesteld en bekendgemaakt.

Onder venten wordt verstaan: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis.

Onder het ventverbod vallen niet:

  • a.

    het aan huis afleveren van goederen door of vanwege degene die dit doet ter exploitatie van zijn winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet;

  • b.

    het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet;

  • c.

    het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op een standplaats als bedoeld in artikel 5:17;

  • d.

    het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.

Uitgangspunten

Bij de bepaling van standplaatslocaties en de nadere regelgeving inzake de ambulante handel dient met diverse belangen rekening te worden gehouden.

Door de ambulante handel kan een bijdrage geleverd worden aan een optimaal voorzieningenniveau en aan een verlevendiging (maar ook verstoring) van het straatbeeld. De zorg voor de kwaliteit van de openbare ruimte leidt echter steeds meer tot het besef dat op meerdere locaties standplaatsen niet als een sieraad voor de gemeente worden beleefd en dat diverse standplaatsen geen toegevoegde waarde voor het geheel vormen.

De afdeling is dan ook van mening, dat het aanzien van pleinen en wegen is gebaat met een zorgvuldig gebruik van de aanwezige ruimte.

Met een vastgesteld beleid kan de kwaliteit van de openbare ruimte beter worden bewaakt, overlast kan worden voorkomen en de verkeersvrijheid- en veiligheid worden bevorderd.

Daarnaast zal een financiële vergoeding worden gevraagd voor het innemen van een standplaats.

Juridisch kader

Het juridisch kader voor de beoordeling van aanvragen voor standplaats- en ventvergunningen wordt op dit moment gevormd door de artikelen 5:14 tot en met 5:20 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo 2010 en het beleid voor incidentele standplaatsen en venten.

De strekking van de APV-artikelen is, dat het behoudens vergunning van het college niet is toegestaan standplaats in te nemen dan wel te venten. Tevens wordt omschreven wanneer een standplaats of ventvergunning kan worden geweigerd. De artikelen 1:8, 5:15 lid 2 en 5:18 leden 2 en 3 APV 2010 bevatten daartoe een limitatieve opsomming van de weigeringsgronden. Voor het overige, bijvoorbeeld ten aanzien van het uiterlijk aanzien van de kraam waarmee standplaats kan worden ingenomen, vereisten voor het verkrijgen van een vergunning etc., zijn in de APV geen regels opgenomen. De APV biedt derhalve te weinig houvast om selectief om te gaan met aanvragen om vergunningen.

Voorgesteld wordt om het juridisch kader voor de ambulante handel te laten vormen door deze algemene regels incidentele standplaatsen en ventvergunningen.

Incidentele standplaatsen

Vergunningen voor het innemen van tijdelijke standplaatsen worden op grond van het “oude” Venlose beleid verleend aan winkeliersverenigingen ten behoeve van evenementen/activiteiten ter verlevendiging van de stad.

Tevens wordt een tijdelijke vergunning voor maximaal de maanden oktober, november en december verleend voor:

  • -

    indien de verkoop geschiedt vanaf het eigen (parkeer)terrein;

  • -

    de verkoop beperkt is tot één gebakkraam (seizoensgebonden: oliebollen, wafels, enz.). Voor meer of andere zaken wordt in principe geen vergunning verleend;

  • -

    in afwijking van de toegelaten maanden, kan indien sprake is van een belangrijke gebeurtenis zoals een opening of jubileum, vergunning worden verleend voor een periode van maximaal 3 weken.

Met deze algemene regels wil het college in hoofdzaak wildgroei voorkomen en geen afbreuk doen aan het uitgangspunt dat verkoop van goederen zoveel als mogelijk dient te geschieden vanuit gebouwen. De (beleids)regels laten onverlet de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders, een tijdelijke standplaatsvergunning toch te weigeren omdat een andere weigeringsgrond hiertoe noopt bijvoorbeeld de verkeersveiligheid.

Venten

Met betrekking tot het venten is de beleidsruimte zeer eng. Men kan slechts regelen:

  • -

    het vaststellen van een maximum aantal af te geven vergunningen;

  • -

    het – onder voorwaarden – vaststellen van het aantal vergunningen per branche, zonder daarbij branches te mogen uitsluiten;

  • -

    het aanwijzen van de tijdstippen waarop deze worden bezet.

Venten is een vorm van “mobiele” verkoop. Het is niet toegestaan langere tijd achtereen verkoop te plegen vanaf dezelfde locatie, want dan is er sprake van het innemen van een standplaats. Bij het toestaan van veel venters op één dag, is gevaar voor de verstoring van de openbare orde aanwezig. Immers het venten brengt verschillende neveneffecten met zich mee. Venters proberen de aandacht van de klanten te trekken door bijvoorbeeld te toeteren of te bellen, dan wel huis-aan-huis aan te bellen.

