Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waddinxveen

Verordening Cliëntenparticipatie 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaddinxveen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Cliëntenparticipatie 2010
CiteertitelVerordening Cliëntenparticipatie 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt de Verordening cliëntenparticipatie (2003)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 47
  2. Wet investeren in jongeren, art. 12, lid 1
  3. Wet sociale werkvoorziening, art. 2 lid 3
  4. Gemeentewet, art 147 en 150
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-201024-12-2015Nieuwe regeling

10-11-2010

Hart van Holland, 17-11-2010

10/093

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie 2010

De raad van de gemeente Waddinxveen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Waddinxveen;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 12, eerste lid en onderdeel d van de Wet investeren in jongeren;

gelet op artikel 2 lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening;

en met inachtneming van artikel 147 en 150 van de Gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is de wijze waarop cliënten betrokken worden bij de uitvoering van de wet, bij verordening te regelen;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende verordening “Verordening Cliëntenparticipatie 2010”.

Artikel 1 - Begripsbepalingen

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet investeren in jongeren, aanpalende regelingen, evenals toekomstige regelingen waarin verantwoordelijkheden zijn opgenomen op het terrein van werk en inkomen;

    • b.

      Raad: de gemeenteraad van de gemeente Waddinxveen;

    • c.

      College: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Waddinxveen;

    • d.

      Wethouder: de portefeuillehouder Sociale zaken (werk en inkomen);

    • e.

      Cliënt: belanghebbende in de zin van de wet;

    • f.

      Cliëntenraad: een onafhankelijke stichting bestaande uit cliënten of hun wettelijke vertegenwoordigers en een afvaardiging van het Platform Sociaal Waddinxveen, met taken en bevoegdheden zoals omschreven in deze verordening;

    • g.

      Wmo-raad Waddinxveen: het uit vertegenwoordigers van organisaties bestaande orgaan met taken en bevoegdheden zoals omschreven in de Verordening Wmo-raad Waddinxveen 2010, waarin de Cliëntenraad als belangenbehartiger op het gebied van werk en inkomen met een zetel is vertegenwoordigd;

    • h.

      Platform Sociaal Waddinxveen: onafhankelijk orgaan bestaande uit vertegenwoordigers van Waddinxveense belangenorganisaties;

    • i.

      Ambtelijke vertegenwoordiging: vertegenwoordiging vanuit de gemeente dat naast de wethouder aanwezig is bij overleg met het Platform Sociaal Waddinxveen en de Cliëntenraad.

  • 2.

    Voor zover niet anders bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2 - Doelstelling

  • 1.

    Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten of hun wettelijke vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet en in staat worden gesteld hun opvattingen hieromtrent kenbaar te maken.

  • 2.

    De Cliëntenraad geeft invulling aan dit doel.

Artikel 3 - Adviesrecht

  • 1.

    De Cliëntenraad kan het college gevraagd en ongevraagd van advies dienen met betrekking tot de uitvoering van de wet.

  • 2.

    In het geval dat het college in een voorstel aan de raad afwijkt van het advies van de Cliëntenraad, wordt dit in het college voorstel vermeld, waarbij tevens wordt aangegeven op welke grond van het advies is afgeweken.

Artikel 4 - Beleidsterreinen

  • 1.

    In het kader van cliëntenparticipatie adviseert de Cliëntenraad over de uitvoering van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de wet.

  • 2.

    De Cliëntenraad behartigt geen individuele belangen.

Artikel 5 - Samenstelling Cliëntenraad

  • 1.

    De Cliëntenraad bestaat uit cliënten of hun wettelijke vertegenwoordigers, en een afvaardiging van het Platform Sociaal Waddinxveen.

  • 2.

    De Cliëntenraad bestaat uit minimaal twee en maximaal zes personen en streeft ten aanzien van zijn samenstelling naar een gelijke verdeling tussen cliënten (of hun wettelijke vertegenwoordigers) en een afvaardiging van het Platform Sociaal Waddinxveen. In de Cliëntenraad heeft ten minste één cliënt zitting.

  • 3.

    De Cliëntenraad wijst uit zijn midden een voorzitter en secretaris aan. De secretaris draagt zorg voor het opstellen van de agenda en het uitwerken van de notulen.

  • 4.

    Belangstellenden voor deelname aan de Cliëntenraad, voor zover zij tot de doelgroep zoals omschreven onder lid 1 van dit artikel vallen, kunnen zich melden bij de Cliëntenraad.

  • 5.

    Een zittingstermijn in de Cliëntenraad eindigt in ieder geval wanneer betrokkene niet meer als (wettelijke vertegenwoordiger van) een cliënt zoals bedoeld onder artikel 1 lid 1 mag worden aangemerkt of niet langer een belangenorganisatie vertegenwoordigt.

  • 6.

    Het bestuur van de Cliëntenraad kan een persoon de deelname aan de Cliëntenraad ontnemen indien er sprake is van onwenselijk en onredelijk gedrag, zulks ter beoordeling van het bestuur van de Cliëntenraad.

  • 7.

    Deelname aan de Cliëntenraad is onverenigbaar met het lidmaatschap van de raad, dan wel raadscommissies, het college en als ambtenaar in dienst van de gemeente Waddinxveen.

Artikel 6 - Werkwijze

  • 1.

    De Cliëntenraad heeft periodiek en ten minste eenmaal per jaar een structureel overleg met het college vertegenwoordigd door de wethouder en de ambtelijke vertegenwoordiging.

  • 2.

    Het college vertegenwoordigd door de wethouder en de ambtelijke vertegenwoordiging kunnen na overleg met de secretaris van de Cliëntenraad stukken onder embargo aanleveren.

  • 3.

    Ten dienste van zijn functioneren stelt de Cliëntenraad een huishoudelijk reglement op.

