Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Elburg

“Verordening naamgeving en nummering (adressen)"

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieElburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regeling“Verordening naamgeving en nummering (adressen)"
CiteertitelVerordening naamgeving en nummering (adressen)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpstraatnaam huisnummer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet basisregistratie adressen en gebouwen, art. 6
  2. Gemeentewet, art. 108 lid 1, 147, 149 en 157 lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-06-2022Gewijzigde regeling

30-05-2022

gmb-2022-291344

07-12-201029-06-2022Nieuwe regeling

29-11-2010

Huis aan huis Elburg, 07-12-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

“Verordening naamgeving en nummering (adressen)"

De raad van de gemeente Elburg;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 oktober 2010;

gelet op artikel 6 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en

artikel 147 van de Gemeentewet (medebewindstaken), de artikelen 108, eerste lid, en artikel 149 van de Gemeentewet (autonome taken) en artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet (delegatiebesluit);

overwegende dat door het in werking treden van de Wet basisadministratie adressen en gebouwen (Wet BAG) aanpassing van de door de gemeenteraad van Elburg d.d. 29 sept. 2005 vastgestelde “Verordening naamgeving en nummering (adressen)” noodzakelijk is;

besluit vast te stellen de volgende:

“Verordening naamgeving en nummering (adressen)"

Artikel 1. Definities

1 . In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

- adres ;

- ligplaats ;

- openbare ruimte;

- pand ;

- standplaats ;

- verblijfsobject ;

- woonplaats ;

dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

2 . In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verder verstaan onder:

[- afgebakend terrein: een terrein met een kunstmatige of natuurlijke afbakening, waarop zich geen verblijfsobjecten bevinden en dat betreedbaar en afsluitbaar is.]

- nummeraanduiding : dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, met dien verstande dat deze bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- of cijfercombinatie[, en ook betrekking kan hebben op een afgebakend terrein].

- rechthebbende : een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder.

 

Artikel 2. Naamgeving woonplaatsen en openbare ruimte
  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de grens en de naam van een of meer woonplaatsen vast en kunnen deze in wijken en buurten verdelen conform de eisen die het Centraal Bureau voor de Statistiek aan deze indeling verbindt.

     

    2. Burgemeester en wethouders kennen per woonplaats namen toe aan delen van de openbare ruimte en zo nodig aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken.

  • 3.

    Onder vaststellen, verdelen en toekennen, als bedoeld in het eerste lid en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 3. Nummering objecten
  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de lig- en standplaatsen vast.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kennen binnen het grondgebied van de gemeente nummeraanduidingen toe aan verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.

  • 3.

    Zij bepalen de afbakening van panden, verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.

  • 4.

    De toekenning of afbakening, bedoeld in het tweede en derde lid, kan ook op voor personen toegankelijke objecten, niet zijnde verblijfsobjecten[, dan wel op afgebakende terreinen] worden toegepast.

  • 5.

    Onder vaststellen, toekennen en bepalen, als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 4. Aanbrengen aanduiding
  • 1.

    De burgemeester en wethouders aan de openbare ruimte of een gedeelte daarvan toegekende namen, bedoeld in artikel 2, worden door of in opdracht van de gemeente blijvend zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2.

    De door burgemeester en wethouders aan een object toegekende nummers, bedoeld in artikel 3, tweede en vierde lid, worden daaraan op doeltreffende wijze aangebracht.

  • 3.

    Het is eenieder die daartoe niet bevoegd is verboden namen aan de openbare ruimte of delen daarvan, dan wel nummers aan een pand of verblijfsobject[, OF of] stand- of ligplaats [of afgebakend terrein] toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

Artikel 5. Gedoogplicht naamaanduiding

  • 1.

    Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat de door hen toegekende aanduidingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, draagt de rechthebbende er zorg voor dat de hier bedoelde aanduidingen vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2.

    Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen een naamaanduiding, waarop de vervallen naam is doorgehaald, gedurende ten hoogste een jaar naast de naamaanduiding met de nieuwe naam te handhaven laat de rechthebbende dit toe.

