Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening Wet investeren in jongeren |
Citeertitel | Handhavingsverordening WIJ gemeente Smallingerland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-02-2010 | 01-10-2009 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 05-01-2010 Breeduit, 04-02-2010 | 05-01-2010, volgnr. 9 |
De raad van de gemeente Smallingerland ;
gezien het advies van de Commissie Samenleving en Zorg;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Smallingerland d.d. 23 november 2009;
gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 12, eerste lid, onderdeel c van de
overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren ;
vast te stellen de volgende Handhavingsverordening Wet investeren in jongeren.
Artikel 1. Begripsomschrijving
1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven
hebben dezelfde betekenis als in de Wet investeren in jongeren en de Algemene wet
2.In deze verordening wordt verstaan onder
Artikel 2. Opstellen handhavingsplan
Het college draagt in het kader van het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet zorg voor het opstellen van een handhavingsplan.
Artikel 3. Inhoud handhavingsplan
In het in artikel 2 genoemde handhavingsplan komt in ieder geval tot uitdrukking de wijze waarop handhaving vorm wordt gegeven gespecificeerd naar:
De Wet investeren in jongeren en handhaving
Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zogenaamd werkleeraanbod vastgelegd. Het werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.
De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een ‘paradigmawisseling’ beoogd: is het uitgangspunt in de WWB ‘een uitkering, mits’ in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangpunt ‘geen uitkering, tenzij’.
Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De Handhavingsverordening is één van die verordeningen.
Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB is reeds in een handhavingsplan vastgelegd. Vastgesteld is dat dit beleidskader ook toepasbaar is op de uitvoering van de WIJ.
Artikel 1. Begripsomschrijving
De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als in de WIJ.
Artikel 2 – Opstellen handhavingsplan
Hoewel de wettelijke bepaling meer gericht lijkt op fraudebestrijding-sec is in deze toch gekozen voor het ruimere begrip handhaving. De term fraudebestrijding roept te veel het beeld op van repressie en genoegdoening, terwijl handhaving meer uit gaat van het bevorderen van de spontane naleving van de wet- en regelgeving. Naast repressie is in deze optie onontbeerlijk. Het is immers altijd nog beter om fraude te voorkomen.
Artikel 3 – Inhoud handhavingsplan.
Om het belang van een goede handhaving te onderstrepen is in dit artikel aangegeven welke onderwerpen in een gemeentelij handhavingsplan op zijn minst aan bod moeten komen.
Op grond van de WIJ is de uitvoering een taak van het college.