Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oss

subsidieverordening gemeentelijke monumenten Oss 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oss
Officiële naam regelingsubsidieverordening gemeentelijke monumenten Oss 2006
Citeertitelsubsidieverordening gemeentelijke monumenten Oss 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De raad van de nieuwe gemeente Oss heeft deze regeling op 3-1-2011 geldend verklaard voor de nieuwe gemeente Oss. 

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2007Onbekend

05-10-2006

Oss Actueel

PBWM
01-01-200717-05-2012Onbekend

05-10-2006

Oss Actueel

PBWM

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Algemeen

DE RAAD DER GEMEENTE OSS

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en de ‘Monumentenverordening Oss 2006’, besluit vast te stellen de

‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Oss 2006’

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

1.Monument

Een beschermd gemeentelijk monument waarvan het besluit tot aanwijzing, zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 van de ‘Monumentenverordening Oss 2006’, onherroepelijk is geworden.

2.Eigenaar

Degene die volgens de kadastrale registratie eigenaar van een gemeentelijk monument is, alsook:

  • -

    degene die het recht van erfpacht heeft;

  • -

    de houder van een recht van opstal;

  • -

    de eigenaar van een appartementsrecht;

  • -

    degene aan wie door een rechtspersoon een deelneming- of lidmaatschapsrecht op gebruik van een woning is verleend;

  • -

    een toekomstig eigenaar die in het bezit is van een voorlopig koopcontract.

    • 3.

      Instandhoudingwerkzaamheden

De noodzakelijke restauratie- en/of onderhoudswerkzaamheden, niet zijnde reguliere onderhoudswerkzaamheden, aan onderdelen van het beschermd monument die nodig zijn om de monumentale waarde in stand te houden.

4.Reguliere onderhoudswerkzaamheden

Onderhoudswerkzaamheden die op gezette tijden dienen te worden uitgevoerd om een object in goede staat te houden.

5.Monumentale waarde van een beschermd gemeentelijk monument

De monumentale waarde van een beschermd monument wordt bepaald door de dragende onderdelen, de fundering, de vloeren en het omhulsel en/of door die onderdelen die blijkens het register, bedoeld in artikel 6 lid 2 en lid 3 van de ‘Monumentenverordening Oss 2006’, dan wel naar het oordeel van het college burgemeester en wethouders van belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarden.

Indien uit het register van beschermde monumenten blijkt, dat een beschermd beeldbepalend object uitsluitend beschermd is vanwege één of meer met name genoemde onderdelen of objecten, dan wordt de monumentale waarde uitsluitend door die onderdelen bepaald.

6.Subsidiabele instandhoudingkosten

De kosten van instandhoudingwerkzaamheden, die moeten worden verricht om de monumentale waarde van een beschermd gemeentelijk monument in stand te houden en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn.Als een eigenaar zelf werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding van zijn monument verricht zijn alleen de materiaalkosten subsidiabel. De loonkosten zijn wel subsidiabel als hij de werkzaamheden verricht in het kader van een door hem gedreven erkende onderneming, die ervaring heeft met de uitvoering van de noodzakelijk geachte activiteiten.

7.Monumentencommissie

De door het college van burgemeester en wethouders ingestelde commissie of aangewezen instantie, die als taak heeft het college van burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren o.a. betreffende de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Woningwet, de Wet op de Ruimtelijke Ordening, alsmede de toepassing, vaststelling c.q. wijziging van de ‘Monumentenverordening 2006’ en de ‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Oss 2006’.

8.Uitvoeringsvoorschriften

Standaardvoorschriften voor uitvoeringswerken aan historische bouw- en afwerkingsconstructies van beschermde monumenten en beschermde beeldbepalende objecten.

Artikel 2 Subsidieplafond

De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit waarin het subsidieplafond voor een bepaald jaar voor de uitvoering van de ‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Oss 2006’ wordt aangegeven.

Artikel 3 Grondslag en werkingssfeer
  • 1. Op grond van deze verordening kan het college van burgemeester en wethouders aan de eigenaar van een monument subsidie verlenen voor instandhouding-werkzaamheden aan hun monument.

  • 2. De subsidie wordt berekend op basis van subsidiabele kosten.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan bepaalde voorzieningen die van belang zijn voor de instandhouding van de monumentale waarde van het monument subsidiabel verklaren. Deze voorzieningen dienen verband te houden met de in artikel 1 genoemde instandhoudingwerkzaamheden.

  • 4. Vaststelling van de subsidiabele kosten en subsidietoekenning geschiedt door het college van burgemeester en wethouders.

  • 5. In geval van brand- en/of stormschade worden de kosten berekend aan de hand van de kosten van de te treffen voorzieningen minus de bij voldoende dekking uit te keren verzekeringspenningen.

  • 6. Het college van burgemeester en wethouders kan, gehoord de Monumentencommissie, in het belang van de monumentenzorg en in gevallen waarin deze verordening niet voorziet afwijken van het bepaalde in deze subsidieverordening.

Hoofdstuk 2 Instandhoudingsubsidie gemeentelijke monumenten

Artikel 4 Indienen subsidieaanvraag
  • 1.