    3. De rechthebbende draagt er zorg voor dat de in het eerste en tweede lid bedoelde aandudingen vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6. Aanbrengplicht nummeraanduiding

  • 1.

    Tenzij burgemeester en wethouders anders hebben besloten, draagt de rechthebbende van een object er zorg voor dat de nummers, bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden aangebracht overeenkomstig het krachtens artikel 7 bepaalde.

  • 2.

    De rechthebbende draagt er zorg voor dat de nummers binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het burgemeester en wethouders zijn aangebracht.

  • 3.

    Als een verblijfsobject, lig- of standplaats [of afgebakend terrein] nog niet gereed is gekomen, wordt het nummer binnen [aantal (bijvoorbeeld vier)] weken na het gereedkomen daarvan aangebracht.

  • 4.

    Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen een nummeraanduiding, waarop het vervallen nummer is doorgehaald, gedurende ten hoogste een jaar naast de nummeraanduiding met het nieuwe nummer te handhaven laat de rechthebbende dit toe of geeft de rechthebbende daaraan uitvoering.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede en derde lid genoemde termijnen verlengen.

Artikel 7. Nadere regels

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over het proces en de wijze van:

    • a.

      naamgeving en begrenzing van woonplaatsen, wijken, buurten en bouwblokken;

    • b.

      naamgeving en begrenzing van de openbare ruimte;

    • c.

      nummering van verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen [en afgebakende terreinen];

    • d.

      opmaak van formulieren, besluiten en verklaringen.

  • 2.

    De nadere regels zijn niet strijdig met het Convenant inzake postcodes.

Artikel 8. Handhaving

  • 1.

    Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, artikel 5 en artikel 6, eerste tot en met vierde lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de afdelingen Ruimtelijke Ontwikkeling en Bouwen en Milieu.

Artikel 9. Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de datum van bekendmaking.

Artikel 10. Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten.

Artikel 11. Overgangsbepaling

  • 1.

    Namen en nummers die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na inwerkingtreding van deze verordening bestaan.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening naamgeving en nummering (adressen)’.

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Elburg in zijn openbare vergadering van 29 november 2010.

de voorzitter, de griffier,

F.A. de Lange. mr.ir. M.C. Luiting-Kamminga.

Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering (adressen)

  •  

1. AANLEIDING EN TOELICHTING

1.1. Bevoegdheid tot het benoemen van openbare ruimten en nummeraanduidingen

De bevoegdheid tot het benoemen en nummeren van de openbare ruimte is geregeld in de "Verordening naamgeving en nummering (adressen)". Aanleiding is de inwerkingtreding van de wet BAG (Basisadministratie Adressen en Gebouwen). Deze wet verplicht gemeenten aan de verschillende verblijfsobjecten en stand- en ligplaatsen binnen de gemeentegrenzen een adres toe te kennen. De verordening legt de bevoegdheid tot het vaststellen van namen en nummers bij het college van burgemeester en wethouders. Het college kan op basis van artikel 7 lid 1 van de verordening regels vaststellen waarin is vastgelegd aan welke verblijfsobjecten of te onderscheiden delen daarvan nummers worden toegekend. Tevens is het raadzaam dat het college regels vaststelt omtrent de vergoeding van kosten die voortvloeien uit het wijzigen van (huis)nummering en straatnaamgeving.

