Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de behandeling van bezwaarschriften Zaanstad 2003 |
Citeertitel | Verordening op de behandeling van bezwaarschriften Zaanstad 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | college en raad, bestuurlijke organisatie |
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken nadat de leden van de externe commissie zijn benoemd, mits deze dag valt na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij is geplaatst. Benoeming leden door raad 22 april 2004, voorstel nr. 53
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-06-2004 | 31-12-2018 | nieuwe regeling | 18-12-2003 gemeenteblad 2003 nr. 46 dd. 22-12-2003 | 2003 nr. 143 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Hoofdstuk 2 De externe commissie
Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:
De commissie kan besluiten om te horen in beperkte samenstelling. Voor het houden van een zitting is vereist dat in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.
Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken nadat de leden van de externe commissie zijn benoemd, mits deze dag valt na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij is geplaatst.
Toelichting op de Verordening op de behandeling van bezwaarschriften Zaanstad 2003
Gebruik is gemaakt van de modelverordening van de VNG die op maat is gesneden aan de hand van het collegevoorstel dat door de Raad is/wordt bekrachtigd inzake de keuze van de soort commissie. Er is voor gekozen om de regels met betrekking tot de drie soorten commissies te weten extern, ambtelijk en de portefeuillehouder sociale zaken in aparte hoofdstukken te benoemen. In de artikelsgewijse toelichting zal alleen ingegaan worden op artikelen die een nadere uitleg behoeven. Een groot deel van de artikelen vloeit rechtreeks voort uit de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht maar is voor de duidelijkheid toch opgenomen.
De verdeling van zaken wordt als volgt voorgesteld:
De externe commissie hoort in gevallen waarbij bezwaar gemaakt wordt tegen raadsbesluiten niet zijnde bezwaren tegen planschadebesluiten (artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening), bezwaren tegen besluiten die politiek gevoelig zijn of een aanmerkelijk financieel belang hebben. Ter nadere onderbouwing van de laatste twee criteria zal aangesloten worden op:
Het betreft geen limitatieve opsomming zodat ook in andere bezwaarzaken aan de commissie kan worden gevraagd om een advies uit te brengen.
De wethouder sociale zaken hoort in de gevallen waarin bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit dat door de Sector sociale zaken is voorbereid.
De ambtelijke commissie hoort in alle gevallen waarin de andere commissies niet horen.
Er is naar aanleiding van het duaal bestel een onderscheid gemaakt tussen de afhandeling van bezwaren tegen college- of raadsbesluiten. Dit komt tot uitdrukking bij de benoeming van de leden in lid 2. Er zal één externe commissie worden benoemd. Bij de selectie van de leden zal de raad worden betrokken.
Het college zal de raad voorstellen de leden van de externe commissie te benoemen.
In het tweede lid is voor een machtiging van het college gekozen omdat eventuele onderzoekscontracten door het college worden afgesloten.
In beide gevallen waarin de commissie geen advies geeft is er in feite geen bezwaar meer en is het uitbrengen van een advies niet meer nodig.
Aangezien de wethouder, ondersteund door een ambtelijk secretaris, hoort is het onlogisch of ongewenst alle artikelen die gelden voor de externe commissie van overeenkomstige toepassing te verklaren. Gezien de soort zaken is ervoor gekozen om de zittingen niet openbaar te laten zijn vanwege de bescherming van de privacy van betrokkene.
De verordening kan pas in werking treden nadat de leden van de externe commissie door het desbetreffende bestuursorgaan zijn benoemd. Er wordt naar gestreefd om uiterlijk per 1 maart 2004 de benoeming te laten plaatsvinden.