Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de kermissen te Zaanstad |
Citeertitel | Kermisverordening gemeente Zaanstad |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Geen.
Gemeentewet, art. 149
Verhuurvoorwaarden voor de kermissen te Zaanstad 2009
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | nieuwe regeling | 04-12-2008 Gemeenteblad 2008 nr. 76 | Z/2008/70888 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 6 Toelating ambtenaren in inrichting
De exploitant is verplicht de voorschriften op te volgen die door de in het eerste lid van dit artikel genoemde personen in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden worden gegeven. Tot deze voorschriften kunnen behoren de eis tot (tijdelijke) sluiting van de inrichting, in het geval zich een ongeval in of met de inrichting heeft voorgedaan, het gevaar van een ongeval dreigt of in verband met extreme weersomstandigheden.
Vanaf twee weken na sluiting van de inschrijving kan een exploitant mondeling bij het college informeren of hij op de voordrachtslijst van de kermis is geplaatst. Vóór het definitieve besluit over de gunningen bekend is gemaakt, kan aan mondelinge mededelingen van het college over de gunningen geen enkel recht worden ontleend.
Bij gelijke biedingen en bij biedingen waar het verschil tussen het hoogste bod en het op een na hoogste bod voor een gelijksoortige inrichting niet meer bedraagt dan 10% van het hoogste bod, worden als gunningcriteria ook de mate van attractiviteit en diversiteit van de inrichting (kwaliteit) en de afmetingen van de inrichting (maatvoering) meegewogen.
Artikel 12 Uitgesloten van inschrijving
Indien een exploitant in één of meer (voorgaande) jaren niet aan zijn- al dan niet uit de verhuurvoorwaarden en deze verordening voortvloeiende- verplichtingen jegens de gemeente Zaanstad heeft voldaan, aanwijzingen door of namens de gemeente, politie of brandweer gegeven niet of niet stipt en onmiddellijk heeft opgevolgd of zich heeft misdragen, kan hij voor één of meerdere jaren van deelname aan de kermis worden uitgesloten.
Hoofdstuk 3 Innemen standplaatsen
Artikel 17 Tijdstippen innemen standplaatsen vanaf opbouwen tot afbreken
De standplaatsen op het kermisterrein mogen voor en na de kermis in gebruik worden genomen. Hierbij geldt dat:
De standplaatsen op de Dorpsstraat en Delftlaan te Assendelft en de naaste omgeving mogen woensdag na 18.00 uur voor aanvang van de kermis in gebruik worden genomen. Uiterlijk op vrijdag om 18.00 uur na de beëindiging van de kermis moeten de standplaatsen weer schoon en vrij van opstallen opgeleverd te zijn.
Artikel 18 Beschikking van niet gebruikte deel standplaats
Het deel van het verhuurde oppervlak dat niet door de exploitant wordt ingenomen blijft ter beschikking van het college. Het college kan over deze ruimte vrijelijk beschikken.
Indien het college een opstellingsinspectie gelast, worden de kosten voor deze inspectie betaald door de exploitant indien zijn inrichting niet juist opgesteld blijkt te zijn. Indien de opstellingsinspectie uitwijst dat de inrichting juist is opgesteld, draagt het college de kosten voor de opstellingsinspectie.
Hoofdstuk 4 Gebruik van de standplaats
Exploitanten die op hun standplaats eet- en drinkwaren voor consumptie gereed maken, plaatsen aan de voorzijde van hun inrichting een afvalbak, of indien nodig meerdere afvalbakken.
In afwijking van het vorige artikel kan het college bepaalde dagen van een kermis of voor dagdelen van nader aan te wijzen dagen van een kermis centrale muziek voorschrijven voor de gehele kermis.
Exploitanten die gebruik maken van geluidversterkers kunnen verplicht worden deze volgens de geldende geluidsnormen te laten afstellen door personen of instellingen die daartoe door het college zijn aangewezen.
Artikel 34 Beslissing college in gevallen waarin verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van de kermissen betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 35 Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.
Overtredingen van bepalingen van de artikelen 6, 14, 15 lid 1 en 3, 16 lid 1, 17 lid 1, 20 lid 2, 21, 22, 23, 24, 25, 26 lid 1, 27, 29, 32 lid 3 en 33 van deze verordening en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen worden gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kunnen bovendien worden gestraft met openbaarmaking van het gerechtelijk vonnis.