1.2. naamgeving van openbare ruimten

Aanleiding

De benoeming van openbare ruimten gebeurt aan de hand van de richtlijnen die de VNG hiervoor heeft opgesteld (Benoemen, nummeren en begrenzen 2002). Dit zijn algemene richtlijnen die verband houden met de bruikbaarheid van namen, bv. het wel of niet vernoemen van nog in leven zijnde personen, spelling die gemakkelijk tot verschrijvingen leidt etc. Aangezien de adresregistratie de ingang is tot bijzonder veel gegevensbestanden is de burger er mee gediend als hiermee zo min mogelijk problemen ontstaan. Door het overnemen van de algemene richtlijnen van de VNG kan in voorkomende gevallen gemakkelijk naar eigen beleid verwezen worden bij het overnemen dan wel afwijzen van suggesties van burgers. Het overnemen van de richtlijnen van de VNG in de uitvoeringsvoorschriften leidt bovendien tot meer uniformiteit en transparantie bij het benoemen van openbare ruimten. Zonder de naamgeving te verstikken in een overvloed aan regels is het uit praktische overweging raadzaam straatnaamsuggesties aan de vastgestelde richtlijnen te toetsen. Doordat de gangbare praktijk wordt vastgelegd is er geen sprake van het toevoegen van regelgeving.

Toelichting

 

1.

De naam moet kort zijn. Te lange namen (meer dan 24 karakters) passen vaak niet in geautomatiseerde bestanden. Als de naam dan verkort moet worden, kan dat leiden tot verschillende schrijfwijzen en dat kan weer leiden tot verwarring. Ook kan alfabetisering tot problemen leiden: wordt Pr. Willem-Alexanderlaan onder de P of de W gearchiveerd.

2.

De spelling moet éénduidig en correct zijn; gebruik van diakritische tekens wordt vermeden. Met name bij zogenaamd historische spellingswijzen ontstaat vaak verwarring. Het gebruik van bijvoorbeeld ae in plaats van aa in Spaerbroekweg en Rijsaert. In geautomatiseerde bestanden kan dit gemakkelijk tot problemen leiden. Ook het gebruik, of gedwongen weglaten, van diakritische tekens (accenten, cédilles etc.,) kan leiden tot verschillende schrijfwijzen. De gehanteerde spelling is de voorkeursspelling volgens het Groene Boekje.

3.

Namen of begrippen moeten algemeen bekend dan wel te begrijpen zijn, en bij voorkeur samengesteld uit Nederlandse termen. Uitzondering kan gemaakt worden voor buitenlandse namen en begrippen waarvan betekenis en schrijfwijze verondersteld worden algemeen bekend te zijn. Dit heeft veel te maken met de bovengenoemde spelling en het gebruik van diakritische tekens. Het correct spellen van namen als Csorna, Ârhus, Le Trésor, Walensa, etc. zal vaker tot problemen leiden dan de spelling van namen als Madrid, Churchill etc.

4.

Namen mogen geen aanstoot geven.

5.

Vernoeming van personen: een zekere tijdsafstand is nuttig om te beoordelen of de te vernoemen persoon ook na het verstrijken van jaren vernoemenswaardig is gebleven en niet alleen de waan van de dag gevolgd is. Een bijna ijzeren vuistregel bij straatnaamgeving is: vereer nooit iemand als deze niet minstens 10 jaar overleden is. Deze vuistregel is natuurlijk wat extreem gesteld, maar het is raadzaam in dit opzicht de nodige terughoudendheid te betrachten. Op deze regel wordt in het algemeen een uitzondering gemaakt voor leden van het Koninklijk Huis en de Koninklijke familie. Gezien recente ervaringen in binnen- en buitenland is echter ook hier uiterste terughoudendheid geboden.

 

1.3. (Huis)nummering

Aanleiding

Met regelmaat komen er huisnummerverzoeken uit het buitengebied of wordt nieuwe woningbouw binnen de bestaande kernen gerealiseerd. Het verdient aanbeveling op voorhand duidelijk te maken in welke gevallen een verzoek gehonoreerd zal worden. Er dient nu rekening gehouden te worden met de wet BAG (basisadministratie Adressen en Gebouwen) welke 1 juli 2009 in werking getreden is. Hierdoor en door het toevoegen van woningen tussen bestaande bebouwing, moeten ook huisnummers toegevoegd worden. Het zal duidelijk moeten zijn wanneer woningbouw zal leiden tot subnummering of vernummering van bestaande adressen. Ook hier wordt beoogd de bestaande praktijk vast te leggen, en de redenen die aan (huis)nummerbesluiten ten grondslag liggen transparant te maken. Daarmee vormen de regels een kader voor zowel burgerinitiatieven als voor collegebesluiten. Doordat de gangbare praktijk wordt vastgelegd is er geen sprake van het toevoegen van regelgeving.

