1 | Met betrekking tot de gemeentelijke belasting die wordt
geheven van de genothebbende krachtens eigendom, bezit
of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één
roerende- of één onroerende zaak verschillende
categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in
onderstaande volgorde gesteld ten name van: |
1.1 | de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende
voorkeursvolgorde geldt: |
1.1.1 | de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van
gebruik en bewoning; |
1.1.2 | de opstaller, met uitzondering van degene die een
afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten
behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of
bovengrondse leidingen heeft; |
1.1.3 | de erfpachter dan wel de beklemde meier; |
1.2 | de eigenaar of de appartementsgerechtigde; |
1.3 | degene die op andere wijze als genothebbende naar voren
komt, daaronder begrepen de bezitter. |
| |
2 | Met betrekking tot de gemeentelijke belasting die wordt
geheven van genothebbende krachtens eigendom, bezit of
beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde
gesteld ten name van: |
2.1 | indien er binnen één categorie genothebbenden personen
zijn die volgens de beschikbare gegevens in Zaanstad
wonen of gevestigd zijn: |
2.1.1 | degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt; |
2.1.2 | degene die het grootste aandeel in het genotsrecht
heeft; |
2.1.3 | een natuurlijke persoon boven een niet-natuurlijke
persoon; |
2.1.4 | bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd; |
2.1.5 | degene die bij de afdeling belastingen als genothebbende
of gebruiker bekend is; |
2.1.6 | de eerst gerechtigde in de volgorde die door het
kadaster wordt aangehouden; |
2.2 | indien er binnen één categorie genothebbenden geen
personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in
Zaanstad gevestigd zijn, maar wel personen die volgens
de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of
gevestigd zijn: |
2.2.1 | degene die het grootste aandeel in het genotsrecht
heeft; |
2.2.2 | een natuurlijke persoon boven een niet-natuurlijke
persoon; |
2.2.3 | bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd; |
2.2.4 | degene die bij de afdeling belastingen als genothebbende
of gebruiker bekend is; |
2.2.5 | de eerst gerechtigde in de volgorde die door het
kadaster wordt aangehouden; |
| |
3 | Met betrekking tot de belasting die wordt geheven van
degene die – naar de omstandigheden beoordeeld – één
roerende- of één onroerende zaak al dan niet krachtens
eigendom, bezit, beperkt of persoonlijk recht
gebruikt: |
3.1 | degene die ook als genothebbende krachtens eigendom,
bezit of beperkt recht wordt aangemerkt; |
3.2 | degene die het langst woonachtig is in het
belastingobject; |
3.3 | de oudste in leeftijd; |
3.4 | degene die een nutsvoorziening van het belastingobject
op naam heeft; |
3.5 | degenen die op andere wijze als gebruiker naar voren
komt. |