Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels acceptatiebeleid sociale kredietverlening Zaanstad 2008 |
Citeertitel | Beleidsregels acceptatiebeleid sociale kredietverlening Zaanstad 2008 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen.
Gedragscode sociale dienstverlening van de NvvK
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-05-2008 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 29-04-2008 Gemeenteblad 2008 nr. 40 | geen |
Met deze beleidsregels wordt nadere invulling gegeven aan de gedragscode sociale kredietverlening van de Nvvk.
Het college voert met het acceptatiebeleid sociale kredietverlening, een sociaal beleid en stelt burgers in staat te kunnen werken aan behoud of verbetering van hun positie ten aanzien van zaken als werk, inkomen, zorg en welzijn en onderscheidt zich van de commerciële kredietverlening doordat de belangen van de burgers voorop worden gesteld. Bij sociale kredietverlening wordt rekening gehouden met de totale maatschappelijke en financiële context van de burger. De kredietbank adviseert de kredietnemer bij voorkeur een aflopende (persoonlijke) lening om daarmee de kredietnemer zicht te geven op een situatie zonder (of met minder) schulden.
In bijzondere daarvoor in aanmerking komende gevallen kan het college besluiten tot borgstelling (door de gemeente) voor leningen door de aanvrager aangegaan.
Borgstelling wordt in elk geval vereist voor de volgende personen:
Borgstelling wordt ook gevraagd als:
Borgstelling door de gemeente is noodzakelijk bij:
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad op 29 april 2008..
burgemeester
Mr. G. H.Faber
gemeentesecretaris
Drs. A.J.van den Berg
Bij het opstellen van de beleidsregels is gebruik gemaakt van de modelbeleidsregels van de Nvvk. In aanvulling op dit model bieden onze beleidsregels de kredietnemer duidelijkheid over de voorwaarden waaronder een lening kan worden verstrekt. Daarnaast bieden de beleidsregels duidelijkheid over de afhandelingstermijn van een aanvraag. Er wordt binnen een maand nadat de aanvraag is ingediend, beslist op de aanvraag.
De kredietbank neemt bij sociale kredietverlening de volgende uitgangspunten in acht:
Sociale kredietverlening biedt mensen (ook) de mogelijkheid om aan hun financiële behoefte zelf invulling te geven, omdat persoonlijke leningen kunnen worden overgesloten en daarmee de gecreëerde kredietruimte opnieuw kan worden benut. Een persoonlijke lening biedt bij uitstek de mogelijkheid om de financiële positie van de kredietnemer te beoordelen en te bezien of gezien zijn financiële positie - deze is immers aan wisselingen onderhevig - de hernieuwde kredietverlening maatschappelijk en financieel verantwoord is.
Artikel 3 Sociale kredietverlening
Kredietverlening vindt alleen plaats aan natuurlijke personen die in Nederland verblijven. Er wordt dus geen krediet verstrekt aan ondernemers en ook niet aan Nederlanders die in het buitenland verblijven. Kredietverlening aan natuurlijk personen die niet over de Nederlandse nationaliteit beschikken, is niet uitgesloten. Wel geldt als voorwaarde, dat sprake is van een rechtmatig verblijf in Nederland. De kredietnemer met een buitenlandse nationaliteit moet dus aan de hand van een verblijfsdocument kunnen aantonen dat er sprake is van een rechtmatig verblijf.
In het kader van de kredietregistratie is de kredietbank verplicht de gegevens van de kredietnemer op te nemen in de eigen persoonsregistratie. Hierop is de van toepassing.
Artikel 6 Beslissen op aanvraag
Bij de beoordeling van de kredietaanvraag controleert de kredietbank of de aanvrager gebruikt maakt van de beschikbare landelijke en regionale (inkomens) voorzieningen. Deze voorzieningen kunnen immers van belang zijn voor het bepalen van het uiteindelijke inkomen.
De kredietbank wijst een aanvraag voor een krediet altijd af onder opgaaf van redenen. De kredietbank geeft de kredietnemer hierbij een advies, bijvoorbeeld een lager kredietbedrag.
In Nederland bestaat er maar één stelsel van kredietregistratie, te weten Centraal Krediet Registratiesysteem van de Stichting Bureau Krediet registratie (BKR) te Tiel. De kredietbanken zijn in het kader van kredietregistratie gebonden aan de reglementering van BKR.
De kredietbank verstrekt geen nieuw sociaal krediet als er al sprake is van lopende financiële verplichtingen en de volledige aflossingscapaciteit in beslag is genomen. Er wordt ook geen sociaal krediet verstrekt als de aanvrager een aanvraag voor een minnelijke schuldregeling, een verzoek tot toepassing van de Wsnp of een verzoek tot faillietverklaring heeft ingediend. Ook als een derde het faillissement van de aanvrager heeft ingediend, wordt geen sociaal krediet verstrekt. Als de kredietnemers in de Wsnp zitten, kunnen ze alleen lenen met toestemming van de rechter commissaris (hiertoe dient contact te worden opgenomen met de bewindvoerder).
De kredietbank kan wel een sociaal krediet verstrekken, indien er sprake is van een over sluiting van een bestaand krediet, het gaat om herfinanciering in het kader van een minnelijke schuldregeling of het sociaal krediet dient ter financiering van een gerechtelijk of buitengerechtelijk akkoord.
Hoofdstuk 3 Kredietovereenkomst
Als de kredietnemer in scheiding is, moet de echtscheiding zijn ingeschreven bij de burgerlijke stand (GBA).
Om langdurige afhankelijkheid van een krediet te voorkomen mag het krediet niet meer bedragen dan € 1360 en de looptijd van de lening niet langer zijn dan 36 maanden. Hiermee is de looptijd gelijkgesteld aan de looptijd bij schuldregelingen waar ook een maximale inspanningsverplichting is van 36 maanden.