Organisatie | Hilversum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van Staangeld 2002 |
Citeertitel | Verordening Staangeld 2002 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Datum van ingang van de heffing is 01-01-2002
Gemeentewet, art. 156 en art. 229
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-12-2001 | Nieuwe regeling | 04-12-2001 De Gooi en Eembode, 13-12-2001 | Onbekend |
Onder de naam "staangeld" wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt.
Het staangeld wordt geheven per maand dat een standplaats wordt ingenomen en bedraagt:
a voor een standplaats van een woonwagencentrum € 73,=
Het recht wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval van dagtekening van de schriftelijke kennisgeving na het einde van het belastingtijdvak dat de aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving is vermeld.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de tarieven die zijn opgenomen in deze verordening.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van staangeld.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening staangeld woonwagens Hilversum 1999", van 9 december 1998 , laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 7 juli 1999, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.