Dit kan hinder opleveren voor zowel de bewoners als voor het verkeer. Voor de bewoners vanwege het verstoren van de rust door het aandacht trekken en voor het verkeer door het regelmatig stoppen en/of keren van ventwagens.

Uitgangspunten voor de afgifte van (jaar)vergunningen kunnen zijn:

  • -

    niet meer dan een maximum aantal venters op dezelfde dag per stadsdeel;

  • -

    slechts een maximum aantal venters per branche per stadsdeel;

  • -

    per venter kan slechts vergunning worden verleend voor een maximaal aantal dagen per week;

Gelet op het aantal inwoners van de gemeente en op basis van het huidige bestand wordt voorgesteld geen maximum voor het venten vast te stellen.

In de afgelopen jaren werden vergunningen verstrekt voor de volgende categorieën: schepijs en verpakt ijs, consumptie-ijs, frisdrank, mini-pizza’s en belegde broodjes, wens- en kerstkaarten, aardappelen, groente en fruit, bloemen, kamerplanten en bijbehorende potten, sierteeltproducten, zijden bloemen, speelgoed, textiel, bioscoopbonnen/promotie. Dit heeft niet tot grote problemen geleid en een veel hoger aantal aanvragen wordt niet voorzien.

Aan het stellen van een maximum aan het aantal venters per stadsdeel is eveneens op dit moment geen behoefte c.q. aanleiding evenals aan het maximaal aantal dagen per week.

Vanwege de weersafhankelijkheid van het product ijs kunnen hiervoor vergunningen worden afgegeven die gelden voor zeven dagen per week.

Uiteraard dienen de venters zich te houden aan de beperkingen, die de verkeerswetgeving kent, zoals bijvoorbeeld het verbod om op bepaalde plaatsen te stoppen.

Ook mogen venters zich niet in de centra van de stadsdelen van Arcen, Velden, Venlo, Blerick en Tegelen ophouden.

Dit geldt voor stadsdeel Venlo in het gedeelte begrensd door de Maaskade, Havenkade, Prinsessesingel, Koninginnesingel, Keulsepoort, Parade, Grote Kerkstraat, Geldersepoort en Bolwaterstraat, deze straten mede inbegrepen. Verder is het verboden te venten aan de toegangswegen naar de Kaldenkerkergrens en de Herungergrens, alsmede in de directe omgeving van het Mgr. Nolensplein, inbegrepen de straten, die het plein omsluiten en de toegangswegen tot dit plein.

Voor wat betreft stadsdeel Tegelen mag niet worden gevent in het gedeelte begrensd door de Kerkstraat, In de Beeten, Bongerdstraat, Grotestraat tot en met Plein 1817, het Wilhelminaplein, de Raadhuislaan en de Gasthuisstraat, deze straten mede inbegrepen.

Voor stadsdeel Blerick geldt de begrenzing voor de straten Pontanusstraat, Laurentiusstraat, Witherenstraat, Ruijsstraat, van Bornestraat, Urbanusstraat, 1e Gr. van Loonstraat en de Kloosterstraat.

Voor stadsdeel Belfeld geldt de begrenzing voor het Muldersplein en het Wilhelminaplein.

Voor wat betreft stadsdeel Arcen mag niet worden gevent op het Raadhuisplein begrensd door de Koestraat, Schans, Maasstraat en Kerkstraat.

Voor wat betreft stadsdeel Velden mag niet worden gevent op de Markt, begrensd door de Rijksweg N271, Dorpsstraat/Kloosterstraat, Scholtisstraat en Schoolstraat.

Voorwaarden aan vergunningen te stellen

Aan de incidentele standplaats worden de volgende voorwaarden gesteld:

  • -

    voor het innemen van een standplaats moet door de aanvrager/standplaatshouder worden aangetoond dat hij:

  • -

    voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie en persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel en tevens het bewijs overlegt van registratie bij het Centraal Registratiekantoor;

  • -

    dat hij, genoegzaam verzekerd is (individueel of collectief) tegen eisen tot het betalen van schadeloosstellingen, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een standplaats krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebracht lichamelijk letsel en wegens beschadiging van eigendommen van derden.

