Organisatie | Someren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Minimaverordening Meedoen 2008 |
Citeertitel | Minimaverordening Meedoen 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-01-2009 | 01-08-2008 | 05-07-2012 | nieuwe regeling | 17-12-2008 ’t Contact, 14-01-2009 | onbekend |
De raad van de gemeente Someren,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Someren van 7 november 2008
gezien het advies van de participatiecommissie inkomen, werk en zorg
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In deze verordening wordt verstaan onder:
het inkomen dat op jaarbasis niet meer bedraagt dan 115% van de voor aanvrager geldende bijstandsnorm, als bedoeld in artikel 5 onder c van de Wet werk en bijstand op jaarbasis. Bij de vaststelling van zowel het jaarinkomen als de bijstandsnorm op jaarbasis wordt uitgegaan van inkomen en de van toepassing zijnde bijstandsnorm op het moment van de aanvraag.
Deze verordening heeft tot doel de inwoners uit de gemeente Someren met een inkomen dat niet meer bedraagt dan het norminkomen (artikel 1 sub a) de mogelijkheid te bieden om voor activiteiten van sportieve, culturele, maatschappelijke en/of educatieve aard een bijdrage te verstrekken die de participatie aan de samenleving bevordert. Extra financiële ondersteuning wordt geboden voor de doelgroep ouders met schoolgaande kinderen.
Hoofdstuk 2 Inkomensondersteunende voorzieningen
Artikel 3 Deelname welzijnsactiviteiten
Het college verstrekt een bijdrage in de kosten van deelname aan welzijnsactiviteiten, indien wordt voldaan aan de volgende criteria:
de aanvrager heeft vermogen beneden het toegestane bescheiden vermogen (artikel 34 WWB).
Artikel 4 Vergoeding in de scholingskosten voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar
Verificatie van de daadwerkelijk gemaakte schoolkosten is niet aan de orde. Het betreft een vergoeding aan een bepaalde categorie van personen die in bijzondere omstandigheden verkeert waarvan het aannemelijk is dat zij bepaalde kosten heeft waarin de algemene bijstand niet voorziet en die het norminkomen te boven gaat.
Hoofdstuk 3 Aanvraag, onderzoek en beslissing
In afwijking van lid 3 wordt bij een aanvraag voor een regeling zoals genoemd in artikel 4 (schoolkostenvergoeding) en artikel 5 (PC-regeling) geen kalenderjaar gehanteerd, maar geldt de vergoeding uitsluitend voor het schooljaar (1 augustus tot 1 augustus) waarin de kosten worden gemaakt. De aanvraag moet worden ingediend in het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 7 Toekenning en vaststelling van de hoogte van de bijdragen
Als inkomen van aanvrager wordt aangemerkt het werkelijke netto-inkomen zonder enige vrijlating. De middelen zoals genoemd in artikel 31, lid 2, WWB en de langdurigheidstoeslag blijven buiten beschouwing.
Indien het vermogen van aanvrager meer bedraagt dan het vrij te laten vermogen zoals dat geldt voor de toepassing van Wet werk en bijstand, wordt geen bijdrage verleend. Het vermogen in een eigen woning wordt buiten beschouwing gelaten indien het totaalbedrag van de verleende bijdragen op jaarbasis niet hoger is dan 1 maal de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm per maand.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepaling
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag voor de bijdrageregeling is ingediend en toegekend op grond van de ‘Verordening bijdrageregeling deelname welzijnsactiviteiten’ bestaat er recht op een aanvullende bijdrage tot maximaal een totaalbedrag van € 125,00 per persoon in kalenderjaar 2008.
In gevallen van zeer bijzondere aard, voorzover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het college afwijken van de bepalingen in deze verordening.
De bijdrage die is verstrekt op grond van onjuiste of onvolledig verstrekte inlichtingen wordt teruggevorderd.
Artikel 13 Onvoorziene situaties
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, neemt het college een beslissing.
Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren,
de raadsgriffier, de voorzitter,
J. Laurens Janse-Oostdijk A.P.M. Veltman
De ‘Minimaverordening Meedoen 2008’ behoort tot het pakket van gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen. Deze verordening heeft tot doel de inwoners uit de gemeente Someren met een minimuminkomen de mogelijkheid te bieden om voor activiteiten van sportieve, culturele, maatschappelijke en/of educatieve aard een bijdrage te verstrekken die de participatie aan de samenleving bevordert.
De gemeente Someren biedt minimahuishoudens met schoolgaande kinderen extra ondersteuning, zodat kansarme kinderen mee kunnen doen in de samenleving.
In deze verordening zijn 3 voorzieningen vastgelegd die gericht zijn op meedoen in de samenleving’:
De ’Minimaverordening Meedoen’ vervangt de ‘Verordening bijdrageregeling deelname welzijnsactiviteiten’.
Deze verordening behoeft geen artikelsgewijze toelichting. De artikelen spreken voor zich.
Wijzigingen verordening per 1-1-2009
De normen in de bijstand worden uitgedrukt in bedragen netto en inclusief vakantietoeslag. Om een inkomen of andere uitkering te vergelijken met de bijstandsnorm wordt op basis van landelijk rekenregels fictief een netto vakantiegeld bijgeteld.
Bij het berekeningen van aanvullende uitkeringen, draagkrachtberekeing bijzondere bijstand en bij de vaststelling van een langdurigheidstoeslag wordt overal uitgegaan van een bijstandsuitkering inclusief vakantiegeld.
Mede voor het verkrijgen van meer uniformiteit is deze verordeningen op dit punt aangepast.
Om de armoedeval tegen te gaan is analoog aan de verordening langdurigheidstoeslag is de mogelijkheid gecreëerd om aan burgers met een inkomen van 115% tot 120% een tegemoetkoming te verstrekken van 50%.