Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Giessenlanden

Nota lokale bedrijvigheid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGiessenlanden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota lokale bedrijvigheid
CiteertitelNota lokale bedrijvigheid
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpZaaknummer : 08-1619 1085

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De ingangsdatum van deze regeling is bij benadering

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2009Nieuwe regeling

15-01-2009

Onbekend

Nota Lokale bedrijvigheid "Het werkt buitengewoon"

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Lokale Bedrijvigheid

Afdeling Ruimte& Projecten,

15 januari 2009

1. Inleiding

1.1 Aanleiding van de Nota Lokale bedrijvigheid

In het coalitieakkoord Giessenlanden PvdA, ChristenUnie en CDA 2006-2010 ‘Voortvarend en met elkaar’ is opgenomen dat er een Nota Lokale Bedrijvigheid in 2008 wordt opgesteld.

De Nota Lokale Bedrijvigheid streeft naar een optimale samenhang van wonen, werken en recreëren. In de gemeente Giessenlanden is wonen op dit moment het belangrijkste element. Recreëren wordt een steeds belangrijkere factor. Belangrijk is dat er aandacht wordt besteed aan de factor werk. Deze factor is op dit moment in deze gemeente nog van ondergeschikt belang. In deze nota staat daarom het werken en het ondernemen centraal. We willen voorkomen dat Giessenlanden enkel een forensengemeente wordt, waarin onvoldoende mogelijkheden geboden worden voor lokaal ondernemerschap.

Deze nota is een visie over het te houden beleid in de aankomende jaren. Deze nota is geen spoorboekje dat exact gevolgd moet worden (het bestemmingsplan is het spoorboekje), maar geeft een leidraad om richting te geven aan de invulling van de lokale bedrijvigheid.

De Nota Lokale Bedrijvigheid is geënt op de Lokale Structuurvisie en belicht de gemeente vanuit bedrijfseconomische invalshoek. Het is een richtinggevend beleidsinstrument voor onder andere bestemmingsplannen. Deze notitie speelt een duidelijke rol bij de herziening en actualisatie van bestemmingsplannen. Daarnaast moet ondernemend Giessenlanden zich er in kunnen vinden.

Bij het opstellen van deze nota is gebruik gemaakt van verschillende documenten zoals: het streekplan Zuid-Holland Oost (2003) en de bedrijventerreinenstrategie Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (2007).

1.2 Lokale Structuurvisie Giessenlanden

In december 2008 wordt de Lokale Structuurvisie Giessenlanden vastgesteld. In de Lokale Structuurvisie worden de beleidslijnen voor de langere termijn beschreven op het gebied van ruimte, volkshuisvesting, economie, voorzieningen & infrastructuur en recreatie & toerisme. Lokale bedrijvigheid en de economische situatie worden ook summier in de Lokale Structuurvisie beschreven. De Lokale Structuurvisie geeft de kaders voor de ruimtelijke ordening en geeft input bij de herziening en actualisatie van bestemmingsplannen in onze gemeente. Alle bestemmingsplannen hangen op deze wijze met elkaar samen. De uitgangspunten voor de Nota Lokale Bedrijvigheid kunt u ook terugvinden in de Lokale Structuurvisie.

1.3 Bestemmingsplan Landelijk Gebied

In navolging van de Lokale Structuurvisie en de Nota Lokale Bedrijvigheid wordt het bestemmingsplan Landelijk Gebied geactualiseerd. De Lokale Structuurvisie en de Nota Lokale Bedrijvigheid zullen onder andere input zijn voor dit bestemmingsplan. De voorbereidende werkzaamheden voor het bestemmingsplan Landelijk Gebied zijn inmiddels gestart.

1.4 Leeswijzer

De Nota Lokale bedrijvigheid bestaat uit de volgende hoofdstukken:

  • ·

    huidige economische situatie gemeente Giessenlanden;

  • ·

    bedrijfssectoren in Giessenlanden uitgelicht;

  • ·

    bedrijfsvestiging en doorgroeimogelijkheden;

  • ·

    regionale ontwikkelingsmaatschappij;

  • ·

    gemeentelijke bedrijventerreinen.

Ten slotte vindt u een samenvattende tabel op pagina 12.

2. Huidige economische situatie gemeente Giessenlanden

2.1 Economie in Giessenlanden

Giessenlanden kenmerkt zich in eerste instantie als een rustige, groene woongemeente. Ten zuiden van de gemeente Giessenlanden ligt de gemeente Gorinchem. De gemeente Gorinchem vervult voor o.a. de gemeente Giessenlanden een regiofunctie met een ziekenhuis, voortgezet onderwijs en een winkelaanbod in het centrum, maar ook in het Piazzacentrum. Giessenlanden is een forensengemeente, inwoners kunnen snel hun weg vinden via het rijkswegennet A15 en A27 naar grotere conglomeraties. De centrale geografische ligging heeft positieve effecten op de economische potentie van onze gemeente. De agrarische sector is in onze gemeente nog steeds de meest in het oogspringende economische drijver. In de loop der tijd hebben sommige agrariërs activiteiten ontwikkeld naast hun boerenbedrijf. Zij hebben zich bijvoorbeeld ontwikkeld tot loonwerker, aannemer of transportbedrijf. Voorbeelden hiervan zijn de bedrijven De Kuiper, De Kreij en HABO. Daarnaast hebben sommige agrariërs zich toegelegd op toeristische nevenactiviteiten. Hiermee is toerisme ook een economische drager geworden.

Uitzondering op het agrarische karakter in onze gemeente is de kern Arkel. Hoewel zich in Arkel enkele fruitteeltbedrijven bevinden, is Arkel van oudsher meer georiënteerd op industrie en bedrijvigheid. In Arkel ligt het grootste bedrijventerrein van onze gemeente (20 ha.). Langs de Merwede zijn tevens twee (grote) watergebonden bedrijven gevestigd, Asfaltproductie Hoogblokland B.V. (asfaltcentrale) en BetonSon B.V. (betonmortelfabriek).

