Organisatie | Schagen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Cliëntenparticipatie |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Schagen. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Schagen, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2009 | 01-07-2012 | Onbekend | 27-10-2009 Schager Weekblad, 26-10-2009 | BenW, 22-09-2009, nr. III.2 |
De raad van de gemeente Schagen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethoudersd.d. 22 september 2009 , nr. III.2
gezien het advies van de commissie Samenleving d.d. 5 oktober 2009.
gelet op artikel 47 van Wet werk en bijstand, gelet op artikel 12 van de Wet investeren in jongeren en gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende Verordening Cliëntenparticipatie
Cliëntenraad: inspraakmogelijkheid bedoeld voor ingezetenen van de gemeente Schagen die een uitkering ontvangen ingevolge de door de gemeente uit te voeren sociale zekerheidswetten en diegenen die gebruik maken van een voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling.
Hoofdstuk 3 Taken en bevoegdheden
De Cliëntenraad zal door burgemeester en wethouders op een zodanig tijdstip om advies worden gevraagd, dat het door de Cliëntenraad uitgebrachte advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Indien het college een beslissing neemt, die afwijkt van het advies van de Cliëntenraad dan brengt het dit gemotiveerd ter kennis van de Cliëntenraad.
Indien de complexiteit van de materie daartoe aanleiding geeft, kunnen op verzoek van een lid van de Cliëntenraad deskundigen worden uitgenodigd om een vergadering bij te wonen. De deskundigen moeten tijdig de uitnodiging alsmede de op het onderwerp betrekking hebbende stukken ontvangen. De kosten van het raadplegen van deskundigen mogen het bedrag dat ten behoeve van de Cliëntenraad in de door de gemeenteraad goedgekeurde gemeentebegroting is opgenomen niet overschrijden.
De Cliëntenraad dient te bestaan uit vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en cliënten. Een Cliëntenraad dat louter en alleen bestaat uit vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties ofwel cliënten wordt geacht niet te functioneren als een Cliëntenraad in de zin van deze verordening.
Hoofdstuk 5 Aanwijzing, zittingsduur en lidmaatschap
Indien een cliënt die zitting heeft in de Cliëntenraad zich na afloop van de zittingsperiode van drie jaar niet opnieuw beschikbaar stelt of tussentijds aftreedt, dient de Cliëntenraad zorg te dragen voor de werving en selectie van de nieuwe kandidaat en deze vervolgens ter aanwijzing voor te dragen aan het college.
Indien een vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie na de zittingsperiode van drie jaar dan wel tussentijds uit de Cliëntenraad treedt, dan moet de desbetreffende organisatie zorgen voor een opvolger. Deze kandidaat dient vervolgens door de Cliënten- raad ter aanwijzing te worden voorgedragen aan het college.
indien een cliënt die zitting heeft in de Cliëntenraad en gedurende een periode van zes maanden of langer geen recht meer kan doen gelden op een uitkering ingevolge de door de gemeente uit te voeren sociale zekerheidswetten of geen aanspraak meer kan maken op een reïntegratietraject onder regie van de gemeente;
Ten minste eenmaal per jaar vindt een overlegvergadering plaats tussen een afvaardiging van de Cliëntenraad en de wethouder van Sociale Zaken, laatstgenoemde wordt bijgestaan door de chef van het bureau Sociale Zaken en/of chef van het bureau Administratie. Een dezer personen fungeert tevens als ambtelijk secretaris in voornoemde overlegvergadering.
De kosten van de Cliëntenraad komen in beginsel ten laste van de gemeente. Tot de kosten van de Cliëntenraad worden in ieder geval gerekend: het inhuren van deskundigen, kosten van vorming en scholing van de leden van de Cliëntenraad , kosten van administratieve ondersteuning en de kosten van het informeren van de achterban. Een en ander tot het bedrag dat hiervoor in de door de gemeenteraad goedgekeurde gemeentebegroting is opgenomen.
