Organisatie | Ridderkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Organisatiebesluit gemeente Ridderkerk 2006, met budgethoudersregeling |
Citeertitel | Organisatiebesluit 2006 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | algemeen |
Het Organisatiebesluit gemeente Ridderkerk 2006, zoals vastgesteld op 13 december 2005 wordt ingetrokken met ingang van de datum, waarop dit besluit in werking treedt.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-01-2008 | 25-01-2008 | intrekking | 08-01-2008 gemeentejournaal, 24-01-2008 | RI 07/01091 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk;
gelet op de artikelen 103 en 160 van de Gemeentewet en de Financiële verordening gemeente Ridderkerk 2003;
Organisatiebesluit gemeente Ridderkerk 2006, met budgethoudersregeling
integraal management: met inachtneming van de vastgestelde kaders, de zorg en de verantwoordelijkheid voor consequenties op het gebied van PIJOFACH (Personeel, Informatievoorziening, Juridische zaken, Organisatorische, Financiële, Administratieve organisatie, Communicatie en Huisvesting) van een afdeling;
§ 2 Instructie gemeentesecretaris
Artikel 2.2 Ondersteuning raad/commissies
1.De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor de ambtelijke bijstand aan raad en individuele raadsleden, zulks overeenkomstig het gestelde in de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003, gewijzigd d.d. 26 januari 2004.
Artikel 2.3 Aansturing ambtelijke organisatie
1.De gemeentesecretaris is eindverantwoordelijk voor de aansturing van de ambtelijke organisatie en rechtstreeks verantwoordelijk voor de aansturing van de programmadirecteuren en afdelingshoofden.
Het college voert jaarlijks een functionerings- en popgesprek en een beoordelingsgesprek met de gemeentesecretaris.
Het afdelingshoofd draagt, met in achtneming van de gemeentebrede kaders zorg voor: het middelenbeheer van de afdeling, het in stand houden van de administratieve organisatie van de afdeling, het bijhouden van de aan zijn afdeling toegewezen administraties, het tijdig en volledig aanleveren van de juiste bestuurlijke informatie en de bewaking van de financiële rechtmatigheid bij de uitvoering van het afdelingsplan.
alsmede voor de aanwijzing van ambtenaren van de afdeling, die de verantwoordelijkheid zullen dragen voor de uitvoering van de voorgestelde besluiten.
4.Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor het op adequate wijze voeren van werkoverleg.
Artikel 3.3 Hoofd van een ondersteunende afdeling
Van zwaarwichtige meningsverschillen omtrent de inhoud van adviezen aan het college, voorstellen aan de raad, de uitkomsten van planning en control en de noodzaak van het uitvoeren van audits, stelt het afdelingshoofd van een ondersteunende afdeling de algemeen directeur en indien nodig het college op de hoogte.
Artikel 4.2 Taken en bevoegdheden
De budgethouder/-beheerder levert aan de ondersteunende afdeling(en) alle relevante gegevens en informatie ten behoeve van: het opstellen van de programmabegroting en productenraming aan, het voeren van de centrale administraties, het voeren van het centrale budgetsysteem, het opstellen van periodieke monitors en de jaarstukken, zodat gerichte verantwoordingsinformatie aan het college van burgemeester en wethouders en de raad kan plaatsvinden.
Onder verantwoordelijkheid van de algemeen directeur is de budgethouder gerechtigd tot het doen van uitgaven en het ontvangen van inkomsten die nodig zijn om de vastgelegde prestaties te kunnen verrichten en de producten te kunnen leveren waarvoor budget is toegewezen en gespecificeerd is in de vastgestelde productenraming.
§ 5 Overlegvormen en vervanging
Artikel 5.2 Breed Management Overleg
Afdelingshoofden zijn bij toerbeurt voorzitter van bijeenkomsten van het breed management overleg.
Bij verhindering vervangen afdelingshoofden elkaar onderling in bijeenkomsten van het breed management overleg.
§ 6 Vaststelling en ingangsdatum Artikel 6.1 Overgangs- en slotbepalingen
Dit besluit kan worden aangehaald als “Organisatiebesluit 2006”.