Gemeente Giessenlanden kent nog drie bedrijventerreinen: bedrijventerrein Giessenburg, bedrijventerrein Middenweg/ De Vort en bedrijventerrein Haarbrug. Daarnaast is er een regionaal bedrijventerrein, Transportcentrum Schelluinen-West, in ontwikkeling. Sinds het jaar 2000 heeft de regio zich hard gemaakt voor de ontwikkeling van regionale bedrijventerreinen in de Alblaserwaard/Vijfheerenlanden om de transportsector te stimuleren en het Groene Hart te bewaren. Naast de bedrijvigheid op de bedrijventerreinen is er ook bedrijvigheid in de dorpen en linten. Op sommige locaties geeft deze bedrijvigheid een meerwaarde en op andere locaties geeft de bedrijvigheid problemen. Ook kan de steeds strengere milieuwetgeving een belemmering vormen voor bedrijven die zich hier gevestigd hebben.

Gegevens van de Kamer van Koophandel wijzen uit dat de economische ontwikkeling van de Alblasserwaard en onze gemeente achterblijft bij het Nederlandse gemiddelde. Het is belangrijk dat de economische ontwikkeling van de gemeente Giessenlanden zich verder ontwikkelt. Deze Nota biedt perspectief om de economische ontwikkeling in onze gemeente te laten aantrekken, gelet op de genoemde kaders, tot tenminste een gelijk niveau met de landelijke groei!

In de bijlage 1: Bedrijven in Giessenlanden kunt u informatie terugvinden over het bedrijvenbestand in onze gemeente.

3. Bedrijfssectoren in Giessenlanden uitgelicht

3.1 Agrarische Sector

Van oorsprong is de gemeente een landelijke/agrarische gemeente, de kernen zijn groot geworden door de agrarische sector. In de loop van de tijd zijn er woonwijken rond deze boerderijen ontstaan. De jaren ’90 waren kenmerkend doordat er op allerlei locaties in het land een bedrijventerrein verrees. Wetgeving vereiste dat bedrijfsactiviteiten zich verplaatsten van binnen de bebouwde kom naar daarbuiten. Deze terreinen zijn echter niet overal gepast. Vooral in een landelijke gemeente, zoals de gemeente Giessenlanden, kan een dergelijk bedrijventerrein een ruimtelijk verstoorde indruk geven.

De tendens in de landbouw bestaat voornamelijk uit schaalvergroting van agrarische bedrijven. Schaalvergroting is voor veel agrarische bedrijven nodig om in de toekomst te blijven bestaan. Door de schaalvergroting verandert het platteland en verdwijnen kleinere boerenbedrijven. In 1984 is er een start gemaakt met het uitgeven van melkquota. In 1984 zijn er 63.000 melkquota uitgegeven. In 2008 zijn er slechts 17.000 melkquota uitgegeven. De huidige agrariërs en voornamelijk de toekomstige (opvolgers) moeten meer dan ooit belangrijke keuzes maken over hun bedrijfsvoering en zich langs de ingeslagen weg verder ontwikkelen. Ondanks dat het steeds moeilijker wordt om stand te houden bij productie tegen wereldmarktprijzen is de agrarische sector in Giessenlanden levensvatbaar en zijn er voldoende toekomstperspectieven. De tendens van schaalvergroting gaat door. Boeren zullen steeds meer koeien gaan houden en meer grond beheren, waardoor het aantal bedrijven afneemt. Naast deze schaalvergroting is er een hang naar biologisch (dynamisch), streekeigen (slowfood) en herkenbare producten. Deze laatste ontwikkeling is evengoed van belang.

Nog steeds is de agrarische sector belangrijk voor deze gemeente. De agrarische sector zorgt er namelijk voor dat het bijzondere open veenlandschap in stand blijft voor de samenleving zonder dat men hiervoor geld hoeft te betalen. Om dit te stimuleren moet er een boervriendelijk beleid gevoerd worden en initiatieven voor recreatie en verbreding gefaciliteerd worden (diversificatie).

De Alblasserwaard heeft de hoogste melkdichtheid per hectare van Nederland. Dit is iets om trots op te zijn. Dat de Alblasserwaard zo’n hoge melkdichtheid kent, heeft te maken met het landschap en de grondslag. Daarnaast is er tot twee maal toe een ruilverkaveling geweest. Om deze ruilverkaveling te bewerkstelligen is de overheid planologisch ruimhartig geweest. Deze ruilverkavelingen hebben geleid tot goede, moderne veehouderijen. Hiermee is het bewijs geleverd dat ruimhartig planologisch beleid van de overheid naar de agrariër zijn vruchten afwerpt!

De huidige melkveehouderijen bevinden zich echter in een spagaat. De economische druk is groot om de schaalvergroting door te zetten, terwijl tegelijkertijd door de samenleving van de boeren wordt verwacht dat zij een bijdrage leveren aan landschappelijke, natuurlijke, recreatieve en waterkwaliteiten.

3.2 Transportsector

De transportsector is een belangrijke economische pijler in Giessenlanden zeker na de agrarische revolutie. De goede geografische ligging van onze gemeente ten opzichte van het landelijk en provinciaal wegennet en ten opzichte van het Rijnmond gebied is hierbij van belang. Het is belangrijk om op efficiënte wijze met de beschikbare ruimte om te gaan. Daarom is er aandacht voor de transportsector in samenhang met de leefbaarheid van de dorpen door middel van de realisatie van transportcentrum Schelluinen-West door ROM-S (regionale ontwikkelingsmaatschappij Schelluinen). ROM-S is een regionale ontwikkelingsmaatschappij opgezet door zeven gemeenten en bijgestaan door OPP (Ontwikkelings- en Participatiebedrijf Publieke sector B.V.). Gemeente Giessenlanden zal als achtste gemeente toetreden tot ROM-S. Als aanvulling op het regionale transportcentrum Schelluinen-West zal een aantal regionale vrachtwagenparkeerterreinen ontwikkeld worden. Deze parkeerterreinen dienen ter ondersteuning van het regionale beleid voor transport en logistiek. Deze locaties van circa 1 hectare groot bieden gelegenheid tot (betaald) parkeren. Ze zijn alleen bedoeld voor kleinparkeerders.

3.3 Bouwnijverheid

De bouwnijverheid is ook een grote economische drijver in onze gemeente. De ontstaansgeschiedenis van deze sector is nagenoeg hetzelfde als die van de transportsector. Agrarische ondernemers zochten naar andere bronnen van inkomsten, vaak in de vorm van loonwerk. Deze bedrijven zijn later veelal uitgegroeid tot aannemersbedrijven of transportbedrijven. Veel van deze aannemersbedrijven zijn nog gevestigd in de dorpen en linten van onze gemeente.

