Organisatie | Schagen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Platform Wmo Schagen 2008 |
Citeertitel | Verordening Platform Wmo Schagen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Schagen. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Schagen, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2008 | 28-12-2013 | Nieuwe regeling | 16-12-2008 Schager Weekblad, 29-12-2010 | Onbekend |
De raad van de gemeente Schagen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2008;
gezien het advies van de commissie Samenleveningszaken d.d. 1 december 2008;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 12 van de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo);
1. vast te stellen de Verordening Platform Wmo Schagen 2008.
Indien een burger of onafhankelijke zorgvrager die zitting heeft in het Platform zich na afloop van de zittingsperiode van vier (4) jaar niet opnieuw beschikbaar stelt of tussentijds aftreedt, dient het platform zorg te dragen voor de werving en selectie van de nieuwe kandidaat en deze vervolgens ter aanwijzing voor te dragen aan het college van burgemeester en wethouders. Bij tussentijdse vacatures geschiedt de aanwijzing voor de duur van de resterende zittingsperiode.
Indien een vertegenwoordiger van een sector na de zittingsperiode van vier (4) jaar dan wel tussentijds uit het Platform treedt, dan dragen de met deze sector verbonden belangenorganisaties zorg voor een opvolger. Ingeval tussen de belangenorganisaties geen overeenstemming wordt bereikt over de opvolging, dan zal de voorzitter hierin bemiddelen. De door de belangenorganisaties naar voren gebrachte kandidaat dient vervolgens door het Platform ter aanwijzing te worden voorgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Bij tussentijdse vacatures geschiedt de aanwijzing voor de duur van de resterende zittingsperiode.
De functie van lid van het Platform is onverenigbaar met een (bestuurlijke) functie bij een zorgaanbieder, het raadslidmaatschap, voor vaste leden van de raadscommissies of een functie binnen het gemeentelijk apparaat. Het aanvaarden van een van deze functies beëindigt het lidmaatschap van het Platform met onmiddellijke ingang. Plaatsvervangende leden van de raadscommissies mogen wel lid zijn van het Platform WMO. Voor deze leden geldt dat zij in een raadscommissie niet het woord mogen voeren over onderwerpen die verband houden met de WMO.
Het Platform ontvangt van gemeentewege alle informatie die nodig is voor zijn taakvervulling op een zodanig tijdstip dat er daadwerkelijk invloed mogelijk is op de beleidsvorming.
Het college van burgemeester en wethouders streeft ernaar dat tenminste twee keer per jaar (een lid van) het college van Burgemeester en Wethouders een vergadering van het Platform bijwoont om te overleggen over lopende zaken en over de samenwerking tussen het Platform en het college. Het initiatief hiervoor kan zowel door het platform als door (een lid van) het college worden genomen.
De voorzitter is belast met werkzaamheden die uit de taak van het Platform voortvloeien. Tot deze taken behoren in ieder geval: het voorbereiden van de agenda in overleg met de secretaris, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de vergaderorde en de vergadertijd, het toezien op het reglementaire verloop van de stemmingen, het vertegenwoordigen van het Platform naar buiten in de breedste zin van het woord, het fiatteren van reiskostendeclaraties van de leden van het Platform en andere uitgaven waartoe het Platform heeft besloten en het bewaken van het budget van het Platform.
De secretaris is belast met de dagelijkse werkzaamheden die uit de taak van het Platform voortvloeien. Tot deze taken behoren in ieder geval: het in overleg met de voorzitter voorbereiden van de agenda, het versturen van de stukken, het bijhouden van de actielijst, het beantwoorden van vragen van de leden van het Platform en het Platform rapporteren over lopende zaken, het informeren van de leden over bijeenkomsten en vergaderingen die voor hen van belang zijn, het opmaken van het jaarverslag inclusief een overzicht van het budget en het redigeren van de adviezen aan het college. De secretaris heeft een ondersteunde rol.
Het Platform komt minimaal viermaal (4) en maximaal tienmaal (10) per jaar bijeen. De voorzitter is bevoegd het Platform in vergadering bijeen te roepen. Op voorstel van ten minste (5) leden of van het college van burgemeester en wethouders wordt een extra vergadering van het Platform uitgeschreven.
