Organisatie | Ridderkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het vellen en de bescherming van houtopstanden |
Citeertitel | Bomenverordening 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | algemeen |
De op 22 april 1969 vastgestelde kapverordening wordt ingetrokken.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | 01-01-2008 | intrekking | 04-10-2007 gemeentejournaal, 20-12-2007 | gemeentestukken 2007-124 |
ARTIKEL 1 : Begripsomschrijvingen.
een houtachtig, overblijvend gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 20 centimeter op 1,30 meter hoogte boven het maaiveld. Dit komt overeen met een omtrek van 60 centimeter. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam. In het kader van een herplant- of instandhoudingsplicht kunnen door het college van B.& W. voorschriften gesteld en of maatregelen genomen worden voor bomen kleiner dan 20 cm. dwarsdoorsnede op 1,30 meter boven maaiveld.
één of meer bomen, hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen.
één of meer bomen of boomvormers, die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen.
de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 1, vijfde lid, van de Boswet.
de waarde van een boom, berekend aan de hand van het produkt van de volgende faktoren:
de door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen lijst met waardevolle bomen.
2.In deze verordening wordt onder vellen mede verstaan rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:
Houtopstand die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en niet gelegen is binnen een bebouwde kom, tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt en ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are, ofwel in geval van rijbeplanting, gerekend over het totale aantal rijen, niet meer bomen omvat dan 20.
ARTIKEL 3 : Aanvraag kapvergunning.
Wanneer de directeur Natuur, Bos, Landschap en Fauna van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan burgemeester en wethouders een afschrift heeft toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwen burgemeester en wethouders dit afschrift mede als een vergunningaanvraag.
Het voornemen tot verlenen alsmede het besluit tot weigering of verlening van een vergunning, wordt openbaar gemaakt in het lokale weekblad.
ARTIKEL 6 : Standaardvoorwaarde van niet gebruik.
Een vergunning wordt verleend onder de standaardvoorwaarde van een feitelijk niet-gebruik tot het moment van onherroepelijk worden van de vergunning.
ARTIKEL 7 : Vervaltermijn vergunning.
De vergunning als bedoeld in het vorig artikel vervalt, indien daarvan niet binnen uiterlijk één jaar na onherroepelijk worden gebruik is gemaakt.
ARTIKEL 8 : Bijzondere vergunningsvoorschriften.
Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant. Indien een gemeentelijk bestemmings- of groenbeheerplan de te vellen houtopstand direct of indirect als waardevol omschrijft, wordt, zo vaak mogelijk, een herplantplicht opgelegd.
ARTIKEL 9 : Herplant-/instandhoudingsplicht.
Indien de houtopstand, waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, zonder vergunning van burgemeester en wethouders is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien de houtopstand, waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
ARTIKEL 10 : Schadevergoeding.
Burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17, juncto artikel 13 vierde lid, van de Boswet.
ARTIKEL 11 : Bestrijding van iepziekte.
Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar het oordeel van burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van de iepenspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
ARTIKEL 12 : Monumentale en waardevolle bomen.
De gemeente bezit een lijst met nationaal geregistreerde, monumentale bomen, waarvoor in beginsel geen kapvergunning wordt afgegeven, tenzij sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid, noodtoestand of andere uitzonderlijke situaties.
Hij die handelt in strijd met artikel 2, eerste lid, dan wel een voorschrift onderscheidelijk een verplichting als bedoeld in artikel 4 eerste lid of artikel 8 eerste en tweede lid danwel artikel 9, niet nakomt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke veroordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden.