Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ridderkerk

Verordening op de rekenkamercommissie Ridderkerk 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ridderkerk
Officiële naam regelingVerordening op de rekenkamercommissie Ridderkerk 2006
CiteertitelVerordening op de rekenkamercommissie Ridderkerk 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Gelijktijdig met de inwerkingtreding vervalt de verordening op de rekenkamercommissie 2005 (gemeentestukken 2005-357).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 99

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-06-200623-12-2011nieuwe regeling

18-05-2006

Gemeentejournaal, 01-06-2006

Gemeentestukken 2006-11

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Ridderkerk;

Gelet op artikel 99 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de rekenkamercommissie Ridderkerk 2006

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: Gemeentewet;

    • b.

      commissie: rekenkamercommissie;

    • c.

      voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

    • d.

      college: college van burgemeester en wethouders;

    • e.

      rekenkamercommissie: de Rekenkamercommissie Ridderkerk.

    • f.

      externe leden: de leden van de commissie die geen lid van de raad van Ridderkerk zijn.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit ten minste 3 en ten hoogste 5 leden.

  • 3. Ten hoogste tweeleden zijn tevens lid van de raad van Ridderkerk.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie die tevens raadsleden zijn, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd. De leden die geen deel uitmaken van de raad worden voor een periode van zes jaar benoemd.

  • 3. De rekenkamercommissie benoemt haar voorzitter, niet zijnde een raadslid, uit haar midden. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met het secretariaat en de onderzoekers. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt een door de commissie aangewezen lid als plaatsvervanger op.

  • 4. Bij een tussentijdse vacature pleegt, voorafgaand aan de benoeming van de leden, de raad overleg met de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Benoeming plaatsvervangend leden

  • 1. De raad kan zoveel plaatsvervangend leden benoemen als er leden zijn.

  • 2. Een plaatsvervangend lid kan door de voorzitter worden opgeroepen een lid tijdelijk te vervangen, als dat lid door de raad op non-actief is gesteld dan wel bij voorziene afwezigheid anderszins.

  • 3. De voorzitter kan de plaatsvervangende leden oproepen deel te nemen aan bepaalde werkzaamheden. Zij hebben dan dezelfde bevoegdheden als de gewone leden; zij maken deel uit van de rekenkamer.

  • 4. De bepalingen van deze verordening zijn op plaatsvervangend leden van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Onverenigbaarheid

  • 1. Op personen die de rekenkamerfunctie uitoefenen, is artikel 81f van de Gemeentewet, behoudens het eerste lid, onder k en p van die wet, van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Artikel 15, eerste en tweede lid van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op de leden van de rekenkamercommissie.

Artikel 6 Integriteit

  • 1. De leden maken onderling bekend welke andere functies dan het lidmaatschap van de commissie zij vervullen.

  • 2. Tijdens het onderzoek dienen de leden, in hun handelen en nalaten, af te zien van datgene dat kan worden aangemerkt, danwel zou kunnen worden aangemerkt als beïnvloeding door degenen die onderwerp zijn of kunnen worden van het onderzoek.

  • 3. De raad kan voor de leden van de commissie een gedragscode vaststellen.

Artikel 7 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a. op eigen verzoek, totdat in zijn opvolging is voorzien;

      • b.

        indien het lid aftreedt als lid van de raad;

      • c.

        indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de rekenkamercommissie te vervullen;

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      na de benoemingsperiode van 6 jaar, totdat in de opvolging is voorzien;

    • b.

      op eigen verzoek, totdat in zijn opvolging is voorzien;

    • c.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.

    • d.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

      • 4.

        De raad kan een extern lid tijdelijk op non-actief stellen:

        • a.

          als tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld;

        • b.

          als er een ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en of omstandigheden die tot ontslag leiden, zoals genoemd in het derde lid, onder d.

      • 5.

        De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen

        • a.

          wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend of langdurig ongeschikt zijn hun functie te vervullen;

        • b.

          wanneer het lidmaatschap naar het oordeel van de raad schade toebrengt aan het (publieke) vertrouwen in de commissie.