Toelichting

Er komt wel eens commentaar op het toekennen van huisnummers met toevoegingen. Een nummer als 1A wordt als minderwaardig gezien, en niet passend bij een dure vrijstaande woning. Aangezien het alternatief vaak vernummering is, wordt in de beleidsregel verwezen naar de overlast en de kosten die dat met zich meebrengt. Er wordt een richtlijn gegeven voor de te maken keuze tussen bv. subnummering en vernummering.

Tenslotte wordt iets vastgelegd over vernummering van objecten. Als er te nummeren objecten worden toegevoegd kan in het uiterste geval worden overgegaan tot het vernummeren van bestaande objecten. Voor de gebruiker van het object brengt dit kosten met zich mee (die op de gemeente te verhalen zijn) en vaak langdurige overlast. Voor de eigen administratie betekent vernummering een extra belasting omdat deze vernummering in alle bestanden en archieven doorgevoerd moet worden. De ervaring leert dat hiermee problemen kunnen ontstaan, waardoor opgeslagen informatie onvindbaar wordt. Als vernummering onvermijdelijk is, moet deze dan ook tot een minimum worden beperkt, ook al zou een rigoureuze vernummering tot een fraaiere nummeropeenvolging leiden.

1.4. Afhandeling van kosten bij vernummering

Aanleiding

Als de gemeente genoodzaakt is objecten te vernummeren, kan dat overlast en financiële gevolgen hebben voor de eigenaars of gebruikers van die objecten. Hierbij valt te denken aan kosten van verhuisberichten, veranderen van briefpapier, advertenties, reclames, opdrukken en dergelijke. Deze kosten, die voortvloeien uit een in het algemeen belang genomen besluit, mogen gezien het evenredigheidsbeginsel niet worden afgewend op de eigenaar/gebruiker van het te vernummeren object. Er zat in zo'n geval nadeelcompensatie moeten worden toegepast. Uit het oogpunt van efficiëntie is het wenselijk een standaardregeling voor nadeelcompensatie vast te stellen die in de overgrote meerderheid van de gevallen de geleden schade inderdaad compenseert. Dit voorkomt discussies over al dan niet werkelijk gemaakte kosten. Buiten de standaardgevallen kan het overigens altijd voorkomen dat de werkelijk geleden schade (veel) groter is dan door de standaardregeling vergoed wordt; in dat gevat zal toch het gehele nadeel gecompenseerd moeten worden.

Als de gemeente een object vernummert op aanvraag van de eigenaar/gebruiker van dat object is er uiteraard geen aanleiding tot nadeelcompensatie.

Toelichting

Het ligt voor de hand verschillende compensaties toe te kennen voor particulieren en niet-particulieren (bedrijven, instellingen, stichtingen, verenigingen, praktijken etc.). De niet-particulieren zullen in het algemeen meer relaties hebben, en hebben ook vaker briefpapier, visitekaartjes, opschriften en dergelijke die veranderd moeten worden. Of op een bepaald adres een bedrijf, instelling, stichting, vereniging, praktijk o.i.d., gevestigd is, is niet altijd vast te stellen. Inschrijving bij de Kamer van Koophandel kan een indicatie zijn, maar praktijken zijn b.v. niet altijd ingeschreven bij de KvK. Diegene die aanspraak maakt op nadeelcompensatie zal in zo'n geval zelf aannemelijk moeten maken dat er sprake is van een situatie die de hogere vergoeding rechtvaardigt. Datzelfde geldt als het standaardbedrag te laag zou zijn: dan moet de benadeelde zelf aannemelijk maken dat bv. het adressenbestand of andere kosten (veel) hoger zijn.

