Organisatie | Zundert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats |
Citeertitel | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | algemeen |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-1998 | 17-01-2013 | Nieuwe regeling | 17-12-1998 De Zundertse Bode, 30-12-1998 | Onbekend |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november 1998;
gehoord het advies van de commissie Algemeen Bestuur d.d. 30 november 1998;
gelet op artikel 35 van de wet op de lijkbezorging en artikel 147 en 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat het noodzakelijk is om nieuwe regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats;
vast te stellen de volgende verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats.
HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 7 Kennisgeving begraving, openen en sluiten van het graf
Degenen die wil doen begraven, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.
De nabestaanden zijn verplicht een persoon aan te wijzen, die namens de nabestaanden optreedt inzake het graf van de overledene en het college van burgemeester en wethouders voor de begrafenis hiervan in kennis te stellen. Indien deze persoon om welke reden dan ook, niet meer deze taak kan vervullen dient tijdig een andere persoon te worden aangewezen.
Het openen van een graf ter begraving en het daarna sluiten van het graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder kenbaar hebben gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgifte termijn binnen de wettelijke grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de dan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de andere in artikel 14, tweede lid genoemde personen.
HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN
Artikel 12 Termijnen eigen graven
Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Burgemeester en wethouders stellen de rechthebbende tijdig schriftelijk in kennis van de datum waarop de lopende termijn verstrijkt.
Artikel 13 Omschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende en is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 17 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 15 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 18 Onderhoud door rechthebbende
Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerkingen komende voorwerpen of zonodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN
Artikel 20 Ruiming van overblijfselen
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval maken zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
De rechten en verplichting tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 26, lid 2, ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.
Hij die handelt in strijd met artikel 3, derde lid of 4, eerste lid of 4, tweede lid of 4, derde lid of 4, vierde lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.