Artikel 9 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De externe leden ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie een vergoeding ten bedrage van 200 % van het maximumbedrag genoemd in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. De externe voorzitter ontvangt voor het bijwonen van vergaderingen van de rekenkamer een vergoeding ten bedrage van 250 % van het maximumbedrag.

  • 2. De externe leden kunnen voor verrichte onderzoekswerkzaamheden t.b.v. de rekenkamercommissie Ridderkerk een uurvergoeding ontvangen van 60% van het maximumbedrag genoemd in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 3. De vergoeding genoemd in het eerste en tweede lid komt ten laste van het budget voor de rekenkamercommissie.

Artikel 10 Secretariaat

  • 1. Het secretariaat wordt uitgevoerd door de griffie onder verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. Het secretariaat legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. Het secretariaat draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

  • 5. De commissie kan het secretariaat mandateren alle informatie te verzamelen die de commissie in het belang van het onderzoek nodig acht.

Artikel 11 Onderzoeksmedewerkers

  • 1. Interne onderzoeksmedewerkers worden voor de duur van het onderzoek en in overleg met de commissie door de gemeentesecretaris aangewezen; zij worden in voldoende mate voor de vervulling van hun taak vrijgesteld. Hun werkzaamheden worden door de commissie bekostigd.

  • 2. Onderzoeksmedewerkers kunnen, als de commissie hen daartoe mandateert, alle informatie verzamelen die de commissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording schuldig aan de commissie.

Artikel 12 Reglement van orde

De commissie kan een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vaststellen. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 13 Vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de rekenkamercommissie zijn besloten.

  • 2. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 3. De commissie komt in vergadering bijeen zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee van de overige leden dat nodig acht.

Artikel 14 Quorum

  • 1. Voor het houden van een vergadering en voor het nemen van besluiten is vereist dat de meerderheid van de commissie, waaronder in ieder geval de voorzitter of diens vervanger, aanwezig is.

  • 2. De commissie besluit bij meerderheid van stemmen, minderheidstandpunten mogen in de rapportage worden verwoord. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de voorzitter.

Artikel 15 Geheimhouding

  • 1. De beraadslagingen en de conceptrapportages van de rekenkamercommissie zijn vertrouwelijk.

  • 2. De rapporten van de commissie zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 3. De leden van de commissie, het secretariaat en degenen die de vergadering hebben bijgewoond, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in het kader van het werk van de commissie ter kennis is gekomen.

  • 4. De vertrouwelijkheid wordt opgeheven zodra de commissie haar rapportage aanbiedt aan de raad.

Artikel 16 Bijwonen vergaderingen

De voorzitter beslist over het bijwonen van de vergaderingen door anderen dan de commissieleden en het secretariaat.

Artikel 17 Onderwerpselectie

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, dan zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 18 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie kan de bevoegdheden genoemd onder het derde lid mandateren aan een van haar leden, het secretariaat en/of aan de onderzoeksmedewerkers.

  • 5. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 6. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 8. De commissie brengt jaarlijks vóór 1 april verslag uit aan de raad over haar werkzaamheden, voor het eerst in 2006. In het verslag rapporteert de commissie over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van haar eerdergedane door de raad overgenomen aanbevelingen.

    Artikel 19 Beraadslagingen rapportages

    De leden nemen geen deel aan de beraadslagingen van de rapportages in raadscommissie en raad. Wel kunnen zij worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan de behandeling in de vorm van een toelichting.

    Artikel 20 Budget

    • 1.

      De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken. De griffier is budgethouder.

    • 2.

      Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • c.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

    • 3.

      De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

    Artikel 21 Voorziening

    In de gevallen, zover het de werkwijze van de commissie betreft, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie, met inachtneming van de bepalingen in de wet.

    Artikel 22 Inwerkingtreding

    • 1.

      Deze verordening treedt in werking de eerste dag na bekendmaking.

    • 2.

      Gelijktijdig met de inwerkingtreding vervalt de verordening op de rekenkamercommissie 2005 (gemeentestukken 2005-357).

    Ridderkerk 18 mei 2006,

    De raad voornoemd,

    de griffier, de voorzitter,

    BS/720/bs