Artikel 13 Procedure bij stemmingen
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Van gemeentewege wordt zorggedragen voor het aan het Platform beschikbaar stellen van een passende vergaderaccommodatie die toegankelijk is voor mensen met een functiebeperking ten behoeve van de algemene vergadering van het Platform. Het college is, mede gelet op de beschikbare vergadercapaciteit, in beginsel niet verplicht om zorg te dragen voor een passende vergaderaccommodatie voor commissies en werkgroepen. Dit laat onverlet dat er in voorkomende gevallen naar een billijke oplossing dient te worden gezocht.
Artikel 15 Huishoudelijk reglement
Het Platform Wmo kan een huishoudelijk reglement vaststellen voor zover er geen strijd bestaat met deze verordening.
Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) inwerking getreden. De Wmo omvat de Wet voorziening gehandicapten (Wvg) en de Welzijnswet. Daarnaast is de functie huishoudelijke verzorging (HV) uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) overgeheveld naar de Wmo. Ten slotte wordt een aantal subsidieregelingen uit de AWBZ overgeheveld naar de Wmo.
De staatssecretaris heeft aangegeven dat zij met de Wmo geen verticale verantwoordingsrelatie tussen gemeente en rijk voorstaat. Binnen de Wmo Moet de lokale democratie haar werk gaan doen.
In de Wmo is de positie van de burgers dan ook stevig neergezet ( artikel 11 en 12 Wmo).
Artikel 11 Wet maatschappelijke ondersteuning
Het college van burgemeester en wethouders betrekt de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening.
Artikel 12 Wet maatschappelijke ondersteuning
In het Plan van Aanpak (lees: Kadernota) dat op 29 augustus 2006 door de raad is vastgesteld, is met betrekking tot burger participatie het volgende bepaald: "Gelet op de voor- en nadelen van de verschillende vormen van burgerparticipatie en de opgedane ervaringen met het Gehandicaptenplatform Schagen en het Platform Sociale Zekerheid Schagen, dient een overkoepelend Wmo-Platform te worden opgericht. In voormeld Platform dienen in ieder geval te participeren het Gehandicaptenplatform Schagen, de ouderenbonden en cliënten. Er dient naar te worden gestreefd dat 25 % van de leden van het Platform bestaat uit onafhankelijke cliënten. Voorts dient een verordening te worden vastgesteld, waarin ten minste wordt geregeld de wijze waarop:
Op 28 november 2006 heeft de raad de notitie, genaamd de notitie inzake de samenstelling van het Platform Wmo, vastgesteld. In deze notitie werd de raad een drietal vragen voorgelegd, te weten:
Met betrekking tot de samenstelling van het Platform zijn de raad vijf modellen voorgelegd, namelijk:
De raad heeft gekozen voor model 3.
Wat betreft de tweede vraag het volgende. Het voorzitterschap kan op twee wijzen worden ingevuld:
De raad heeft gekozen voor een onafhankelijk voorzitter. Tevens heeft de raad besloten om na een jaar het onafhankelijk voorzitterschap te evalueren. Dit betekent dat de voorzitter in eerste instantie voor een jaar zal worden benoemd.
Ten aanzien van de ondersteuning heeft de raad besloten om de secretaris van het Wmo- Platform te rekruteren uit de ambtelijke organisatie.
In de verordening word onder meer geregeld de wijze waarop:
Artikelsgewijs toelichting bij de verordening Platform Wmo Schagen
In deze bepaling wordt een omschrijving gegeven van de volgende begrippen te weten: zorgvrager, zorgaanbieder, Platform, College en belangenorganisatie.
Het Platform adviseert het college over het beleid betreffende de maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Wmo. Het Platform adviseert derhalve niet over de uitvoering van het beleid. Daarnaast is van belang dat het Platform ook bevoegd is ongevraagd advies uit te brengen over het beleid betreffende de Wmo.
