Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ridderkerk

Verordening winkeltijden Ridderkerk 1996

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRidderkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening winkeltijden Ridderkerk 1996
CiteertitelVerordening winkeltijden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Winkeltijdenwet
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-10-199614-03-2014nieuwe regeling

30-09-1996

Gemeentejournaal, 10-10-1996

gemeentestukken 1996-388

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening winkeltijden Ridderkerk 1996

 

 

 

RIDDERKERK

Gemeentestukken 1996-388

De raad van de gemeente Ridderkerk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 augustus 1996, nr. 388; gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende

VERORDENING WINKELTIJDEN RIDDERKERK 1996

Artikel1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en tweede kerstdag;

Artikel 2 Beslissingstermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om ontheffing of vrijstelling, zoals genoemd in deze verordening, binnen acht weken.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing verdagen met een termijn van vier weken.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

1 . Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders.

2.In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

 

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders clan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke aan een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn; f. de houder van de ontheffing dit verzoekt.

Artikel 5 Feestdagenregeling

  • 1.

    De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder b, van de wet, gelden niet op nader aan te wijzen feestdagen.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde feestdagen worden aangewezen door burgemeester en wethouders.

  • 3.

    De in het voorgaande lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard; b. het uitstallen van goederen.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: veilingen, beurzen en bijzondere manifestaties.

Artikel 7 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

  • 1.

    Winkels als bedoeld in artikel 10, sub b, van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet zijn vrijgesteld van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen met then verstande dat het sluitingstijdstip geldt zoals dit ten aanzien van horecabedrijven in de Algemene Plaatselijke Verordening is opgenomen.

  • 2.

    Winkels als bedoeld in artikel 10, sub c, van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet zijn vrijgesteld van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen ten aanzien van andere winkels clan in het eerste en tweede lid genoemd.

  • 4.

    De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie, de openbare orde of de veiligheid in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beinvloed door de openstelling van de winkel.

    Artikel 9 Andere vrijstellingen

    Ten aanzien van andere in de wet, niet in vorenstaande artikelen genoemde vrijstellingen zijn burgemeester en wethouders bevoegd op aanvragen daartoe afwijzend te beslissen.

    Artike1 10 Slotbepaling

    Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening winkeltijden en treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

    Ridderkerk, 30 september 1996 de raad voornoemd,

    de secretaris I.s., de voorzitter,