Voor particulieren geldt dat een groot aantal instanties kosteloos door de gemeente van een adreswijziging op de hoogte gebracht wordt. Als vervolgens wordt uitgegaan van 100 te informeren adressen per te vernummeren adres zou een standaardbedrag van € 50,- redelijk zijn (100 adreswijzigingen kosten € 50,-, tarief PostNL per 01-01-2012).

Voor bedrijven zou een standaardbedrag van € 250,- redelijk zijn. Hiermee zouden bv. 300 adreswijzigingen en voor ca. € 100,- aan overige kosten gedekt zijn. Voor kleine bedrijfjes en praktijken en voor veel verenigingen en stichtingen zal dit bedrag toereikend zijn. Het vernummeren van grotere bedrijven en praktijken moet, gezien de te verwachten kosten, waar mogelijk vermeden worden.

2. UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN

2.1. BENOEMEN OPENBARE RUIMTE

2.1.1. Aangewezen openbare ruimte

Een openbare ruimte is een door het bevoegde gemeentelijk orgaan als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen. Op grond van artikel 1 onder g en artikel 7 lid 1 van de Verordening naamgeving en nummering (adressen) wijst het college de volgende typen openbare ruimten aan:

  • 1.

    Weg

  • 2.

    Water

  • 3.

    Spoorbaan

  • 4.

    Terrein

  • 5.

    Kunstwerk

  • 6.

    Landschappelijk gebied

  • 7.

    Administratief gebied

2.1.2. Criteria voor het benoemen van openbare ruimten

Ten aanzien van de benoeming van openbare ruimten gelden de volgende criteria:

  • 1.

    De naam moet niet te lang zijn.

  • 2.

    De spelling moet éénduidig en correct zijn (voorkeursspelling volgens het Groene Boekje).

  • 3.

    De uitspraak van de naam moet éénduidig zijn.

  • 4.

    Namen of begrippen moeten algemeen bekend dan wel te begrijpen zijn, en bij voorkeur samengesteld uit Nederlandse termen. Uitzondering kan gemaakt worden voor buitenlandse namen en begrippen waarvan betekenis en schrijfwijze verondersteld worden algemeen bekend te zijn.

  • 5.

    Namen mogen geen aanstoot geven, niet dubbelzinnig zijn of eenvoudig te verbasteren.

  • 6.

    Een naam mag geen verwarring wekken met een al bestaande naam binnen de gemeente Elburg.

  • 7.

    Bedrijven worden niet vernoemd.

  • 8.

    Bij vernoeming van personen moet de te vernoemen persoon:

  • 9.

    ten minste tien jaar overleden zijn; dit geldt niet voor een lid van het Koninklijk Huis.

  • 10.

    Van onbesproken gedrag en onomstreden zijn;

  • 11

    Van groot belang geweest zijn voor de gemeente Elburg of de samenleving in bredere zin.

  • 12

    Indien mogelijk dient de instemming te worden gevraagd van de naaste familie van de te vernoemen persoon.

2.1.3. Schrijfwijze

Afkortingen

  • 1.

    Er worden geen afkortingen toegepast in de aanduiding van de openbare ruimte. Dus geen str. maar straat, geen ln maar laan, enz.;

  • 2.

    Wetenschappelijke titulatuur wordt afgekort: Prof., Dr., Mr., Drs., enz. Echter wanneer het gaat om een dokter (arts) of schoolmeester, dan wel voluit schrijven;

  • 3.

    Kerkelijke titels worden volledig geschreven: dominee, pastoor, enz.;

  • 4.

    Adellijke titels worden volledig geschreven: Prins, Prinses, Graaf, Gravin, enz.;

  • 5.

    Militaire rangen worden volledig uitgeschreven;

  • 6.

    Burgemeester en wethouders worden volledig uitgeschreven;

  • 7.

    Achter elke afkorting wordt een punt gezet;

  • 8.

    Achter elke punt wordt een spatie gezet.

Spelling

De schrijfwijze wordt gehanteerd volgens de op het moment van benoeming geldende spellingsregels. Er worden geen wijzigingen in schrijfwijzen toegepast als de spellingsregels op een bepaald moment wijzigen.