  • -

    Het is de standplaatshouder verboden, om langer dan een half uur voordat de handel wordt uitgeoefend voorwerpen op de standplaats aanwezig te hebben;

  • -

    Een standplaats dient te worden ontruimd uiterlijk een half uur nadat de van toepassing zijnde activiteiten dienen te worden dan wel zijn beëindigd;

  • -

    Een standplaats alsmede de directe omgeving (binnen een afstand van 25 meter van de standplaats) daarvan dient, tijdens het innemen van de standplaats regelmatig en bij ontruiming veegschoon te worden achtergelaten;

  • -

    De standplaatshouder dient er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders een verzorgd aanzien biedt.

  • -

    De standplaatshouder dient zijn voertuig waarmee geen standplaats wordt ingenomen binnen een half uur na het innemen van de standplaats te verwijderen;

  • -

    De standplaatshouder dient de standplaats in te nemen met een verplaatsbare tafel, kraam en dergelijke of een ander verrijdbaar voertuig;

  • -

    De standplaatshouder dient de verkoopgelegenheid binnen een door burgemeester en wethouders te bepalen termijn aan te passen aan door hen te stellen eisen van uiterlijk en constructie;

  • -

    Het is de standplaatshouder verboden reclame aan te brengen anders dan voor eigen nering en/of naam;

  • -

    Behoudens toestemming van burgemeester en wethouders mag de standplaatshouder niet langer dan 15 minuten van zijn uitstalling verwijderd zijn en gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

  • -

    De doorgangen buiten de standplaats mogen niet op enigerlei wijze verhinderd of belemmerd zijn;

  • -

    De standplaatshouder mag geen gebruik maken van luidsprekers versterkers en andere middelen ter versterking van geluid;

  • -

    Het is verboden achtergrondmuziek op hinderlijke wijze ten gehore te brengen, zulks ter beoordeling van de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar;

  • -

    De standplaatshouder mag geen verwarmingstoestellen en/of kook- en bakinstallaties gebruiken op de standplaats. Burgemeester en wethouders kunnen, na overleg met de brandweer, zonodig onder door hen te stellen voorschriften, ontheffing verlenen van dit verbod;

Aan een ventvergunning worden de volgende voorwaarden gesteld:

  • 1.

    de vergunning is geldig van tot en met voor de stadsdelen Arcen, Lomm/Velden, ;

  • 2.

    de vergunning is slechts geldig voor degene te wiens naam zij is gesteld. Wenst de vergunninghoud(st)er ook een ander te laten venten dan behoort ook diens/haar naam op de vergunning te zijn vermeld. Er mag dan ook slechts met één wagen gevent worden;

  • 3.

    bij gebruikmaking van de vergunning dient deze ter plaatse aanwezig te zijn en op eerste vordering van een opsporingsambtenaar te worden getoond;

  • 4.

    alle in het belang van de openbare orde en veiligheid door een of meerdere opsporingsambtenaren gegeven aanwijzingen moeten stipt en onverwijld worden opgevolgd;

  • 5.

    de vergunninghoud(st)er dient zorg te dragen, dat, als gevolg van of in verband met de verleende vergunning, de wegen op geen enkele wijze verontreinigd worden; de vergunninghoud(st)er dient zorg te dragen, dat de verkoopplaatsen binnen een straal van 25 meter worden ontdaan van kennelijk uit de verkoopinrichting afkomstig vuil;

  • 6.

    het is de vergunninghoud(st)er verboden:

    • a.

      zonder tevens in het bezit te zijn van een standplaatsvergunning een dergelijke vaste plaats (stand) in te nemen;

    • b.

      te verkopen op een zodanige plaats, dat hierdoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of belemmerd;

    • c.

      te verkopen op plaatsen waar het uitzicht niet voldoende is, in scherpe bochten, binnen 10 meter vóór of na kruisingen of splitsingen van wegen;

    • d.

      te verkopen op plaatsen, waar halteborden van openbare vervoermiddelen aanwezig zijn;

    • e.

      te verkopen binnen een straal van 100 meter van ingangen van een schoolterrein;

    • f.

      op de openbare weg door gebaren of anderszins de aandacht te trekken van bestuurders van motorrijtuigen of te trachten hen tot stoppen te bewegen met de bedoeling zijn/haar waren aan te bieden;

    • g.

      op zon- en feestdagen op of aan de openbare weg zijn/haar waren luidkeels aan te bieden of aan te prijzen;

    • h.

      op zon- en feestdagen te venten anders dan met geringe eetwaren;

    • i.

      zich op tijdstippen, dat venten verboden is, met waren op de openbare weg te bevinden met het kennelijke doel deze aldaar ten verkoop aan te bieden of te verkopen;

  • 7.

    van de vergunning mag slechts gebruik worden gemaakt met inachtneming van het bepaalde in de Winkeltijdenwet;

