Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ridderkerk

Beleidsregels ten aanzien van het gebruik van eigen materiaal op de weekmarkt in de gemeente Ridderkerk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRidderkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels ten aanzien van het gebruik van eigen materiaal op de weekmarkt in de gemeente Ridderkerk
CiteertitelBeleidsregels ten aanzien van het gebruik van eigen materiaal op de weekmarkt in de gemeente Ridderkerk
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Hoewel de Marktverordening Ridderkerk 2001 is ingetrokken, bepaalt de Marktverordening Ridderkerk 2007 dat: "Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening Ridderkerk 2001 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening."

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Marktverordening Ridderkerk 2001, art. 1.5
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-2004nieuwe regeling

13-04-2004

Gemeentejournaal, 15-04-2004

04/05153-nb

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels ten aanzien van het gebruik van eigen materiaal op de weekmarkt in de gemeente Ridderkerk

 

 

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

BELEIDSREGELS TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN EIGEN MATERIAAL OP DE WEEKMARKT IN DE GEMEENTE RIDDERKERK

Het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk;

overwegende, dat het ingevolge artikel 1.5 van de Marktverordening Ridderkerk 2001 verboden is zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders op het marktterrein kramen, tafels, verkoopwagens en dergelijke te plaatsen, te verhuren of op te slaan;

dat ons college op grond van artikel 1.7 van de Marktverordening Ridderkerk 2001 aan deze vergunning voorwaarden kan verbinden, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist;

dat tot op heden de kramen op de markt zijn geplaatst door een door het college hiertoe bevoegd verklaarde marktkramenexploitant;

dat daarnaast aan een aantal marktkooplieden vergunning is verleend voor het gebruik van eigen materiaal op de markt in de vorm van een verkoopwagen;

dat de ontwikkelingen op het terrein van het eigen materiaal niet stil hebben gestaan en dat – naast de verkoopwagen – allerlei andere soorten eigen materiaal zijn ontwikkeld;

dat het gebruik van eigen materiaal door de marktkooplieden om diverse redenen wenselijk wordt gevonden;

dat gelet hierop en gelet op recente jurisprudentie op dit punt het college het gewenst acht het gebruik van eigen materiaal onder bepaalde voorwaarden toe te staan;

dat, indien eigen materiaal wordt gebruikt, gebruik gemaakt dient te worden van het materiaal van de door ons college bevoegd verklaarde kramenzetter;

dat het voorts in verband met een ordelijk verloop van de markt gewenst is, dat het gebruik van eigen materiaal de eerste jaren geleidelijk aan wordt toegestaan;

gehoord de Marktadviescommissie en de huidige marktkramenexploitant;

gelet op artikel 1.5 van de Marktverordening Ridderkerk 2001 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

BELEIDSREGELS TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN EIGEN MATERIAAL OP DE WEEKMARKT IN DE GEMEENTE RIDDERKERK

  • 1.

    Voor gebruik van eigen materiaal kan slechts vergunning worden verleend als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      het eigen materiaal dient inpasbaar te zijn op de markt, hetgeen inhoudt dat:

  • 1.

    het eigen materiaal geen visuele belemmeringen mag veroorzaken voor naastgelegen kramen;

  • 2.

    het eigen materiaal geen belemmeringen mag veroorzaken voor de kramenexploitant;

  • 3.

    geen grotere ruimte mag worden ingenomen dan waarvoor vergunning is verleend;

  • 4.

    geen kleinere ruimte mag worden ingenomen dan waarvoor vergunning is verleend, om de continuïteit in de kramenrij te waarborgen en om te voorkomen dat publiek achter de kramen kan komen;

  • 5.

    de kwaliteit en uitstraling van het te gebruiken materiaal dienen te passen in het beeld van de markt;

  • 6.

    alle kosten van het eigen materiaal, alsmede de kosten die gemaakt moeten worden om te voldoen aan de gestelde eisen voor het gebruik van eigen materiaal, voor rekening van de gebruiker van het eigen materiaal komen;

    • b.

      eigen materiaal kan alleen gebruikt worden op de plaats waar de marktkoopman een huurkraam heeft; in uitzonderingsgevallen kan overleg plaatsvinden over een andere plaats;

    • c.

      omtrent het tijdstip van de plaatsing van het eigen materiaal, alsmede over de wijze waarop dit dient te geschieden dient overleg met de marktmeester plaats te vinden.

  • 2.

    Indien geen eigen materiaal wordt gebruikt, dient gebruik gemaakt te worden van het materiaal van de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen kramenzetter.

  • 3.

    Als overgangsbepaling geldt, dat gedurende een periode van drie jaar, in totaal niet meer dan 9 vergunningen voor het gebruik van eigen materiaal zullen worden verleend. Hierbij geldt, dat in principe niet meer dan drie vergunningen per jaar zullen worden verleend. Ten aanzien van deze aantallen kan per jaar enige verschuiving plaatsvinden. De voor de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels reeds bij de gemeente ingediende aanvragen om een dergelijke vergunning worden als aanvraag om een vergunning voor het gebruik van eigen materiaal aangemerkt en worden na inwerkingtreding van deze beleidsregels als eerste, op volgorde van datum van binnenkomst, in behandeling genomen.

Deze beleidsregels treden in werking op 1 mei 2004.

Ridderkerk, 13 april 2004

Het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk,

de secretaris, de burgemeester,