Namen

  • 1.

    Eigen namen: spelling gebeurt overeenkomstig de registratie in de GBA (Gemeentelijke Basis Administratie), anders wordt de meest gebruikte spellingswijze gehanteerd;

  • 2.

    Toponiemen (geografische naam, plaatsnaam, topografische naam): Bij deze namen wordt de geldende spelling gehanteerd vanuit het oogpunt van de duidelijkheid en ter voorkoming van spelfouten.

Oudnederlandse schrijfwijze

Er wordt geen Oudnederlandse schrijfwijze meer toegepast; dus geen "sch" maar "s".

Tussenvoegsels

  • 1.

    Tussenvoegsels worden niet afgekort: van, van de , van der, enz.;

  • 2.

    Tussenvoegsels worden geschreven met een hoofdletter als er geen naam of letter aan voorafgaat;

  • 3.

    Tussenvoegsels worden geschreven met een kleine letter als er een naam of letter aan voorafgaat;

  • 4.

    Wanneer volgens de GBA het tussenvoegsel met een hoofdletter wordt geschreven, wordt dat overgenomen.

2.1.4. Hernoemen openbare ruimten

Er moet terughoudend worden omgegaan met het hernoemen van openbare ruimten. Alleen om zwaarwegende redenen kan worden besloten tot hernoeming, bv. bij herontwikkeling van een wijk, samenvoeging of herindeling van gemeenten, wijziging infrastructuur.

2.2. NUMMERAANDUIDING (huisnummering)

2.2.1 Wat is een nummeraanduiding?

1. Een nummeraanduiding is een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig toegekende aanduiding van een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats (zogenaamde adresseerbare objecten).

2. Een nummeraanduiding bestaat uit: een huisnummer, huisletter (optioneel), huisnummertoevoeging (optioneel) en een postcode.

2.2.2 Criteria voor (huis-)nummering

(Huis)nummering moet voldoen aan de volgende kenmerken:

1. Logische nummeropeenvolging met eventueel toevoeging van letter op de positie van de huisletter of een combinatie van een letter met een cijfer in de huisnummertoevoeging.

2. Nummering vanuit het centrum oplopend, oneven nummers links, even nummers rechts.

3. Nummering wordt toegekend aan verblijfsobjecten:

  • 1.

    Woonobjecten zijn verblijfsobjecten als ze deel uitmaken van een pand en een eigen afsluitbare toegang hebben vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, Dit geldt ongeacht het soort pand (onder andere vrijstaande woning, rijtjeshuis, twee onder één kap-woning, flatwoning of galerijwoning). Appartementen in een appartementengebouw krijgen afzonderlijke huisnummers, maar onzelfstandige eenheden (zoals gedeeld gebruik van keuken, badkamer en toilet) in bijvoorbeeld een kamerverhuurbedrijf of een begeleide woonvorm niet. Eventuele garageboxen in of aan de woning, die geen zelfstandige woon-, bedrijfsmatige of recreatieve functie hebben, zijn geen pand en ook geen verblijfsobject.

  • 2.

    Vrijstaande garageboxen zijn als pand te onderscheiden, maar zijn geen verblijfsobject. Uitzondering daarop zijn series garageboxen. Deze krijgen wel een eigen nummeraanduiding (voor zover zij niet aantoonbaar dienstbaar zijn aan nabijgelegen andere objecten): Huisnummeromschrijving: eerst het dichtst bijgelegen huisnummer, dan de letter G (garage), dan twee volgnummers: bv. 24G01.

  • 3.

    Bedrijfsruimten zijn een verblijfsobject als ze deel uitmaken van een pand en een eigen afsluitbare toegang hebben vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte. Dit geldt ongeacht het soort pand (in een woning, onderin een flatgebouw, in een kantoorruimte of in een fabriek).

  • 4.