Artikel 7 - Agendering

  • 1.

    De Cliëntenraad bepaalt de agenda van het overleg zoals bedoeld onder artikel 6 lid 1. De wethouder en de ambtelijke vertegenwoordiging kunnen onderwerpen voor de agenda aandragen.

  • 2.

    Indiening van agendapunten voor dit overleg geschiedt schriftelijk bij de secretaris van de Cliëntenraad.

Artikel 8 - Informatievoorziening

Het college draagt zorg voor een goede en tijdige voorziening van de informatie die de Cliëntenraad nodig heeft om naar behoren invulling te kunnen geven aan zijn doelstelling zoals bedoeld onder artikel 2 lid 1.

Artikel 9 - Rapportage

  • 1.

    De voorzitter van de Cliëntenraad brengt namens de Cliëntenraad adviezen uit aan het college.

  • 2.

    Het college legt via de P&C cyclus hieromtrent verantwoording af aan de raad.

Artikel 10 - Faciliteiten

  • 1.

    Het college stelt de middelen ter beschikking die de Cliëntenraad redelijkerwijs nodig heeft om naar behoren invulling te kunnen geven aan zijn doelstelling zoals bedoeld onder artikel 2 lid 1.

  • 2.

    De middelen bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting.

Artikel 11 - Slotbepalingen

  • 1.

    Het college besluit in de gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Cliëntenparticipatie 2010”.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgend op de maand waarin de verordening wordt bekend gemaakt.

  • 4.

    Per de onder lid 3 genoemde datum vervalt de Verordening Cliëntenparticipatie.

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente

Waddinxveen in zijn openbare vergadering

van 10 november 2010,

de griffier, de voorzitter

(mr. F.W. van der Dussen)(drs. H.P.L. Cremers)

Algemene toelichting op de Verordening Cliëntenparticipatie 2010

Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie van jongeren tot 27 jaar te bevorderen. De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen eventueel aangevuld met een inkomensvoorziening wanneer er geen werkleeraanbod beschikbaar is of wanneer dit werkleeraanbod voor de jongere onvoldoende inkomsten oplevert. De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB. Met de WIJ wordt een paradigmawisseling beoogd: is het uitgangspunt in de WWB ‘een uitkering, mits’, in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangspunt ‘geen uitkering, tenzij’.

 

Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de

raad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De verordening cliëntenparticipatie is één van deze verordeningen. In artikel 12, eerste lid, onderdeel d WIJ is vastgelegd dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van deze wet. Deze regels moeten in ieder geval betrekking hebben op de wijze waarop:

 

  • 1.

    periodiek overleg wordt gevoerd met de jongeren of hun vertegenwoordigers;

  • 2.

    de jongeren of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • 3.

    de jongeren of hun vertegenwoordigers worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

 

Artikel 12 WIJ is op het punt van cliëntenparticipatie qua strekking identiek aan artikel 47 WWB. Dit geldt ook voor artikel 2 lid 3 van de Wet op de sociale werkvoorziening. Op basis van artikel 47 WWB dient iedere gemeente een verordening vast te stellen met betrekking tot cliëntenparticipatie.

 

De invoering van de WIJ per 1 oktober 2009 geeft aanleiding tot een wijziging van de Verordening Cliëntenparticipatie zoals deze eind 2003 door de gemeenteraad is vastgesteld. Het Rijk adviseert om hiervoor aansluiting te zoeken bij de bestaande cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de Verordening Cliëntenparticipatie.

 

Net als veel andere gemeenten, wordt de verordeningsplicht in het kader van de WIJ aangegrepen om cliëntenparticipatie een breder bereik te geven. Met de Verordening Cliëntenparticipatie 2010 kan de Cliëntenraad het college gevraagd en ongevraagd adviseren over niet alleen de uitvoering van de WWB, maar ook over de uitvoering van de WIJ, de Wsw, aanpalende regelingen van de WWB zoals de IOAW, IOAZ en de Bbz 2004, en mogelijke nieuwe wettelijke verantwoordelijkheden op het terrein van werk en inkomen die tot stand zijn gekomen nadat deze verordening door de raad is vastgesteld.

 

Daarbij is ervoor gekozen om de omschrijving van cliënt onder artikel 1 lid 1 van de verordening zo breed mogelijk te omschrijven zodat deze ook van toepassing blijft bij wetswijzigingen en nieuwe wetgeving. Hiermee wordt voorkomen dat bij een volgende wetswijziging of nieuwe wetgeving opnieuw een verordening cliëntenparticipatie moet worden vastgesteld.

 

Voor cliëntenparticipatie in het kader van de Wsw is er ook een regionale verordening door de raad vastgesteld: Verordening Cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening. Voornoemde verordening is van toepassing op het regionale beleid ten aanzien van de Wsw zoals dat binnen de gemeenschappelijke regeling Promen wordt vastgesteld en uitgevoerd. De Verordening Cliëntenparticipatie 2010 heeft alleen betrekking op de Wsw voor zover er sprake is van lokaal beleid ten aanzien van deze doelgroep.

 

De Cliëntenraad wordt geacht de cliënt, zoals verwoord onder artikel 1 lid 1, te kunnen vertegenwoordigen en wordt daarin bijgestaan door het Platform Sociaal Waddinxveen. Deze ondersteuning draagt bij aan de borging van de continuïteit van de Cliëntenraad.

 

Op basis van artikel 6, lid 3 legt de Cliëntenraad zijn eigen werkwijze vast in een huishoudelijk reglement. In dit reglement komt in ieder geval aan de orde de benoeming en taken van de voorzitter en secretaris, de benoeming van de overige leden van de Cliëntenraad, en de wijze waarop binnen de Cliëntenraad wordt vergaderd en besluiten worden genomen.