Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ridderkerk

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Ridderkerk 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRidderkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Ridderkerk 2007
CiteertitelVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Ridderkerk 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerponderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op Primair Onderwijs, art. 140
  2. Wet op het Voortgezet Onderwijs, art. 96g
  3. Algemene wet bestuursrecht titel 4.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-07-200701-05-2007nieuwe regeling

12-07-2007

Gemeentejournaal, 19-07-2007

Gemeentestukken 2007-113

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Ridderkerk 2007

De raad van de gemeente Ridderkerk;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 juni 2007,

nummer 2007-113;

gelet op artikel 140 van de Wet op het Primair Onderwijs, artikel 96g van de Wet op het Voortgezet Onderwijs en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

VERORDENING MATERIËLE FINANCIËLE GELIJKSTELLING

ONDERWIJS RIDDERKERK 2007

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het Primair Onderwijs en de Wet op het Voortgezet Onderwijs bekostigde en in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

  • b.

    school: een school voor basisonderwijs, voor speciaal basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs of voor speciaal voortgezet onderwijs;

  • c.

    nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het Primair Onderwijs of artikel 75 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

  • d.

    voorziening: een voorziening als opgenomen in de bijlage Voorzieningen bij deze verordening

  • e.

    indieningsdatum: de uiterste datum waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • f.

    toekenningscriteria: de omstandigheden als opgenomen in de bijlage Voorzieningen bij deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • g.

    tijdvak: de periode als opgenomen in de bijlage Voorzieningen bij deze verordening waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • h.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of een aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op alle voorzieningen die door een schoolbestuur bij het college worden aangevraagd.

  • 2.

    Het bepaalde in de Algemene subsidieverordening Ridderkerk 2007 is niet van toepassing op aanvragen om een voorziening door een schoolbestuur.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen, binnen de door de raad geautoriseerde financiële kaders..

  • 2.

    Het college stelt de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag vast.

  • 3.

    Het college maakt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen het subsidieplafond bekend en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

  • 1.

    Jaarlijks voor 15 december zendt het college de schoolbesturen een overzicht van de op grond van deze verordening toegekende voorzieningen.

  • 2.

    Het overzicht omvat de periode van 1augustus van het voorgaande jaar tot en met 31 juli van het jaar van toezending.

Hoofdstuk 2. Aanvraag voorzieningen

Artikel 5 Indiening aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een voorziening als opgenomen in de bijlage Voorzieningen bij deze verordening, wordt vóór 1 februari voorafgaand aan het tijdvak waarvoor de voorziening is bedoeld ingediend bij het college, tenzij in de bijlage Voorzieningen een andere indieningsdatum is vermeld.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend op een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 6 Beslistermijn

  • 1.

    Het college besluit vóór 1 mei, voorafgaand aan het tijdvak waarvoor de voorziening is bedoeld, op een aanvraag om een voorziening, tenzij in de bijlage Voorzieningen bij deze verordening anders is bepaald.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de in het vorige lid genoemde termijn; in dat geval wordt de aanvrager daarvan gemotiveerd op de hoogte gesteld vóór het verstrijken van de termijn.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het college weigert de gevraagde voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    het geen voorziening in de zin van de verordening is;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de voorziening het subsidieplafond zou worden overschreden.

Hoofdstuk 3. Toekenning

Artikel 8 Inhoud besluit toekenning

  • 1.

    Het besluit van het college tot toekenning van een voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening;

    • b.

      subsidieverlening;

    • c.

      subsidievaststelling.

  • 2.

    Het besluit tot toekenning vermeldt:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3.

    Een besluit tot subsidieverlening vermeldt voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie of het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld;

    • b.

      voor zover van belang de wijze waarop de aanvrager rekening en verantwoording aflegt aan het college.

Artikel 9 Subsidievaststelling

  • 1.

    Indien het college een voorziening heeft toegekend in de vorm van een subsidieverlening, dient het schoolbestuur vóór 1 oktober na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend, een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college, tenzij in de bijlage Voorzieningen anders is bepaald.

  • 2.

    Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont het schoolbestuur aan dat de aan de toekenning verbonden verplichtingen zijn nagekomen.

  • 3.

    Indien het schoolbestuur niet of onvoldoende aantoont dat de subsidieverplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het college aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verstrekken en krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de mededeling de aanvullende informatie te verstrekken.

  • 4.

    Indien het schoolbestuur geen aanvullende informatie als bedoeld in het vorige lid verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.

Hoofdstuk 4. Overige bepalingen

Artikel 10 Terugvordering feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen

Ten onrechte feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de voorziening is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de voorziening dit mogelijk maakt.

Artikel 11 Verbod tot vervreemding

Vervreemding van op grond van deze verordening toegekende voorzieningen is niet toegestaan zonder toestemming van het college, tenzij sprake is van overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur.

Artikel 12 Informatieplicht

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college de informatie die noodzakelijk is voor de uitvoering van deze verordening.

Artikel 13 Beslissing in gevallen waarin verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Hoofdstuk 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 14 Overgangsbepaling

  • 1.

    Aanvragen om voorzieningen voor het schooljaar 2007 – 2008 worden voor 1 juni 2007 bij het college ingediend.

  • 2.

    Bij de beoordeling van de in het vorige lid genoemde aanvragen kan het college afwijken van de in de bijlage Voorzieningen vermelde toekenningscriteria.

  • 3.

    Op de in het eerste lid genoemde aanvragen beslist het college vóór 1 juli 2007.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 mei 2007.

Ridderkerk, 12 juli 2007

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

EO/412/Z