In de raadsvergadering van 28 november 2006 heeft de raad besloten dat het Platform alleen uit zorgvragers zal gaan bestaan. In dit verband dient onder zorgvragers te worden verstaan de natuurlijke personen die zorg ontvangen en die geen binding hebben met een belangenorganisatie (onafhankelijke zorgvragers) alsmede de vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Daarnaast bestaat het Platform uit burgers, niet zijnde onafhankelijke zorgvragers, die affiniteit hebben met de Wmo. Deze burgers mogen geen functie hebben bij een belangenorganisatie. Het Platform bestaat uit minimaal drie (3) en maximaal acht (8) burgers en onafhankelijke zorgvragers. De zorgaanbieders maken derhalve geen deel uit van het Platform. Het college kan desgewenst zorgaanbieders, bijvoorbeeld door middel van het organiseren van een expertmeeting, om advies vragen.
Naast de burgers en onafhankelijke zorgvragers nemen -zoals reeds vermeld- ook vertegenwoordigers van belangenorganisaties zitting in het platform. Het werd niet wenselijk geacht om alle belangenorganisaties (ongeveer 45 in totaal) te laten participeren in het Platform. Een te groot platform zou te weinig slagvaardig kunnen opereren. Primo heeft de gemeente geadviseerd om het Platform te verdelen in 9 sectoren die - zoveel mogelijk- corresponderen met de negen presentatievelden van de Wmo. De zinsnede "in ieder geval "geeft aan dat de opsomming van de sectoren niet limitatief is. Er kunnen gaandeweg nieuwe sectoren ontstaan. Vervolgens is aan de belangenorganisaties de vraag voorgelegd met welke sectoren zij zich het meest verbonden voelen. De met de desbetreffende sector verbonden organisaties hebben vervolgens in samenspraak met een door de gemeente aangestelde formateur een kandidaat voorgedragen die de desbetreffende sector in het platform gaat vertegenwoordigen.
Leden van het Platform worden door het college voor een periode van 4 jaar aangewezen. Deze periode kan maximaal met één periode van vier jaar worden verlengd. De leden van het Platform worden door college niet benoemd, omdat het Platform niet ingebed is in de gemeentelijke structuur. Het staat los van de gemeentelijk organisatie. Er dient naar te worden gestreefd dat het aanwijzen van leden van het Platform niet samenvalt met de gemeenteraadsverkiezingen. Bij het bepalen van de zittingsduur is aansluiting gezocht bij de verplichting van de gemeenteraad om telkens voor een periode van ten hoogste vier jaar een beleidsplan vast te stellen. Teneinde het Platform te laten fungeren als een vruchtbare voedingsbodem voor nieuwe inzichten en ideeën aangaande het beleid betreffende de Wet maatschappelijke ondersteuning,
Als een vertegenwoordiger van een sector hetzij na een periode van 4 jaar, hetzij tussentijds aftreedt, dan dienen de met deze sector verbonden belangenorganisaties zorg te dragen voor een opvolger. Ingeval tussen de belangenorganisaties geen overeenstemming wordt bereikt over de opvolging, dan dient de voorzitter van het Platform hierin te interveniëren.
Om de afhankelijkheid van het Platform te waarborgen mogen de leden geen functie vervullen bij een gemeente of een zorgaanbieder. Op deze wijze wordt belangenverstrengeling of de schijn ervan voorkomen. In het tweede lid wordt aangegeven wanneer het lidmaatschap eindigt. In derde lid wordt aangegeven wanneer het lidmaatschap wordt ingetrokken. Het betreft zowel in het tweede als in derde lid een limitatieve opsomming. Het besluit tot intrekking van het lidmaatschap wordt niet genomen door het college, dan nadat tot intrekking van het lidmaatschap dient uiteraard te berusten op een deugdelijke motivering at het Platform hiertoe een voorstel heeft gedaan. Het beslui (artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht).