3.4 Dienstverlening

Hoogwaardige, kennisintensieve dienstverlening is vaak prima landschappelijk inpasbaar. De sector dienstverlening is tot op heden niet erg ontwikkeld in onze gemeente. Terwijl dienstverlening en daarmee vaak de combinatie van wonen en werken zowel de economie als de vitaliteit van het platteland verder kan stimuleren. Op bedrijventerreinen dienen daarom meer woon-werkunits te worden gerealiseerd. Door zelfstandige kleine (arbeids- en kennisintensieve) bedrijfjes aan te trekken kan de economie binnen de gemeente op peil worden gehouden, zonder grote bedrijfsgebouwen in het landelijke gebied toe te staan. Tevens moet het gebruik van vrijkomende schuren op het platteland, mogelijk gemaakt worden, voor met name startende bedrijven. Uiteraard onder nog nader te formuleren randvoorwaarden. Langs de ruilverkavelingswegen zijn we hier terughoudend in. Er worden hiervoor beleidsregels geformuleerd, die het niveau van de Nota Lokale Bedrijvigheid overstijgen. In voormalige agrarische bedrijven is uitsluitend lichte bedrijvigheid toegestaan, binnen de bestaande bebouwing. De units worden onder voorwaarden mogelijk gemaakt. In de eerste plaats zijn de groeimogelijkheden beperkt en mag er geen extra bebouwing worden toegevoegd om de kleinschaligheid van de bedrijven te waarborgen. De bedrijfsactiviteiten dienen lichte bedrijvigheid te omvatten (categorie 1 en 2) en weinig tot geen verkeersaantrekkende werking te hebben (alleen verkeerscategorie 1 en 2), zodat de activiteiten geen belemmering voor de omgeving vormen. Het parkeren dient geregeld te worden op eigen terrein. Deze mogelijkheden dienen in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied opgenomen te worden. Zie ook paragraaf 4.1.

3.5 Detailhandel

Het detailhandelniveau in de kernen is op dit moment summier. De kleinere buurtwinkels met een beperkter assortiment trekken weg uit de dorpen. Door de toenemende mobiliteit gaan mensen sneller naar een plek waar het voorzieningenaanbod groot is (multipurpose shopping trips). De consument wil een breed aanbod van producten, zodat men maar één adres hoeft aan te doen. De schaalvergroting in de supermarktbranche betekent voor de lokale bakker, groenteboer en slager een minder zonnige toekomst. In de grotere kernen Arkel, Giessenburg en Hoornaar zijn enkele winkels gevestigd om te kunnen voorzien in de eerste levensbehoeften van de inwoners. In de overige kernen is het detailhandelniveau/winkelbestand niet tot nauwelijks. Inwoners zijn mede daarom aangewezen op het regionaal winkelbestand in bijvoorbeeld Gorinchem. Voor de leefbaarheid in de dorpen en de aantrekkelijkheid van de gemeente is het echter wenselijk dat het voorzieningenniveau in de dorpen op kwalitatief goed niveau is. Echter blijft dat afhankelijk van de ondernemers. De gemeente heeft slechts een faciliterende rol. Er zijn speciale vestiginglocaties aangewezen (centra van de dorpen). Net als in de landbouw, is schaalvergroting in de winkel- en supermarktbranche aan de orde.

Op dit moment zijn er enkele bedrijven met een detailhandelsfunctie op bedrijventerreinen in onze gemeente gevestigd. Uitgangspunt is dat de gemeente optreedt wanneer deze activiteiten hier niet mogen plaatsvinden. Daarnaast zal de toegestane detailhandel zoveel mogelijk worden beperkt of volgens het geldende bestemmingsplan worden ingepast.

Verder zijn er enkele minimarkten in onze dorpen. Deze minimarkten hebben vaak een belangrijke functie voor de inwoners van de dorpen. Deze minimarkten willen wij daarom ook faciliteren.

Bovendien willen we de contacten met de middenstandsverenigingen verbeteren, zodat de gemeente ‘ het faciliteren’ goed kan invullen, zie paragraaf 4.7.

3.6 Recreatie & Toerisme

Giessenlanden heeft op vele locaties een prachtig open landschap, daarnaast heeft de Giessen een bijzondere charme. Door het landschap bevinden zich de dorpslinten van onze kernen en zijn er een aantal cultuurhistorisch dorpsgezichten. Vooral voor wandelaars en fietsers is deze omgeving uitermate geschikt. Veel fietsers en wandelaars, maar ook watersporters hebben inmiddels deze regio ontdekt. Recreatie is in deze regio nog weinig ontwikkeld, de huidige recreatie bestaat veelal uit dagrecreatie. Uit onderzoek blijkt dat de bestedingen van deze zogenaamde dagrecreatie aan de lokale bevolking zeer gering is. De potentie van recreatie en toerisme wordt nog te weinig omgezet in geld, echter meer dan menigeen denkt. Wanneer de verblijfsduur van recreanten in onze gemeente kan worden verlengd, zal het bestedingspatroon ook verhogen. Wij zien graag een groei in recreatie en toerisme in onze gemeente en willen initiatieven voor recreatie stimuleren. Er zijn twee redenen om recreatie en toerisme te stimuleren:

  • ·

    recreatie en toerisme geeft een economische impuls aan onze gemeente;

  • ·

    de aantrekkelijkheid van de eigen leefomgeving verbetert.

Recreatie in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

Economische groei in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden op het gebied van recreatie toerisme kan gerealiseerd door middel van drie variabelen:

  • ·

    groei in de bestedingen per persoon per bezoek;

  • ·

    groei van het aantal (herhalings)bezoekers;

  • ·

    verlenging van de verblijfsduur.

