Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Aalten

Brandbeveiligingsverordening niet-bouwwerken gemeente Aalten 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAalten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBrandbeveiligingsverordening niet-bouwwerken gemeente Aalten 2010
CiteertitelBrandbeveiligingsverordening niet-bouwwerken 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpopenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Brandbeveiligingsverordening gemeente Aalten 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-11-201001-04-2012nieuwe regeling

16-11-2010

Aalten Actueel, 24-11-2010

geen
27-11-2010nieuwe regeling

16-11-2010

Aalten Actueel, 24-11-2010

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Brandbeveiligingsverordening niet-bouwwerken gemeente Aalten 2010

Brandbeveiligingsverordening niet-bouwwerken gemeente Aalten 2010.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.   een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats

      voor zover die geen bouwwerk is;

b.   bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of

      ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect 

      met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond,

      bedoeld om ter plaatse te functioneren.

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1

    Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:

    a.   meer dan 200 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,

    b.   aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging

          nachtverblijf zal worden verschaft of,

    c.   aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10

          lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden 

          verschaft.

  • 2

    Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming van het gestelde in de artikelen 4 en 5.

  • 3

    Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.

  • 4

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.

Artikel 4 Gebruikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 5 Brandveiligheidsvoorzieningen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5 2.6, 2.7 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 6 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.

Artikel 7 Bossen, heidevelden, venen

De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.

Artikel 8 Bestuurlijke boete

Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke boete van maximaal het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet artikel 34, vierde lid, onder 1°.

Artikel 9 Overgangsrecht

  • 1

    Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandbeveiligingsverordening 2009 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.

  • 2

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de brandbeveiligingsverordening 2009 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3

    Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de brandbeveiligingsverordening 2009 wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening niet-bouwwerken 2010.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgend op die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 november 2010.

Toelichting 1 op de Brandbeveiligingsverordening 2010