Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels ter zake handelsreclame als bedoeld in artikel 4.16, derde lid, onder m van de Algemene Plaatselijke Verordening 2009 |
Citeertitel | Nadere regels handelsreclame 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-10-2010 | nieuwe regeling | 05-10-2010 Stadskrant, 16-10-2010 | B&W nr. 10.1029 |
Het college van burgemeester en wethouders van Leiden
overwegende, dat de raad aan zijn college heeft overgelaten nadere invulling te geven ter zake van het aanbrengen van handelsreclame;
dat dit mede tot doel heeft de vermindering van de administratieve lasten van ondernemers en bedrijven;
gelet op artikel 4.16, derde lid, onder m van de Algemene Plaatselijke Verordening 2009 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Nadere regels ter zake handelsreclame als bedoeld in artikel 4.16, derde lid, onder m van de Algemene Plaatselijke Verordening 2009
Er is op grond van artikel 4:16, eerste lid, jo. 4.16, derde lid, onder m van de APV voor handelsreclame geen vergunning op grond van de APV noodzakelijk indien deze valt onder één van onderstaande criteria:
Het een opschrift, aankondiging of afbeelding betreft die betrekking heeft op de naam of aard van de in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften, aankondigingen of afbeeldingen zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben.
Toelichting op de Nadere regels handelsreclame 2010
In het kader van het terugdringen van de gemeentelijke regelgeving is in het programma Minder & Beter een aantal voorstellen gedaan. Wat betreft de vergunningsplicht voor handelsreclame opgenomen in de APV is er voor gekozen om deze vergunningplicht te laten vervallen, wanneer wordt voldaan aan nadere regels.
Het moet voor een (nieuwe) ondernemer of een (nieuw) bedrijf eenvoudig zijn om de reeds bestaande en vergunde reclameaanduiding op of aan een onroerende zaak qua naamsvoering te kunnen aanpassen.
De toegestane vergunningsvrije wijziging ziet alleen op de naamsvoering. Dit betekent dat de reeds bestaande reclameaanduiding (d.w.z. het bord, de draagconstructie etc.) qua vorm, locatie e.d. gelijk moet blijven aan de oude vergunde situatie.
Met het glasoppervlak van de winkelpui wordt het glasoppervlak van de begane grond bedoeld. Bij vaststelling van het percentage van 15% is aansluiting gezocht bij het Modellenboek Gevelreclame.
Voor deze regel heeft het rapport Handreiking Ondernemersgerichte Algemene Plaatselijke Verordening 2007 als leidraad gefungeerd.
Deze regel heeft betrekking op de aanprijzing van de naam van de architect, het
bouwbedrijf, renovatiebedrijf e.d. De zinsnede ‘voor zolang zij feitelijke betekenis heeft’ geeft aan dat deze regel ziet op actuele reclame. De aanprijzing is van tijdelijke aard.
Voor bepaalde borden die onder dit criterium vallen is een bouwvergunning (per 1 oktober 2010 een omgevingsvergunning) nodig. Wijziging van naamsvoering op reeds bestaande en vergunde borden is vergunningsvrij, omdat een dergelijke wijziging onder artikel 2, eerste lid, onder a, van deze nadere regels valt.