Boegbeelden in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden in het kader van recreatie en toerisme zijn Gorinchem/Vestingdriehoek, de Nieuwe Hollandse Waterlinie, Kinderdijk en Leerdam Glasstad. Recreatie ondersteunt het cultuurbeleid en andersom. Er is een wisselwerking hiertussen. De regio zet voornamelijk in op deze onderdelen en niet op recreatie en toerisme in het landelijk gebied. Andere aspecten waarop de regio inzet: evenementen op concentratielocaties en bestaand recreatief aanbod in het buitengebied verder ontwikkelen en waterrecreatie stimuleren. De regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden heeft de ambitie om in samenwerking met plaatselijke ondernemers in het buitengebied complete dagtochten te organiseren. Ook is het mogelijk recreanten te trekken met verschillende vormen van wandelen (wandeldagtochten, ommetjes, wandelen met GPS). De regio vindt een toename van kleinschalige horeca in het buitengebied wenselijk.

Recreatie in Giessenlanden

In de Lokale Structuurvisie wordt ook aandacht besteed aan recreatie en toerisme. Insteek hier is dan ook dat de bestaande kwaliteiten, zoals het prachtige landschap, worden benut door het stimuleren van recreatie en toerisme. Dit zonder dat er kermisachtige attracties ontstaan.

Voorbeelden van gewenste recreatie die in de Lokale Structuurvisie worden genoemd zijn een theetuin, Bed & Breakfast, kamperen bij de boer (en eventueel bij de burger), verkoop van streekeigen producten, boerengolf en openbare aanlegplaatsen voor jachtjes in de recreatieve zone langs de Giessen (niet limitatief).

Vanaf de snelweg A15 is geen ‘recreatieve opstap’ in het gebied aanwezig. Door de ligging aan de A15 is Schelluinen goed bereikbaar vanuit de randstad. Schelluinen zou hiermee een uitstekende locatie voor een recreatief transferium zijn. Op dit punt zou bijvoorbeeld plaats zijn om de auto te parkeren en over te stappen op een ander recreatief vervoermiddel zoals een fiets. Het transferium vormt tevens een informatiepunt met informatie over wandel- en fietsroutes en de adressen van bezienswaardigheden.

Ook aan de oostzijde van Arkel is het streven naar een dergelijk recreatief transferium. Omdat Arkel aan de Linge ligt zal hier een ‘nat’ transferium worden ingericht en kan er worden overgestapt op een kano of fluisterboot. Aansluitend hierop gaat de jachthaven in Arkel een rol spelen. De zone langs de Linge zal recreatief versterkt worden. De verwachte realisering van Hotel Arkel past hier goed in. Zie voor meer informatie herstructurering Arkel, Het Waardje.

Bovengenoemde aspecten staan ook beschreven in De Lokale Structuurvisie.

3.7 Overige bedrijvigheid

Naast de in de voorgaande paragrafen beschreven bedrijfssectoren zijn er ook enkele watergebonden bedrijven in onze gemeente, Asfaltproductie Hoogblokland B.V. (asfaltcentrale) en BetonSon B.V. (betonmortelfabriek). Uitgangspunt hierbij is dat we de bestaande natte kavels behouden, maar dat deze niet verder worden uitgebreid.

4. Bedrijfsvestiging en doorgroeimogelijkheden

4.1 Startende ondernemers

Voor ondernemers is het vaak moeilijk om te starten. Om deze doelgroep tegemoet te komen wordt de bouw van woon-werkunits gestimuleerd. De uitbreiding van het bedrijventerrein Arkel III voorziet hier bijvoorbeeld in. De combinatie van wonen en werken kan zowel de economie als de vitaliteit van het platteland verder stimuleren. Op bedrijventerreinen dienen meer woon-werkunits te worden gerealiseerd. Door zelfstandige kleine (arbeids- en kennisintensieve) bedrijfjes aan te trekken kan de economie binnen de gemeente op peil worden gehouden, zonder grote bedrijfsgebouwen in het landelijk gebied toe te staan. Zie ook paragraaf 3.4.

4.2 Bedrijven met een milieuvergunning

Binnen de gemeente zijn van oorsprong of door de jaren heen bedrijven gevestigd die weliswaar een belangrijke bijdrage leveren aan de locale economie, maar nu in sommige gevallen vanuit het oogpunt van de milieuhinder (milieucategorie 3 en 4) minder wenselijk zijn. Zo zorgt zwaar vrachtverkeer voor overlast op de smalle veendijken en is de ruimtelijke uitstraling negatief, hetgeen ook van belang is voor de recreatieve potenties. Bestemmingsplannen geven aan waar bedrijven met welke milieucategorie zich mogen vestigen. In goed overleg met de bedrijven zal naar een alternatieve locatie worden gezocht.

4.3 Bedrijven in de dorpen en de linten

In de dorpen en linten van de gemeente zijn nog veel bedrijven gevestigd. Dit aanbod varieert van zowel agrarische bedrijven tot lokale aannemers. Veelal is dit historisch zo gegroeid. Dit hoeft op zich geen probleem te zijn wanneer de milieu-impact en de verkeersaantrekkende werking voor de omgeving gering is (bv. kennisintensieve ondernemingen). Niet alleen deze milieu-impact voor de omgeving is van belang, maar ook de ambities van het bedrijf zelf. De uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijven zijn op deze locaties beperkt. Tevens is het gebruik van vrijkomende agrarische schuren op het platteland voor met name startende bedrijven wenselijk, zie paragraaf 3.4 dienstverlening.

4.4 Bedrijven in het buitengebied

Een aantal bedrijven zijn in het buitengebied (niet zijnde de dorpen en linten) gevestigd. Uitbreidingmogelijkheden voor deze bedrijven moeten per geval worden beoordeeld. Vaak zijn er bij de beoordeling verschillende aspecten van belang zoals natuur, milieu, externe veiligheid enz. In het buitengebied zijn ook veel agrarische bedrijven gevestigd. Ook hier moet toch vaak per geval worden bekeken of uitbreiding mogelijk is. Uitbreiding van een agrarische onderneming in het buitengebied geeft vaak minder problemen als een gewenste uitbreiding van een agrarische onderneming in de bebouwde kom. Wanneer er bij agrarische bedrijven in de bebouwde kom geen uitbreidingsmogelijkheden meer zijn, wordt er in sommige gevallen gekeken naar een mogelijke uitplaatsing. Om te bepalen of bedrijvigheid in het buitengebied gepast is en of uitbreiding mogelijk is, wordt er per geval maatwerk verricht.