Artikel 37 Toezicht en opsporing
Het toezicht op en de opsporing van overtredingen ten aanzien van het gestelde in deze verordening is, onverminderd aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht genoemde opsporingsambtenaren, tevens opgedragen aan daartoe aangewezen ambtenaren van de sector Handhaving van de gemeente Zaanstad.
Deze Verordening op de kermissen van Zaanstad treedt in werking op 1 januari 2009. Op die dag wordt de Verordening op de kermissen te Zaanstad, vastgesteld in de raadsvergadering van 10 oktober 1996, ingetrokken.
Toelichting op de Verordening op de kermissen te Zaanstad en de Verhuurvoorwaarden voor de kermissen te Zaanstad 2009.
De ‘Verordening op de kermissen te Zaanstad’ en de ‘Verhuurvoorwaarden, waarop door burgemeester en wethouders van Zaanstad bij gesloten inschrijving kermisplaatsen worden verhuurd’ zijn op 15 oktober 1996 in werking getreden. In 2002 is er een kleine wijziging doorgevoerd in de Verhuurvoorwaarden, maar verder zijn de Verordening en de Verhuurvoorwaarden sinds 1996 niet aangepast. In deze toelichting worden deze Verordening en Verhuurvoorwaarden ‘oude Verordening’ en ‘oude Verhuurvoorwaarden’ genoemd. De oude Verordening en de oude Verhuurvoorwaarden zijn aan herziening toe omdat een aantal bepalingen niet meer klopt of gemoderniseerd moet worden. Daarom zijn een nieuwe Verordening en Verhuurvoorwaarden opgesteld.
De oude Verordening bevat slechts vijf artikelen, aangezien het merendeel van de artikelen is opgenomen in de oude Verhuurvoorwaarden.
Bij het opstellen van de nieuwe Verordening en Verhuurvoorwaarden is onderzocht welke onderwerpen in de Verordening moeten worden opgenomen en welke onderwerpen in de Verhuurvoorwaarden. De Verordening is een publiekrechtelijke regeling en de Verhuurvoorwaarden zijn de voorwaarden die van toepassing zijn op de privaatrechtelijke overeenkomst tussen de exploitant en de gemeente voor het verhuren van een standplaats op de kermis.
Met in het achterhoofd het Windmill-arrest van de Hoge Raad is bekeken welke artikelen in de Verordening thuis horen en welke in de Verhuurvoorwaarden. Onderwerpen die publiekrechtelijk geregeld kunnen worden moeten namelijk worden opgenomen in de Verordening en mogen niet privaatrechtelijk geregeld worden. De onderwerpen die niet publiekrechtelijk geregeld kunnen worden, zijn nu opgenomen in de Verhuurvoorwaarden. In vergelijking tot de oude Verordening, zijn in de nieuwe Verordening dus meer artikelen opgenomen.
De VNG heeft geen model-kermisverordening opgesteld. In grote lijnen is de nieuwe Verordening gebleven zoals de oude Verordening. Ook zijn de verordeningen en verhuurvoorwaarden van andere gemeenten bekeken alsmede de visie van de Kermisbonden. Dit om te zorgen dat de regelgeving van gemeente Zaanstad niet te veel afwijkt van de landelijke trend.
Veranderingen tussen oude en nieuwe Verordening en Verhuurvoorwaarden
Het inschrijfformulier is samen met de Verordening en de Verhuurvoorwaarden ook vernieuwd. Exploitanten moeten op dit formulier een aantal gegevens over hun bedrijf en hun inrichting invullen. In de oude Verhuurvoorwaarden was opgenomen welke gegevens op het inschrijfformulier dienden te worden ingevuld. In de nieuwe Verhuurvoorwaarden is dit niet expliciet aangegeven omdat dit op het inschrijfformulier wordt vermeld. De Verhuurvoorwaarden verwijzen ook naar het inschrijfformulier. Dit is ook de reden waarom uitsluitend nog de inschrijfformulieren van de gemeente Zaanstad kunnen worden gebruikt bij de inschrijving en niet meer de inschrijfformulieren van de Kermisbonden. Het inschrijfformulier van gemeente Zaanstad is gericht op de in Zaanstad geldende regels omtrent de kermissen. De inschrijfformulieren zijn ook digitaal op te vragen via de website van de gemeente Zaanstad.