    Nutsvoorzieningen; het hoofdgebouw van bijvoorbeeld een elektriciteitscentrale wordt als verblijfsobject afgebakend. Eventuele andere panden van de centrale worden beschouwd als bijgebouwen en zijn geen verblijfobjecten. Een betreedbaar transformatorhuisje is een verblijfsobject. Een niet-betreedbaar transformatiehuisje is geen pand en dus ook geen verblijfsobject. Gebouwen voor telecommunicatie, die als pand zijn afgebakend, zijn tevens verblijfsobjecten. Huisnummeromschrijving: het dichtst bijgelegen huisnummer, dan de toevoeging T (transformatorhuisje): bv. 24T, de toevoeging G (gas-kast): bv. 24G, de toevoeging GV (glasvezelverdeelstation): bv. 24GV, de toevoeging ZM (zendmast): bv 24ZM.

  • 5.

    Verkeer en vervoer. Stationsgebouwen die afgebakend zijn als pand kunnen verblijfsobjecten bevatten. Wachtruimten op een perron zijn geen pand en daarmee per definitie ook geen verblijfsobject. Een parkeergarage die als pand is afgebakend is tevens een verblijfobject. Ook een gezamenlijke garage onder een flatgebouw is een verblijfsobject, mits deze afsluitbaar is.

  • 6.

    Agrarische objecten. Het hoofdgebouw van de boerderij is een verblijfsobject. Veelal bestaat dit hoofdgebouw uit een woongedeelte en een agrarisch gedeelte. Dit agrarische gedeelte wordt beschouwd als dienstbaar en wordt niet als afzonderlijk verblijfsobject onderscheiden. Dat geldt ook als de bedrijfsvoering een maatschap is. Er worden alleen extra verblijfsobjecten onderscheiden als er sprake is van een object dat volledig aan de definitie van verblijfsobjecten voldoet. Bijvoorbeeld een zelfstandige woning of een zelfstandig bedrijf.

  • 7.

    Overigen: Sportgebouwen zijn verblijfsobjecten, evenals clubhuizen, sporthallen en zwembaden. Allen krijgen een eigen nummeraanduiding.

  • 8.

    Een hotel, pension of restaurant zijn verblijfsobjecten.

  • 9.

    Een vakantiehuisje of vakantiebungalow zijn verblijfsobjecten, mits deze panden zijn. Huisnummeromschrijving: Eerst het dichtst bijgelegen huisnummer, dan de toevoeging R (recreatieobject), dan een volgnummer eventueel voorafgegaan door een volgletter: bv. 24R1 of 24R A1.

  • 10.

    Een camping is als zodanig geen verblijfsobject. Gebouwen op de camping (receptie, winkels) kunnen verblijfsobjecten zijn, als ze deel uitmaken van een pand en beschikken over een afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of gedeelde verkeersruimte.

  • 11

    Musea en pretparken. Hiervan krijgt het hoofdgebouw een eigen nummeraanduiding, de andere panden zijn dienstbaar aan het hoofdgebouw.

  • 12

    Recreatieterreinen. Terreinen worden niet genummerd. Een hoofdgebouw (met eventuele bijgebouwen) zal worden genummerd conform beschreven onder woningen of bedrijven, afhankelijk van de eigenlijke functionaliteit van dit gebouw.

  • 13

    Terreinen met specifieke functie zoals: parkeerterreinen, campings, speelplaatsen e.d. zullen niet worden genummerd, indien er geen gebouwen op staan. Bij aanwezigheid van hoofdgebouwen welke voldoen aan de pand- en verblijfsobjectcriteria worden wel nummeraanduidingen toegekend.

4. Standplaatsen:

Volgens de definitie van standplaatsen dient er sprake te zijn van permanente plaatsing van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden woon-, bedrijfs- of recreatieruimte. Dat betekent dat bijvoorbeeld seizoen- of jaarplaatsen op recreatieterreinen geen standplaatsen zijn volgens de Wet BAG. Als een object niet naar aard en inrichting duurzaam met de aarde is verbonden en het terrein bedoeld is voor het permanent plaatsen van een object, kan de gemeente een standplaats aanwijzen. Hierbij wordt primair gedacht aan woonwagens.