Bedrijven in de dorpslinten moet de mogelijkheid geboden worden om te verhuizen naar de gemeentelijke bedrijventerreinen wanneer de mogelijkheid zich voordoet.

Gezien het landelijke karakter prefereert Giessenlanden het meest van bedrijven die weinig ruimte consumeren, een lage milieubelasting hebben en veel werkgelegenheid genereren. Aangezien sommige transportbedrijven niet altijd geheel lijken te passen binnen het landelijke karakter van de omgeving, draagt het vertrek van een aantal van deze bedrijven uit de Alblasserwaard naar het transportcentrum Schelluinen-West bij aan de ruimtelijke kwaliteit. De vrijkomende gronden kunnen worden benut voor nieuwe bedrijven of woningen. Lokale, startende, kennisintensieve, hoogwaardige bedrijvigheid staat dan bovenaan het verlanglijstje. Er kan mogelijk nog winst behaald worden door het beter benutten van de ruimte op bestaande terreinen.

Wanneer bedrijven of ondernemers voor huisvesting investeringen willen doen om cultuurhistorische waarden van panden en dorpsgezichten te behouden moet dit gestimuleerd worden ook wanneer het de kernen en dorpslinten betreft, mits de milieu-impact (max. categorie 2) gering is.

Saneren bedrijfslocaties

Op de kaart opgenomen in bijlage 2: te saneren bedrijfslocaties worden de mogelijk te saneren bedrijfslocaties aangegeven. Deze kaart is afkomstig uit de Lokale Structuurvisie. De gedachte hierbij is dat de bedrijven op de langere termijn zo veel mogelijk op basis van vrijwilligheid verplaatst zouden moeten naar elders. Daarvoor in de plaats kunnen hetzij woningen, hetzij kleinschalige en kennis- en arbeidsintensieve bedrijfjes komen. Door middel van herstructurering kan extra ruimte worden gevonden voor bedrijven en het vestigen van woon-werkunits. Tevens kunnen werkunits in voormalige agrarische complexen worden gevestigd.

4.5 Gemeentelijke bedrijventerreinen

Wanneer een bedrijf gevestigd in één van de dorpen of linten te groot wordt en daarmee zijn omgeving verstoort, moet het worden verplaatst naar één van de vier bedrijventerreinen binnen het grondgebied: bedrijventerrein Arkel, bedrijventerrein Giessenburg, bedrijventerrein Middenweg/ De Vort te Noordeloos, bedrijventerrein Haarbrug of naar een andere geschikte locatie (bij voorkeur in de regio).

4.6 Doorstromers

Bedrijven met een grotere oppervlakte als 1000 m2 passen niet meer op onze lokale bedrijventerreinen in Arkel, Noordeloos of Giessenburg. Deze bedrijven moeten gestimuleerd worden om de bedrijfsvoering te verplaatsen naar een van de grotere regionale bedrijventerreinen. Dit geeft zowel voordelen voor het bedrijf als voor de omgeving. Kleinere en nieuwe ondernemingen kunnen zich dan gaan ontwikkelen op de oude locatie van de doorstromer op de lokale terreinen. Bedrijven op de lokale bedrijventerreinen die uit hun jasje groeien, moeten de mogelijkheid krijgen om zich te ontwikkelen op de regionale bedrijventerreinen.

De bedrijventerreinenstrategie A/V is een regionaal afgestemd programma waarin segmentering en fasering voor de ontwikkeling en herstructurering tot 2020 voor de bedrijventerreinen in de regio is opgenomen. Hierbij is de noodzaak voor nieuwe bedrijventerreinen met ruimtebehoefteramingen aangetoond. Op basis van de regionale programmering communiceren alle gemeenten binnen de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden eenduidig naar bedrijven over de vestigingmogelijkheden in de regio. De ruimtelijke strategie biedt tevens het toetsingskader voor investeringen voor de gemeenten, de regio en de markt. Naar aanleiding van de ruimtelijke strategie is een uitvoeringsprogramma opgesteld. Het betreft een actieprogramma om de ruimtelijke strategie uit te voeren. De fasering en prioritering van de ruimtelijke strategie vormen de basis voor het uitvoeringsprogramma. In de realisatiestrategie is de regionale afstemming geregeld en zijn afspraken opgenomen over investeringen in bedrijventerreinen tot 2015. Het betreft ontwikkeling, beheer en herstructurering van bedrijventerreinen.

4.7 Communicatie met ondernemers

Communicatie met ondernemers is belangrijk. Bedrijfsverplaatsingen zijn vaak ingrijpende gebeurtenissen die van grote invloed zijn op de bedrijfsvoering en economische situatie van een bedrijf. Bedrijven zullen dan niet altijd actief meewerken aan een bedrijfsverplaatsing. Belangrijk is dat wordt ingezien dat bij een bedrijfsverplaatsing voordeel wordt behaald op verschillende vlakken, voor de omgeving maar ook zeker voor het bedrijf zelf (meer uitbreidingsmogelijkheden, flexibelere bedrijfsvoering door minder afhankelijk te zijn van de omgeving).

Voor een goede afstemming met de ondernemers wordt er een jaarlijks overleg gepland met de overkoepelende organisaties: ondernemersverenigingen, middenstandsverenigingen en LTO. In goed overleg wordt gekeken naar mogelijke oplossingen voor aangedragen knelpunten. Op deze wijze ontstaan goede onderlinge verhoudingen en kunnen aangedragen aspecten integraal worden bekeken.

5. Regionale ontwikkelingsmaatschappij (A/V)

5.1 Doel

Doorstroming en vestiging van bedrijven vanuit de dorpen en linten naar de gemeentelijke bedrijventerreinen en vervolgens naar de regionale bedrijventerreinen is op dit moment niet optimaal. Verbetering van de doorstroming vraagt om goede communicatie en afstemming tussen bedrijven en de gemeente en tussen gemeenten onderling. Een regionale ontwikkelingsmaatschappij kan hieraan bijdragen. De ambitie van de gemeente Giessenlanden is om een regionale ontwikkelingsmaatschappij op te richten. Op deze wijze kunnen wij en andere gemeenten een betere invulling en sturing geven aan de ontwikkeling van de regionale economie.