Het artikel over de betaling van de huursom is enigszins veranderd. In tegenstelling tot de oude Verhuurvoorwaarden is in de nieuwe Verhuurvoorwaarden opgenomen dat de betaling twee weken voor aanvang van de kermis op de rekening van de gemeente dient te zijn bijgeschreven. Er wordt ook een machtigingsformulier ontworpen en dit wordt met de gunning meegezonden. De exploitanten kunnen een eenmalige machtiging aan de gemeente afgeven zodat de gemeente de huursom automatisch kan incasseren.
De meeste artikelen in de Verordening en Verhuurvoorwaarden zijn concreet en niet multi-interpretabel. Voor de artikelen hieronder wordt voor de duidelijkheid wel een toelichting gegeven.
Artikel 7 Gunning dezelfde inrichting
Op het inschrijfformulier moet de exploitant de hoogte van zijn bod invullen. De exploitant moet aangeven hoeveel zijn bod bedraagt voor een standplaats op de kermis wanneer er geen gelijksoortige inrichtingen zijn op de kermis. Ook moet hij aangegeven hoeveel zijn bod bedraagt als er wel gelijksoortige inrichtingen op de kermis aanwezig zijn. Het bod is hoger als er geen andere gelijksoortige inrichting op de kermis zullen staan want dan heeft de exploitant immers geen ‘directe’ concurrentie. Er zijn dan immers geen andere gelijksoortige inrichtingen op de kermis aanwezig.
Het uitbrengen van een bod zonder of met concurrentie is landelijk gebruikelijk en geldt niet alleen voor de kermissen in Zaanstad. Bij het indelen van het kermisterrein wordt gekeken of het haalbaar is dat een inrichting zonder concurrentie wordt geplaatst. Als dit niet het geval is dan wordt de standplaats gegund ‘met concurrentie’. Er blijft dus vrijheid voor het college bestaan om te gunnen met of zonder concurrentie.
Artikel 3 Periodes waarin kermissen plaatsvinden
In lid 6 van dit artikel is opgenomen dat het college kan besluiten de kermis in een andere periode te laten plaatsvinden. Van deze bevoegdheid zal weinig gebruik worden gemaakt aangezien de kermissen in Zaanstad de landelijke kermiskalender volgen. In het verleden is het voorgekomen dat de kermis te Zaandam gelijktijdig plaatsvond met de Dam tot Damloop. Dit bleek geen wenselijke situatie en om het samenvallen van dergelijke evenementen te voorkomen, is een bevoegdheid voor het college opgenomen om te besluiten de kermis in een andere periode te laten plaatsvinden.
Artikel 7 Promotie voor de kermis
Een goede promotie van de kermissen is noodzakelijk om te zorgen dat er bezoekers op de kermis afkomen. Daarom is in de nieuwe verordening een bepaling opgenomen omtrent de promotie van de kermissen. In het beleidsstuk waarin de visie op de kermissen van Zaanstad wordt beschreven wordt nader ingegaan op welke wijze de promotie van de kermissen plaatsvindt.
Exploitanten kunnen zich inschrijven en een bod doen voor een standplaats op een kermis. Deze inschrijvingen worden niet openbaar behandeld. Het college heeft echter ook de bevoegdheid om met exploitanten een overeenkomst te sluiten over de verhuur van een standplaats vóórdat de inschrijving is geopend. De exploitant hoeft dan niet mee te doen aan de inschrijving want aan hem is al onderhands een standplaats verhuurd. Ook is het mogelijk om een standplaats voor meerdere jaren achtereen te verhuren zodat de exploitant zeker is van een standplaats op de kermis en het college zeker is dat de betreffende exploitant de komende jaren op de kermis aanwezig is. Voor het onderhands verhuren zijn geen vaste tarieven vastgesteld. De exploitant doet een voorstel voor welke bedrag hij een standplaats wilt huren en het is aan het college om akkoord te gaan met dit voorstel. Het college houdt hierbij met een aantal zaken rekening. Als het bijvoorbeeld een nieuwe attractie betreft waar een exploitant veel geld in heeft geïnvesteerd en wat een publiekstrekker zal zijn, zal eerder akkoord worden gegaan met een laag bedrag. Bij het onderhands verhuren kan ook rekening worden gehouden met de transportkosten van de attractie van de exploitant. Een suikerspinkraam heeft bijvoorbeeld minder transportkosten dan een grote achtbaan.