Ridderkerk,......................................
Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
Toelichting Organisatiebesluit gemeente Ridderkerk 2006, met budgethoudersregeling.
De betekenis van de organisatorische begrippen is uitgewerkt in artikel 0.1 van dit besluit.
In de Ridderkerkse situatie is de gemeentesecretaris tevens algemeen directeur. Bij de opbouw van het organisatiebesluit is daarom onderscheid gemaakt in taken die op grond van de Gemeentewet aan de gemeentesecretaris zijn opgedragen en taken die zijn aan te merken als leiding van de ambtelijke organisatie.
Het organisatiebesluit is uitgebreid met een paragraaf omtrent budgethouderschap. De voorgaande budgethoudersregeling is tegen het licht gehouden en overtollige bepalingen zijn geschrapt. In het besluit is tevens de werkwijze omtrent het aangaan en vastleggen van verplichtingen opgenomen.
§ 2 Instructie gemeentesecretaris
Bestuursopdrachten worden uitsluitend door tussenkomst van de gemeentesecretaris in de ambtelijke organisatie uitgezet.
Het hoofd van een ondersteunende afdeling heeft een eigen adviesverantwoordelijkheid naar de algemeen directeur en zonodig naar het college ten aanzien van de inhoud van de tot zijn vakgebied behorende onderwerpen.
In deze paragraaf zijn de aanwijzing en de taken en bevoegdheden van budgethouders en -beheerders vastgelegd. Ook is in deze paragraaf opgenomen op welke wijze “geschoven” kan worden met budgetten. In tegenstelling tot de ingetrokken budgethoudersregeling is nu opgenomen wat een budgethouder of -beheerder wel mag. Dat houdt in dat wat er niet staat, niet is toegestaan.
De aanwijzing van budgethouders gebeurt niet op naam, maar als functionaris. (art. 4.1)
De budgethouder of -beheerder heeft de mogelijkheid om, als hij dat zelf nodig vindt, aangegane verplichtingen onder een bedrag van € 2.500,-- vast te leggen, daarboven is dit een verplichting (art.4.2).
Artikel 4.3. regelt hoe de budgethouders bij budgetafwijkingen (mee- en tegenvallers) moeten handelen. De hoofdregel is hierbij dat alle (jaar)budgetten en kredieten taakstellend zijn. Budgethouders dienen zich dan ook tot het uiterste in te spannen om de programmabegroting en productenraming uit te voeren binnen de toegewezen budgetten of kredieten. Dit houdt ook in dat budgethouders tegenvallers moeten zien te voorkomen. In de praktijk van de begrotingsuitvoering spelen echter talloze interne en externe factoren een rol. Deze kunnen leiden tot het ontstaan van afwijkingen. De post onvoorzien is beschikbaar voor het opvangen van incidentele tegenvallers.
Een budgethouder dient zich te realiseren welke politieke en bestuurlijke gevolgen zijn handelen, binnen de hem gegeven bevoegdheden en verplichtingen, kan hebben voor het college of de verantwoordelijke bestuurder. Voordat dan ook een beslissing in politiek of bestuurlijk gevoelige zaken kan worden genomen, dient eerst overleg plaats te vinden tussen de budgethouder, de algemeen directeur en de verantwoordelijke bestuurder(s).
Op welke wijze afwijkingen aan de raad worden voorgelegd (raadsvoorstel via programmamonitor, afzonderlijk raadsvoorstel of kadernota/programmabegroting) hangt af van de aard van het voorstel (politieke relevantie) of de hoogte, dan wel de aard van het bedrag (incidenteel of structureel). Uiteindelijk beslist de algemeen directeur in overleg met het college/de verantwoordelijke bestuurder(s).
§ 5 Overlegvormen en vervanging
In deze paragraaf is de vervanging bij afwezigheid van de directeuren en afdelingshoofden opgenomen.
§ 6 Overgangs- en slotbepalingen
Het derde lid van artikel 6.1 is opnieuw opgenomen, omdat niet valt uit te sluiten dat nog gemeentelijke regelgeving van toepassing is waarin de termen “dienst” en “directeur” wordt gebruikt.