Een regionale ontwikkelingsmaatschappij is een uitvoeringsorganisatie welke zal bestaan uit gemeenten uit de regio en bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel. Een regionale ontwikkelingsmaatschappij brengt overheden en het bedrijfsleven met elkaar in contact. De regionale ontwikkelingsmaatschappij kan acquisitie voor bedrijven verzorgen. Ook begeleidt de regionale ontwikkelingsmaatschappij bedrijven bij kantoor- en bedrijfsvestiging, bij groei en financiering en ontwikkelt het regionale projecten voor de versterking van de economische structuur. Daarnaast geeft de regionale ontwikkelingsmaatschappij maatwerk aan haar deelnemende gemeenten bij lokale economische knelpunten.

5.2 Mogelijkheden

Er zijn twee mogelijkheden voor de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein:

  • 1.

    regionale afstemming: er wordt per gemeente besloten dat er een bedrijventerrein komt en zij nodigt zelfstandig bedrijven voor vestiging uit.

  • 2.

    regionale ontwikkeling: gemeenten besluiten gezamenlijk tot realisatie van een bedrijventerrein, hebben een gezamenlijke exploitatie, gedeelde verantwoordelijkheid en risicospreiding (vb. Schelluinen-West).

Mogelijkheid 1 heeft als nadeel dat buurgemeenten geen invloed hebben op het proces en dat afstemming alsnog niet optimaal is. Er wordt in dat geval geen optimaal gebruik gemaakt van schaalvergroting, risicodeling en het delen van kennis en kunde tussen gemeenten;

Mogelijkheid 2 heeft als nadeel dat de desbetreffende gemeente, waarbij een bedrijventerrein in ontwikkeling is, niet zelf de beslissende stem heeft en dus minder controle en invloed.

De twee opties geven het spanningsveld weer voor ontwikkeling van regionale bedrijventerreinen waarbij de (economische) belangen van gemeenten centraal staan.

Voorbeeld van goede ervaringen met dergelijke regionale ontwikkelingsmaatschappijen is Rewin in de regio West-Brabant. Ook de provincie Zeeland heeft inmiddels het initiatief genomen om een regionale ontwikkelingsmaatschappij op te richten en heeft een samenwerkingsovereenkomst getekend met Rewin.

6. Gemeentelijke Bedrijventerreinen

6.1 De vier bedrijventerreinen

Gemeente Giessenlanden heeft vier bedrijventerreinen op haar grondgebied: bedrijventerrein Arkel, bedrijventerrein Giessenburg en bedrijventerrein Middenweg/ De Vort te Noordeloos. Daarnaast is er ook nog een bedrijventerrein in Arkel Haarbrug.

Tabel 2: bedrijventerreinen en oppervlakte in Giessenlanden

Terrein

Ha netto

Bedrijventerrein Arkel

20

Bedrijventerrein Giessenburg

3

Bedrijventerrein Haarbrug

1,6

Bedrijventerrein Middenweg / De Vort

2

Totaal

26,6

Uitgangspunt voor de gemeente en daarmee de lokale ondernemers is dat op de gemeentelijke bedrijventerreinen in Giessenlanden lokaal georiënteerde bedrijven gevestigd (horen te) zijn. Dit houdt in dat bedrijven op de gemeentelijke bedrijventerreinen in principe producten of/en diensten aanbieden, aan de lokale markt. Daarnaast nemen zij ook goederen af van andere lokale ondernemers. Zo blijft de bedrijvigheid en werkgelegenheid in de gemeente Giessenlanden gewaarborgd.

In 2008 is het bedrijventerrein De Haarbrug geopend. Op het terrein staat 40 werkunits van verschillende afmetingen. Met de komst van dit bedrijventerrein speelt Giessenlanden al in op de in de voorgaande hoofdstukken genoemde ontwikkelingen.

6.2 Revitaliseren van de bedrijventerreinen

De gemeenten in de regio zijn individueel verantwoordelijk voor de uitvoering van de revitalisering van bedrijventerreinen. De planvorming en de benodigde kennis wordt echter regionaal gebundeld. Hiertoe wordt onder meer een regionaal uitvoeringsprogramma opgesteld. Naast de overheid is er ook een belangrijke functie weggelegd voor marktpartijen bij de revitalisering van bedrijventerreinen.

Het bedrijventerrein Vlietskade te Arkel is toe aan herstructurering. De kwaliteit van het bedrijventerrein kan opgewaardeerd worden. Het doel is om meer uitbreidingsmogelijkheden te creëren voor de bestaande bedrijven en het bedrijventerrein een moderne uitstraling te geven. Bij vertrek van bedrijven dient op de vrijkomende locatie bij nieuwbouw gezocht te worden naar meer waterberging ten behoeve van de wateropgave. Op termijn kan een zone worden vrijgespeeld voor woon-werkunits aan het water.

Het is ook wenselijk het bedrijventerrein in Giessenburg te transformeren. Doel moet zijn een aanzienlijk kleinschaliger bedrijfslocatie waar lichtere bedrijven met een dienstverlenend karakter en woon-werkunits op een verantwoorde wijze worden ingepast tussen de nieuwe groen-blauwe woonwijk Giessenburg-Zuid en het geherstructureerde Sportpark. Huidige bedrijven die qua omvang en/of hinder de lokale bedrijvigheid al langere tijd zijn ontstegen zullen daartoe op termijn moeten worden uitgeplaatst naar de regionale bedrijfsterreinen in Hardinxveld-Giessendam en Gorinchem.

De strook langs de Parallelweg ten zuiden van de landschappelijke overgang aan de zuidzijde van het transportcentrum Schelluinen-West moet een kwaliteitsimpuls ondergaan. Binnen deze strook wordt gestreefd naar een hoogwaardige beeldkwaliteit en dient de groene omgeving te worden versterkt. Op de (middel)lange termijn wordt gestreefd naar herstructurering en intensivering van het huidige bedrijfsmatige gebruik van de gronden en is nieuwvestiging van lichte, hoogwaardige bedrijvigheid niet uitgesloten. Randvoorwaarden zijn wel dat de haalbaarheid daarvan is aangetoond door nader onderzoek, in het bijzonder naar de milieu-effecten en de ontsluitingsmogelijkheden. Daarnaast is van belang dat deze eventuele mogelijke ontwikkeling voor de (middel)lange termijn geheel los staat van het nieuw te realiseren transportcentrum Schelluinen-West. Enerzijds kan en mag de ontwikkeling van de strook op geen enkele wijze afbreuk doen aan de realisatie van het transportcentrum en anderzijds is de strook uitdrukkelijk niet bedoeld voor uitbreiding van het transportcentrum.

