Verordening regelende de toekenning van het ereburgerschap der gemeente Ridderkerk

Tot ereburger kunnen bij wijze van onderscheiding worden benoemd personen, die zich ten opzichte van de gemeente of de Ridderkerkse gemeenschap buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt.

De benoeming tot ereburger geschiedt bij besluit van de raad op voorstel van burgemeester en wethouders na ingewonnen advies van de voorzitters der raadsfracties.

Als ereburger kan men aanspraak maken op het verkrijgen van uitnodigingen respectievelijk kennisgevingen tot het bijwonen van alle door het gemeentebestuur georganiseerde bijzondere gebeurtenissen alsmede op het zonder kosten verkrijgen van nader door burgemeester en wethouders in overleg met betrokkene te bepalen gemeentelijke schrifturen en uitgaven.

Van elke benoeming tot ereburger wordt door burgemeester en wethouders aantekening gehouden in een register, waarvan de vorm en indeling door hen worden vastgesteld.

Hij die tot ereburger is benoemd, ontvangt ten bewijze daarvan een gouden legpenning in ronde vorm met een middellijn van 50 millimeter, die aan de ene zijde het wapen van de gemeente met de woorden “Gemeente Ridderkerk” draagt en aan de andere zijde het woord “Erepenning”, de naam van de benoemde en de datum van het benoemingsbesluit ofwel van de uitreiking.

De uitreiking van de erepenning met een daarbij behorende oorkonde geschiedt zo mogelijk in een bijeenkomst van de raad.

• 1.

  Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke ereburgerschap”. Zij treedt onmiddellijk na vaststelling in werking.

• 2.

  Op het tijdstip van in werking treden van deze verordening vervalt de verordening tot regeling van de toekenning van gemeentelijke onderscheidingen, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 mei 1958, nr. 64.