    De aanvraag om een subsidie wordt, op een door het college van burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier, bij hetcollege van burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2.

    Naast het in het eerste lid genoemde formulier dient de aanvraag te bevatten:

    • a)

      een plan dat een omschrijving bevat van de te verrichten activiteiten;

    • b)

      een bouwtechnische rapportage incl. foto’s en eventueel ander documentatiemateriaal op grond waarvan inzicht kan worden verkregen in de staat van de monumentale waarde van het monument;

    • c)

      tekeningen, die de bestaande en de te maken toestand van het monument aangeven;

    • d)

      de monumentvergunning, voor zover vereist;

    • e)

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

f) de naam en het adres van de voor de uitvoering verantwoordelijke /persoon/bedrijf.

Artikel 5 Beoordeling subsidieverzoeken
  • 1.

    Aanvragen om subsidie worden in volgorde van binnenkomst behandeld met in achtneming van artikel 2 en artikel 3 lid 4 van deze verordening.

  • 2.

    Bij de beslissing op aanvragen om geldelijke steun houdt het college van burgemeester en wethouders in elk geval rekening met:

    • a.

      de monumentale waarde van het object;

    • b.

      de bouwtechnische- en uiterlijke staat van het monument alsmede het gebruik daarvan, mede in relatie tot zijn omgeving, zulks zo veel mogelijk te staven door een deskundigenrapport.

  • 3.

    a) Aanvragen om subsidie, waarover in verband met het overschrijden van het subsidieplafond niet positief kan worden beschikt, worden door het college van burgemeester en wethouders voor dat betreffende jaar afgewezen.

b) Aanvragen als bedoeld in lid a van dit artikel behoeven niet opnieuw te worden ingediend. Deze worden in het eerst volgend jaar, waarop door de gemeenteraad een subsidieplafond is vastgesteld op de oorspronkelijk ingediende volgorde als eerste in behandeling genomen.

  • 4.

    In geval van een calamiteit, waarbij de monumentale waarde van een monument in het geding is, kan het college van burgemeester en wethouders met in achtneming van artikel 4 lid 1 van deze verordening afwijken.

  • 5.

    Met de uitvoering van de werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat op de aanvraag om subsidie door het college van burgemeester en wethouders is beslist. Op verzoek van de eigenaar kan desgewenst, vooruit lopend op de te nemen beslissing omtrent de subsidieverlening door het college van burgemeester en wethouders, met de werkzaamheden worden gestart nadat de subsidiabele restauratiekosten zijn vastgesteld.

Artikel 6 Beslissingstermijn

Het college van burgemeester en wethouders beslist omtrent een volledige aanvraag om subsidie binnen 8 weken. Zij kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 7 Subsidiabele instandhoudingwerkzaamheden

Als subsidiabele instandhoudingwerkzaamheden kunnen in beginsel in aanmerking komen:

  • a.

    onderdeel dak: reparatie van dakbedekking, vervangen pannen, herstel dakbeschot, zink of lood;

  • b.

    onderdeel schoorstenen: reparaties;

  • c.

    onderdeel goten of hemelwaterafvoeren: herstel en reparaties;

  • d.

    onderdeel gevels: voegen, pleisteren, metselwerk of natuursteen en vochtbestrijding;

  • e.

    onderdeel vensters: reparaties en herstel van buitenkozijnen inclusief luiken en buitendeuren, ramen en besponning;

  • f.

    onderdeel draagconstructies: partieel herstel van (delen van) houten gebint- en kapconstructies;

  • g.

    monumentale (interieur)onderdelen, zoals benoemd in artikel 6 lid 2 en lid 3 van de ‘Monumentenverordening Oss 2006’;

  • h.

    rieten daken: aan- en afvoer en verwerken van riet, bindmateriaal, sporen, rietlatten, nokvorsten, kantplanken en steigermateriaal;

  • i.

    werkzaamheden aan fundering.

Artikel 8 Subsidiabele kosten en subsidiebijdrage
  • 1.

    Berekening van de subsidiebijdrage vindt plaats op basis van de vastgestelde subsidiabele kosten. De subsidiebijdrage bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van 2% van de WOZ waarde van het in de aanvraag vermelde opstal.

  • 2.

    De subsidiabele kosten met betrekking tot de in artikel 3 lid 5 genoemde

voorzieningen worden bepaald aan de hand van beoordeling op noodzakelijkheid, soberheid, doelmatigheid en de bepalingen in de bouw- en monumentenverordening.

  • 3.

    Voor zover de kosten van voorzieningen op grond van een verzekering worden gedekt of op andere wijze worden vergoed blijven die kosten voor het bepalen van de subsidiabele onderhoudskosten buiten beschouwing.

  • 4.

    De onder 1 of 2 genoemde bijdrage wordt ten hoogste één maal per twee jaar beschikbaar gesteld.