7. Ambities lokale bedrijvigheid (samenvatting)

In dit hoofdstuk vindt u een samenvattende tabel van de belangrijkste kaders en ambities die beschreven zijn in de Nota lokale bedrijvigheid.

Thema

Kaderstelling

Agrarische sector

1.boer-vriendelijk beleid voeren (planologisch ruimhartig);

2.initiatieven voor recreatie en verbreding bij de boer faciliteren.

Dienstverlening

3.faciliteren van woon-werkunits;

4.gebruik van vrijkomende schuren op het platteland mogelijk maken m.u.v. ruilverkavelingwegen;

5.in voormalige agrarische bedrijven zijn uitsluitend werkunits toegestaan, binnen de bestaande bebouwing.

Detailhandel

6.winkels die voorzien in de eerste levensbehoeften worden gefaciliteerd in onze kernen. Hiervoor zijn speciale vestiginglocaties aangewezen (centra van de dorpen);

7.detailhandelbestemmingen op bedrijventerreinen worden niet toegestaan, uiteraard onder nader te stellen randvoorwaarden;

8.in het buitengebied zijn slechts detailhandelsbestemmingen toegestaan in combinatie met recreatieve doeleinden, recreatief knooppunt Graanbuurt.

Recreatie & Toerisme

9.groei van recreatie en toerisme stimuleren;

10.toename van kleinschalige horeca in het buitengebied, wanneer dit ondergeschikt is aan de woonfunctie (bv. theetuin);

11.recreatief transferium bij zowel Schelluinen als Arkel.

Bedrijven in dorpen en linten

12.vestigen in de dorpen en de linten is toegestaan wanneer de milieu-impact gering is en gering blijft, ook bij uitbreiding van de onderneming;

13.wanneer hoogwaardige of specialistisch arbeid de belangrijkste toegevoegde waarde is, moet het mogelijk blijven om de bedrijfsactiviteiten vanuit de kernen of dorpslinten uit te voeren;

14.ondernemen c.q. wonen en werken is toegestaan indien wonen de hoofdfunctie is en het ondernemen de nevenfunctie;

15.beroep of bedrijf aan huis, waar wonen de hoofdfunctie blijft (bv. schoonheidsspecialisten) is staand beleid en wordt in elk bestemmingsplan opgenomen;

16.wanneer een bedrijf gevestigd in één van de dorpen of linten te groot wordt en daarmee zijn omgeving verstoord, zal het gestimuleerd worden dat het bedrijf verplaatst naar één van de drie bedrijventerreinen op het grondgebied.

Bedrijven in het buitengebied

17.in bedrijven zorgen voor voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein en een goede inpassing;

18.wanneer bedrijven of ondernemers voor huisvesting investeringen willen doen om cultuurhistorische waarden van panden en dorpsgezichten te behouden moet dit gestimuleerd worden ook wanneer het de kernen en dorpslinten betreft, mits de milieu-impact gering is (max. categorie 2)

Doorstromers

19.bedrijven op de lokale bedrijventerreinen die uit hun jasje groeien, moeten de mogelijkheid krijgen om te ontwikkelen op de regionale bedrijventerreinen;

20.faciliteren van bedrijfsverzamelgebouwen op bedrijventerreinen verspreid in Giessenlanden voor startende ondernemers, zogenaamde broedplaatsfunctie (zie paragraaf 4.1).

Communicatie met ondernemers

21.voor een goede afstemming met de ondernemers wordt er een jaarlijks overleg gepland met de overkoepelende organisaties per kern, waarbij alle aspecten besproken worden.

Regionale ontwikkelingsmaatschappij

22.de ambitie van de gemeente Giessenlanden is om een regionale ontwikkelingsmaatschappij op te richten. Deze ambitie willen wij regionaal uitdragen. De ROM-S zou door middel van verbreding uitvoering aan deze ambitie kunnen geven.

Gemeentelijke bedrijventerreinen

23.de bedrijventerreinen Arkel en Giessenburg dienen gerevitaliseerd te worden, hierbij is een belangrijke functie weggelegd voor marktpartijen.

Bijlage 1: Bedrijven in Giessenlanden

(Bron: Bedrijven onder dak 2007, Kamer van Koophandel Midden-Nederland)

In deze bijlage wordt nader ingegaan op het huidige bedrijvenbestand in de regio en in Giessenlanden. Daarnaast zijn er een aantal regionale trends te benoemen in het bedrijvenbestand.

Ontwikkelingen, trends, wensen en problemen van ondernemers komen in deze bijlage duidelijk naar voren. De gegevens uit deze bijlage zijn afkomstig uit het rapport ‘Bedrijven onder dak 2007’ van de kamer van koophandel Midden-Nederland. Aan het onderzoek voorafgaande aan het rapport hebben 7.952 ondernemers uit de gemeenten Buren, Culemburg, Druten, Geldermalsen, Neder-Betuwe, Maasdriel, Tiel, Zaltbommel, Neerijnen, Gorinchem, Leerdam, West-Maas en Waal, Zederik, Lingewaal en Giessenlanden deelgenomen. In de gemeente Giessenlanden hebben 355 bedrijven gereageerd (54,2%). De meeste bedrijven in de regio behoren tot de dienstensector: 38%. Daarna volgt de bouw met bijna 18% en de detailhandel met 16%. Ook qua werkgelegenheid is de dienstensector het grootst, maar nu met een aandeel van 25%. Daarna volgt de industrie met 18%. Kleine bedrijven (t/m 5 fte) zijn in de regio Rivierenlanden verantwoordelijk voor ruim een kwart van de werkgelegenheid. Vooral in de bouw en de dienstensector komen veel kleine bedrijven voor.

Voor Giessenlanden geldt de volgende verdeling van de bedrijven naar sector, in procenten:

*

* In de grafiek zijn geen agrarische bedrijven opgenomen. Agrarische bedrijven zijn veelal niet ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, maar opereren bijvoorbeeld als maatschap.