Het onderhands verhuren van standplaatsen is voor het college een goede manier om populaire attracties naar de kermissen in Zaanstad te halen en ook attracties waar het college goede ervaringen mee heeft. Het is voor Zaanstad gunstig als vóór de inschrijving is geopend al bekend is welke publiekstrekkers op de kermissen aanwezig zullen zijn. Dit zal andere exploitanten eerder doen besluiten om zich in te schrijven voor een kermis in Zaanstad en wellicht zullen zij een hoger bod uitbrengen voor een standplaats.
In lid 3 is een bepaling opgenomen dat het college in bijzondere omstandigheden bevoegd is om alle standplaatsen onderhands te verhuren. Het college zal per geval beoordelen of er sprake is van bijzondere omstandigheden. Voor deze bevoegdheid wordt geen mandaat verleend.
In lid 5 van dit artikel is opgenomen dat een exploitant vanaf twee weken na sluiting van de inschrijving mondeling bij het college kan informeren of hij op de voordrachtslijst van de kermis is geplaatst. Deze bepaling is opgenomen omdat in de afgelopen jaren is gebleken dat in de praktijk veelvuldig voorkomt dat exploitanten mondeling informeren of zij een plaats op de voordrachtslijst hebben. Er zijn exploitanten die graag een standplaats op de kermis in Zaanstad willen en willen weten of zij kans maken op een standplaats nog vóór het definitieve besluit over de gunningen is genomen. Als zij namelijk geen standplaats op de kermis in Zaanstad krijgen, zullen zij op een andere kermis moeten inschrijven. Het komt regelmatig voor dat de inschrijvingstermijn voor een andere kermis eindigt als de gunningbeslissing van Zaanstad nog niet bekend is. Er zijn kermissen waarbij het niet is toegestaan om in te schrijven onder voorbehoud van de gunning van een andere kermis. Daarom vragen exploitanten alvast informatie bij Zaanstad over de voordrachtslijst om in te schatten of zij op een andere kermis kunnen inschrijven.
Zoals in de bepaling ook is opgenomen is het uiteraard voor eigen risico van de exploitant als de uiteindelijke gunningsbeslissing verschilt van de mondelinge mededelingen over de voordrachtslijst. Er kan op geen enkele wijze recht worden ontleend aan mededelingen over de gunningen voordat het definitieve besluit over de gunningen bekend is gemaakt. Dit wordt ook aan de exploitant kenbaar gemaakt.
Als de inschrijvingstermijn is beëindigd, moet het college een keuze maken uit de inschrijvingen. Zijn er meerdere inschrijvingen voor een gelijksoortige inrichting (bijvoorbeeld twee inschrijvingen voor een suikerspinkraam) dan wordt de standplaats verhuurd aan de exploitant die het hoogste bod heeft uitgebracht. Wordt er een gelijk bod gedaan of bedraagt het verschil tussen het hoogste bod en het op een na hoogste bod niet meer dan 10% van het hoogste bod, dan spelen ook andere criteria mee bij het besluit aan welke inrichting de standplaats wordt verhuurd. De criteria die dan meewegen zijn de mate van attractiviteit en diversiteit van de inrichting en de afmetingen van de inrichting. Hierbij kan worden gedacht aan de populariteit van de attractie, de ‘leeftijd’ van de attractie (een nieuwe attractie zal meer publiek kunnen trekken) en in welke mate de attractie vergelijkbaar is met reeds vergunde attracties.
Indien bij het indelen van de inrichtingen blijkt dat er voor een bepaalde attractie nog maar een bepaald aantal meter beschikbaar is, kunnen de afmetingen van de inrichting ook een rol spelen. Indien er bijvoorbeeld nog ruimte is op het kermisterrein voor een inrichting van 3 meter dan zal de standplaats worden verhuurd aan de exploitant die een inrichting heeft van 3 meter en niet aan de exploitant die, hoewel hij een gelijk bod heeft uitgebracht, een inrichting heeft van 4 meter.
Hoewel de situatie van gelijke of nagenoeg gelijke bieding niet vaak voorkomt, wordt een bepaling hierover in de Verordening opgenomen uit het oogpunt van transparantie.
Door het plaatsen van een kermisadvertentie in de kermisvakbladen worden de kermissen in Zaanstad onder de aandacht van de exploitanten gebracht. In de toelichting bij artikel 9 is hiervoor al aangegeven waarom in de kermisadvertentie wordt aangegeven welke attracties er al vergund zijn. Als in de kermisadvertentie grote publiekstrekkers worden vermeld, zal dit voor exploitanten eerder een reden kunnen zijn om zich voor de kermissen van Zaanstad in te schrijven.