  • 8.

    de vergunning geldt niet voor de centra van de stadsdelen Arcen, Velden, Venlo, Blerick en Tegelen;

    • a.

      dit geldt voor stadsdeel Venlo het gedeelte begrensd door de Maaskade, Havenkade, Prinsessesingel, Koninginnesingel, Keulsepoort, Parade, Grote Kerkstraat, Geldersepoort en Bolwaterstraat, deze straten mede inbegrepen. Verder is het verboden te venten aan de toegangswegen naar de Kaldenkerkergrens en de Herungergrens, alsmede in de directe omgeving van het Mgr. Nolensplein, inbegrepen de straten, die het plein omsluiten en de toegangswegen tot dit plein;

    • b.

      voor wat betreft stadsdeel Tegelen mag niet worden gevent in het gedeelte begrensd door de Kerkstraat, In de Beeten, Bongerdstraat, Grotestraat tot en met Plein 1817, het Wilhelminaplein, de Raadhuislaan en de Gasthuisstraat, deze straten mede inbegrepen;

    • c.

      voor stadsdeel Blerick geldt de begrenzing voor de straten Pontanusstraat, Laurentiusstraat, Witherenstraat, Ruijsstraat, Van Bornestraat, Urbanusstraat, 1e Graaf van Loonstraat en de Kloosterstraat, deze straten mede inbegrepen;

    • d.

      voor wat betreft stadsdeel Arcen mag niet worden gevent op het Raadhuisplein begrensd door de Koestraat, Schans, Maasstraat en Kerkstraat.

    • e.

      voor wat betreft stadsdeel Velden mag niet worden gevent op de Markt, begrensd door de Rijksweg N271, Dorpsstraat/Kloosterstraat, Scholtisstraat en Schoolstraat.

  • 9.

    bij overtreding van het bepaalde onder 8 wordt de verleende vergunning onmiddellijk ingetrokken;

  • 10.

    deze vergunning geldt niet binnen een straal van 200 meter van een gevestigde winkel of standplaats, waar het op de voorgaande bladzijde vermelde artikel wordt verkocht;

  • 11.

    de ventvergunninghouder mag geen gebruik maken van luidsprekers versterkers en andere middelen ter versterking van geluid;

  • 12.

    Het is verboden achtergrondmuziek op hinderlijke wijze ten gehore te brengen, zulks ter beoordeling van de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

Weigeringsgronden

Standplaats- en ventvergunningen worden getoetst aan de APV. Hierin staat dat een standplaats- en ventvergunning kan geweigerd worden:

  • a.

    in het belang van de openbare orde;

  • b.

    in het belang van de openbare veiligheid;

  • c.

    in het belang van de volksgezondheid;

  • d.

    in het belang van bescherming van het milieu;

  • e.

    wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;

  • f.

    indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;

  • g.

    vanwege de strijd met een bestemmingplan (alleen bij standplaatsen).

Daarnaast kan een standplaats- of ventvergunning op grond van artikel 1.6 van de APV ingetrokken of geweigerd worden indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning vereist is;

  • c.

    aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet worden nagekomen;

  • d.

    geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • e.

    de houder dit verzoekt.

  • Op

    grond van de bovenstaande bepalingen van de APV is het volgende sanctiebeleid van toepassing. Indien geconstateerd wordt dat:

    • -

      er een standplaats ingenomen of gevent wordt zonder geldige vergunning;

    • -

      niet wordt voldaan aan de verleende vergunning;

    • -

      er gevaar is voor de openbare orde of de verkeersveiligheid;

    • -

      er sprake is van overlast.

Bij overtreding geldt: betrokkene wordt bestuurlijk aangeschreven door de afdeling Veiligheid en handhaving en/of er wordt proces verbaal opgemaakt door de opsporingsambtenaren van de gemeente.

Handhaving

Uitgangspunt is dat de overtreding onmiddellijk beëindigd moet worden.

Samenvattend

Iedere aanvraag voor een incidentele standplaats- of ventvergunning dient te worden getoetst aan de voorwaarden genoemd in deze algemene regels. Wordt er niet aan voldaan dan kan de vergunning gemotiveerd worden geweigerd. Op deze manier kan de afgifte van deze vergunningen gereguleerd worden.

Inwerkingtreding

Deze algemene regels treden in werking op 1 januari 2010 met terugwerkende kracht. Op die datum vervallen de beleidsregels venten en incidentele standplaatsen, vastgesteld door de gemeente Venlo d.d. 22 november 2005 en zoals nadien gewijzigd bij notitie d.d. 31 oktober 2007.