Opvallend is dat de bouwsector meer dan gemiddeld in de regio aanwezig is in Giessenlanden.

Van het bedrijvenbestand in Giessenlanden is 59% van de bedrijven, een bedrijf met 1 fte. Dit is het hoogste aandeel in de gehele regio. Meer dan de helft van de werkgelegenheid in de regio is gesitueerd op een bedrijventerrein (54%). Echter, maar 23% van de bedrijven is daar gevestigd. Bedrijventerreinen zijn als vestigingslocatie vooral belangrijk voor het midden- en groot bedrijf.

 

Huisvesting

Maar liefst 61% van de ondernemers blijkt over minimaal één punt van hun locatie of huisvesting ontevreden te zijn. De meeste ontevredenheid bestaat over de parkeersituatie. Vooral in centrumlocaties komt dit voor, maar ook op bedrijventerreinen is nog altijd 20% van de ondernemers ontevreden over de parkeersituatie. Na de parkeerruimte wordt het gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden het meest genoemd. Verder scoren bedrijventerreinen slechter dan overige locaties op aspecten als openbaar vervoer, bewegwijzering, onderhoud openbare ruimte en veiligheid.

In de gemeente Giessenlanden is het type bedrijfsruimte voor ondernemingen, als volgt verdeeld:

De bedrijven per locatie zijn in Giessenlanden als volgt verdeeld:

Het gemiddelde rapportcijfer dat de bedrijven in Giessenlanden aan hun bedrijfsomgeving geven is een 7,6. Het aandeel geheel tevreden ondernemers in Giessenlanden bedraagt: 42,9%.

 

Toekomstplannen

Bijna 14% van de ondernemers in Rivierenland heeft verplaatsingsplannen. Dit kan betekenen dat zij willen verhuizen, maar ook dat er plannen zijn om een nevenvestiging te openen. Dit laatste speelt echter veel minder vaak een rol dan een gehele bedrijfsverplaatsing. De grootste dynamiek is te verwachten in centrumlocaties. In verhouding zijn daar veel bedrijfsbeëindigingen te verwachten. Bedrijventerreinen kenmerken zich door veel verplaatsingsplannen en het buitengebied door veel verbouwingsplannen.

Voor Giessenlanden geldt dat:

  • ·

    10,2 % van de bedrijven verplaatsingsplannen heeft;

  • ·

    9,7 % van de bedrijven verbouwingsplannen heeft;

  • ·

    14% van de bedrijven het voornemen heeft om een bedrijfsbeëindiging in gang te zetten.

Van deze bedrijfsbeëindigingen in Giessenlanden heeft 7,6 % van de bedrijven het voornemen om te stoppen, 2,6 % van de bedrijven wordt overgenomen en 2,9 % van de bedrijven zoekt een opvolger.

In Giessenlanden is 8,6% van de bedrijven op zoek naar bouwgrond. In Giessenlanden is er behoefte aan 3,9 ha bouwgrond en wordt er verwacht dat 2,5 ha bouwgrond achtergelaten wordt door bedrijfsverplaatsingen/bedrijfsbeëindigingen.

Tabel 1: behoefte aan bouwgrond en bedrijfsruimte in Giessenlanden in m2.

Behoefte aan bouwgrond

Behoefte aan bouwgrond op bedrijventerreinen

Behoefte aan bedrijfsruimte

38.650

28.100

3.320

Problemen

Tweederde van de bedrijven met verbouwingsplannen loopt tegen problemen aan. Dit percentage is de afgelopen tien jaar nauwelijks veranderd. Bij de verbouwingsplannen zijn het vooral problemen met betrekking tot het bestemmingsplan en de bouwvergunning. Ongeveer 30% van de ondernemers met verbouwingsplannen heeft daarmee te maken. In Giessenlanden ondervinden bedrijven minder dan gemiddeld problemen (67 % ondervindt geen problemen).

 

Woon/werkunits

De afgelopen jaren groeit de maatschappelijke weerstand tegen nieuwe bedrijventerreinen. Ook de VROM-raad spreek zich in haar advies ‘werklandschappen’ uit voor een andere manier om bedrijventerreinen te plannen. Meer coördinatie op regionaal niveau en minder vaak monofunctionele bedrijventerreinen aanleggen zou de oplossing zijn. Hoe kleiner het bedrijf is, hoe meer het geneigd is om zich op een woon-werklocatie te vestigen. Daarbij hoeft niet per definitie aan woonwijken gedacht te worden, maar ook aan centrumlocaties en het buitengebied. Kansen voor woon-werklocaties zijn ook gelegen in de grote behoefte aan kleine bouwkavels en de interesse voor

bedrijfswoningen.

 

Bijlage 2: Te saneren bedrijfslocaties

(afkomstig uit de Lokale Structuurvisie)

Inhoudsopgave

 

1. Inleiding .......................................................................................... 3

1.1 Aanleiding van de Nota lokale bedrijvigheid

1.2 Lokale Structuurvisie Giessenlanden

1.3 Bestemmingsplan Landelijk Gebied

1.4 Leeswijzer

2. Huidige economische situatie gemeente Giessenlanden ....................... 4

2.1 Economie in Giessenlanden

3. Bedrijfssectoren in Giessenlanden uitgelicht ...................................... 5

3.1 Agrarische sector

3.2 Transportsector

3.3 Bouwnijverheid ........................................................................... 6

3.4 Dienstverlening

3.5 Detailhandel .............................................................................. 7

3.6 Recreatie & toerisme

3.7 Overige bedrijvigheid ................................................................... 8

4. Bedrijfsvestiging en doorgroeimogelijkheden ...................................... 9

4.1 Startende ondernemers

4.2 Bedrijven met een milieuvergunning

4.3 Bedrijven in dorpen en linten

4.4 Bedrijven in het buitengebied

4.5 Gemeentelijke bedrijventerreinen .................................................. 10

4.6 Doorstromers

4.7 Communicatie naar ondernemer .................................................... 11

5. Regionale ontwikkelingsmaatschappij .............................................. 12

6. Gemeentelijke bedrijventerreinen ................................................... 13

6.1 De vier bedrijventerreinen

6.2 Revitaliseren van de bedrijventerreinen

7. Ambities lokale bedrijvigheid .......................................................... 14

(samenvatting)