Artikel 6 Informatieverschaffing
In dit artikel gaat het om de tijdige informatieverschaffing door de gemeente. Dit is min of meer een open norm die nadere invulling behoeft. De invulling hiervan zal in overleg met het Platform moeten worden vastgesteld. Voor het afgeven van een weloverwogen advies is het van belang dat het Platform beschikt over goede en adequate informatie. Daarnaast is het van belang dat door het bestuur de essentiële informatie tijdig wordt verstrekt. Het advies dient immers op een zodanig tijdstip te worden gevraagd dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Voorkomen moet worden dat het Platform in een zogenaamde 'vijf voor twaalf' situatie terecht komt: de situatie dat te elfder ure door het Platform advies moet worden uitgebracht. Het Platform dient derhalve in een vroeg stadium bij de besluitvorming te worden betrokken. Op deze wijze kan het Platform een grotere invloed uitoefenen op de besluitvorming en wordt hiermee veel meer een participant in het beleid van de gemeente. Bovendien beïnvloedt een vroegtijdige inschakeling van het Platform op positieve wijze het draagvlak van het voorgenomen besluit. Het mes snijdt derhalve aan twee kanten. Een reactieve houding, in die zin dat de overlegpartners als het ware op elkaar zitten te wachten moet koste wat het kost worden vermeden. Van zowel de gemeente als het Platform wordt derhalve een proactieve attitude verwacht.
De raad heeft besloten in de raadvergadering van 28 november 2006 dat er een onafhankelijk voorzitter zal worden benoemd. De voordelen zijn:
Gelet op deze nadelen is besloten in de verordening de bepaling op te nemen dat het college een voorzitter benoemt op basis van een door het Platform opgestelde profielschets.
Aangezien de meeste stukken zullen worden aangeleverd vanuit de gemeente, verdient het uit oogpunt van efficiency aanbeveling om de secretaris van het Wmo- Platform te rekruteren uit de ambtelijke organisatie. Een ambtelijk secretaris heeft immers makkelijker toegang tot de stukken. Een secretaris die voortkomt uit de ambtelijke organisatie zou bovendien de communicatie tussen gemeente en Platform in positieve zin kunnen beïnvloeden. De secretaris vormt als het ware de schakel tussen gemeente en Platform. De secretaris heeft evenals de voorzitter geen stemrecht.
Het eerste lid regelt de vergaderfrequentie. In het tweede lid wordt bepaald dat de 10 werkdagen van tevoren aan de leden per uitnodiging moet zijn bekendgemaakt. Ingevolge het derde lid bevat deze uitnodiging de agenda, alsmede de datum, het tijdstip en de locatie van de vergadering.
De vergaderingen zijn in beginsel openbaar. De vergadering vindt achter gesloten deuren plaats, indien ten minste drie van de aanwezige leden dit vorderen dan wel de voorzitter c.q. secretaris dit nodig acht. Lid 3 en 4 regelen de geheimhouding van de stukken. Het voornemen tot geheimhouding moet van tevoren bekend zijn gemaakt. Dit betekent dat de voorzitter niet eerst tijdens de vergadering de leden geheimhouding mag opleggen.
Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Niet vereist is dat de vergadering voltallig is.
Artikel 13 Procedure stemmingen
Indien een lid te kennen geeft een hoofdelijke stemming te wensen, moet de stemming plaatsvinden. Het Platform heeft niet de bevoegdheid van de bepaling af te wijken. Vraagt niemand stemming, dan wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen. De regeling in het tweede lid kan toepassing krijgen, indien de uitkomst van de stemming tevoren duidelijk is en slechts enkele leden zouden tegenstemmen.
Artikel 14 Faciliteiten en vergoedingen
Onder de algemene vergaderingen van het Platform worden verstaan de vergaderingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van deze verordening. Hierin ligt besloten dat de verplichting van de gemeente om zorg te dragen voor passende vergaderaccommodatie uitsluitend betrekking heeft op de vergaderingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van deze verordening. Mutatis mutandis geldt dit voor de verplichting van de gemeente om ambtelijke capaciteit beschikbaar te stellen voor de secretaris. Het Platform ontvangt jaarlijks een budget dat kan worden aangewend voor het inhuren van deskundigen, de vorming en scholing van de leden van het Platform en het informeren van de achterban. Het betreft overigens geen limitatieve opsomming. Wel dienen de kosten binnen het beschikbaar gestelde budget te blijven. Dit noopt het Platform tot het maken van keuzes. Binnen vier maanden na afloop van het kalenderjaar dient het Platform bij het college een jaarverslag in te dienen. In dit jaarverslag dient in ieder geval rekening en verantwoording te worden afgelegd over de besteding van het door de gemeente beschikbaar gestelde budget.
Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding.
Dit artikel spreekt voor zichzelf en behoeft geen nadere toelichting.