5. Ligplaatsen:

Woonboten, waterwoningen of bedrijfsmatig gebruikte boten die permanent zijn afgemeerd, worden volgens de definitie van de Wet BAG aangemerkt als ligplaatsen.

2.2.3 Vernummering

Als door het toevoegen van straten objecten hun ontsluiting aan een nieuwe straat krijgen, dan wel vernummering om andere redenen logisch is, wordt aan die objecten een nieuw nummer toegekend.

2.2.4 Toevoegen van (huis)nummers

Als nummers worden toegevoegd wordt de volgende volgorde van voorkeur gehanteerd:

  • 1.

    Het doorzetten van bestaande nummering en het invoegen van nog niet gebruikte nummers. Dit is de meest gewenste methode. Gebruikmakend van de standaardsystematiek wordt doorgenummerd of tussengevoegd vanuit de bestaande nummers.

  • 2.

    Tussenvoegen van nummers ingeval van laagbouw gebeurt door het toevoegen van huisletters aan bestaande huisnummers. Bij het tussenvoegen van nummers tussen opeenvolgende bestaande nummers wordt aan het laagste van die nummers een letter toegevoegd. Huisnummers met een toegevoegde letter kunnen nooit voor het oorspronkelijke nummer liggen (dus éérst 2, dan 2A, dan 2B enzovoorts). Dit principe geldt ook wanneer er voor een laagste nummer (1 of 2) een object wordt toegevoegd. In een dergelijke situatie krijgt het reeds bestaande laagste nummer een toevoeging terwijl het nieuwe object het oorspronkelijke nummer zonder toevoeging krijgt toegekend. Voorbeeld: wanneer een object wordt toegevoegd voor huisnummer 1, krijgt het nieuwe object dit nummer. Het oude huisnummer 1 wordt dan vernummerd naar 1A. De letters i, j, o en z worden i.v.m. de leesbaarheid niet toegepast.

3. AFHANDELING VAN KOSTEN DIE ONTSTAAN DOOR VERNUMMERING

3. 1. Vernummering van het eigen object op verzoek eigenaar/gebruiker

Indien aan een verzoek om het vernummeren van een object van de eigenaar of gebruiker van dat object tegemoet gekomen wordt, worden de kosten die dit met zich meebrengt niet door de gemeente vergoed.

3.2. Vernummering op initiatief van de Gemeente Elburg

In het kader van de zorgvuldigheid dient tussen het besluit tot wijziging en de uitvoering van de wijziging voldoende tijd te liggen, zodat de bewoners en de bedrijven zich op de gewijzigde naam of het veranderde nummer kunnen voorbereiden. Bij vernummeringen anders dan bedoeld in artikel 3.1. kan door de eigenaar/gebruiker van het te vernummeren object aanspraak gemaakt worden op een standaardbedrag aan nadeelcompensatie van:

  • 1.

    € 50,- voor particulieren, per te vernummeren object;

  • 2.

    € 250,- voor bedrijven, instellingen, stichtingen, verenigingen, praktijken en dergelijke.

- Nadeelcompensatie die het gevolg is van een noodzakelijke vernummering op initiatief van derden wordt verhaald op de initiatiefnemer.

4. SLOTBEPALINGEN

4.1. Hardheidsclausule

De bovenstaande uitvoeringsvoorschriften dienen opgevolgd te worden, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding met het doel dat deze uitvoeringsvoorschriften na streven. Bij het afwijken van deze uitvoeringsvoorschriften zal wel rekening moeten worden gehouden met de wet BAG en de Verordening naamgeving en nummering (adressen).

4.2. Inwerkingtreding

Deze uitvoeringsvoorschriften treden in werking één dag na publicatie.

4.3. Citeertitel

Deze uitvoeringsvoorschriften worden aangehaald onder de titel:

'Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering (adressen) 2012'

Elburg, 2 oktober 2012,

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ELBURG;