Artikel 9 Weigeringsgronden

De subsidieaanvraag wordt geweigerd indien:

  • 1.

    met de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden is begonnen voordat op de aanvraag door de burgemeester en wethouders is beslist;

  • 2.

    voor de te verrichten werkzaamheden een vergunning op grond van de ‘Monumentenverordening Oss 2006’ is vereist en deze is geweigerd;

  • 3.

    de subsidiabele instandhoudingkosten minder bedragen dan € 750,-

  • 4.

    de uitvoering in strijd is met de Uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 10 Subsidieverplichtingen
  • 1. De subsidie voor de instandhoudingwerkzaamheden wordt verleend onder oplegging van de verplichting dat:

  • a. binnen 13 weken na het besluit tot verlening van subsidie met de werkzaamheden wordt begonnen (in bijzondere situaties kan deze termijn met nog eens 13 weken worden verlengd);

  • b. de start van de werkzaamheden tenminste één week van tevoren schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouders wordt gemeld;

  • c. de schriftelijke gereedmelding van de werkzaamheden bij het college van burgemeester en wethouders uiterlijk anderhalf jaar na subsidieverlening moet zijn ingediend;

  • d. de ontvanger van de subsidie is gehouden de nodige inspanningen te leveren om het monument in een goede staat (van onderhoud) te houden, bijvoorbeeld door daartoe voldoende regulier onderhoud te plegen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan aan de subsidieverlening nog andere verplichtingen verbinden, onder meer met betrekking tot de verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 11 Definitieve vaststelling en uitbetaling van subsidie
  • 1.

    De definitieve vaststelling vindt plaats nadat:

  • a.

    de werkzaamheden op grond waarvan de subsidie is verleend schriftelijk gereed zijn gemeld onder overlegging van de daarop betrekking hebbende afrekening met betalingsbewijzen;

  • b.

    de onder a. bedoelde werkzaamheden door het college van burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2.

    Indien tijdens controle van de werkzaamheden blijkt dat niet overeenkomstig de monumentenvergunning is gehandeld dan wel is afgeweken van hetgeen de aanvrager eerder schriftelijk te kennen heeft gegeven, kan dit leiden tot verlaging c.q. intrekking van de subsidie.

  • 3.

    Indien de overlegde bescheiden niet voldoen, wordt de aanvrager door

het college van burgemeester en wethouders gedurende twee weken in de gelegenheid gesteld de ontbrekende gegevens te completeren.

Op basis van de bevindingen stelt het college van burgemeester enwethouders de definitieve subsidietoekenning vast.

4.In het belang van de voortgang van de werkzaamheden kan een

voorschot van ten hoogste 60% van de subsidieverlening beschikbaar worden gesteld. Uitbetaling gebeurt uiterlijk binnen vier weken na het besluit tot vaststelling van het subsidiabele bedrag.

De uitvoering van de in de aanvraag vermelde werkzaamheden dienen in dat geval voor minstens hetzelfde percentage te zijn verricht en te zijn goedgekeurd.

5.Uitbetaling geschiedt uitsluitend op een door aanvrager op te geven giro-

of bankrekening.

6.Indien de uitvoering van werkzaamheden strijdig is met de uitvoeringsvoorschriften wordt overgegaan tot intrekking van subsidie en terugvordering van reeds betaalde voorschotten.

Hoofdstuk 3 Preventieve zorg

Artikel 12 Abonnement Monumentenwacht

Aan de eigenaar van een monument, dat voorkomt op de lijst van de geregistreerde gemeentelijke monumenten overeenkomstig het bepaalde in de ‘Monumentenverordening Oss 2006’, kan een bijdrage worden toegekend in de kosten verbonden aan een abonnement en de inspectie van het monument door de ‘Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant’, mits:

  • ·

    gelijktijdig met de rekening het inspectierapport van het betreffende monument wordt overgelegd.

  • ·

    Het subsidieplafond niet wordt overschreden.

  • 1.

    De bijdrage ineens bestaat uit een basisvergoeding van 50% op de abonnementskosten op ‘Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant’ alsook 50% van de kosten van de door de ‘Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant’ verrichtte inspectie.

  • 2.

    Indien een inspectierapport kan worden overgelegd waarin niet de kwalificatie matig en slecht voorkomt, en waarin tevens de kwalificatie redelijk in ondergeschikte mate voorkomt of geheel ontbreekt, ontvangt de eigenaar van het monument, in plaats van de basisvergoeding, een bijdrage ter grootte van twee maal de onder 1 genoemde basisvergoeding.

  • 3.

    De genoemde inspectierapporten dienen voor 1 oktober van enig jaar worden overgelegd.

  • 4.

    De onder 1 of 2 genoemde bijdrage wordt ten hoogste één maal per twee jaar beschikbaar gesteld

Hoofdstuk 4 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 13 Toezicht

1.Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze

verordening zijn belast de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen.

2.Aan de toezichthouders bedoeld in lid 1 komen slechts de bevoegdheden

toe als genoemd in paragraaf 5 van de Algemene

wet bestuursrecht.

Artikel 14 Inwerkingtreding
  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

  • 2. Op deze datum vervallen de tot dan geldende subsidieregelingen voor gemeentelijke monumenten in de gemeente Oss.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Oss 2006’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 oktober 2006.

De raad voornoemd