Aldus besloten in de vergadering van 27 oktober 2009,
De raad van de gemeente Schagen,
griffier voorzitter
N.S. Voogd G. Westerink
Bij amendement, ingediend door de heer Muntjewerf van de fractie van de PvdA, is de naam “Platform Sociale Zekerheid” vervangen door “Cliëntenraad”. Aan dit amendement lag de volgende motivering ten grondslag: “Het staat de gemeente vrij om een bepaalde naam aan haar vorm van cliëntenparticipatie te geven. Toch wordt in het algemeen voor de ons gekozen werkvorm de naam “ cliëntenraad”gehanteerd. In het kader van eenduidigheid, en om begripsverwarring te voorkomen, is deze naam daarom te verkiezen boven de naam Platform Sociale Zekerheid.” Tot de door de gemeente uit te voeren sociale verzekeringswetten of regelingen worden gerekend: de WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004. Tot diegenen die gebruik maken van voorzieningen gericht op de arbeidsinschakeling, worden ook gerekend de niet- uitkeringsgerechtigden (Nug’ers) en ANW’ers.
Cliëntenparticipatie is een betrekkelijk jong verschijnsel en vindt haar oorsprong in de democratiseringsgolf van de jaren zeventig. In die jaren wordt het zogenoemd actief burgerschap gepropageerd. Burgers willen meer invloed uitoefenen op de totstandkoming van beslissingen die rechtstreeks hun belangen raken. Aan de andere kant kreeg ook de overheid gaandeweg meer behoefte aan de inbreng van de burger. Op deze wijze ontstond er in Nederland een inspraak- en medezeggenschapscultuur. Tot de jaren 70 verliep de inbreng van burgers op het gemeentelijk beleid gewoonlijk via de omweg van de politiek. Informatie over opvattingen en behoeften van burgers kwam via de politiek terecht bij het gemeentebestuur. In de jaren 70 kwam men tot het inzicht dat de politiek te grofmazig is om recht te doen aan de voorkeuren en wensen van de burgers. De afstand tussen de burger en de overheid is te groot geworden voor een juiste afstemming van het beleid. Een rechtstreekse raadpleging van de burger wordt meer en meer nodig geacht voor het voeren van een effectief beleid. Op twee manieren is de informatie van burgers van belang:
Cliëntenparticipatie kan hierdoor bijdragen aan de kwaliteit van het bestuur van de gemeente en van de afdeling Welzijnszaken in het bijzonder: de doelmatigheid en doeltreffendheid worden vergroot.
Hoofdstuk 3 taken en bevoegdheden
Het adviesrecht van de Cliëntenraad heeft niet uitsluitend betrekking op de vorming van beleid met betrekking tot de WWB en aanverwante beleidsterreinen, doch strekt zich ook uit tot de uitvoering, controle en evaluatie hiervan. Tot de aanverwante beleidsterreinen worden gerekend de bijzondere bijstand, minimabeleid en de schuldhulpverlening, maar niet de WVG. Het adviesrecht hierover is voorbehouden aan het Gehandicaptenplatform Schagen.
In het tweede lid wordt bepaald dat de Cliëntenraad door burgemeester en wethouders op een zodanig tijdstip om advies zal worden gevraagd, dat het door de Cliëntenraad uitgebrachte advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit is min of meer een open norm die een nadere invulling behoeft. De door de Cliëntenraad voorgestelde termijn van een maand zal in het algemeen een niet onredelijke invulling zijn van evengenoemde open norm.
Ingevolge het derde lid heeft de Cliëntenraad de mogelijkheid om externe deskundigen te raadplegen. Aan deze bepalingen liggen de volgende overwegingen ten grondslag. De sociale zekerheid is een dynamisch en complex werkveld. Wet- en regelgeving volgen elkaar in rap tempo op. De huidige Algemene bijstandswet trad in 1996 in werking en in 1997 en 2002 werden respectievelijk de Wet Boeten, Maatregelen en de wet SUWI van kracht. De Wet werk en bijstand is op 1 januari 2004 in werking getreden. Deze wet vervangt van de Abw, WIW, het Besluit In- en Doorstroombanen en de Wet financiering Abw, Ioaw en Ioaz. Uitgangspunten van de nieuwe wet zijn:
Op het moment dat een wet inwerking treedt is deze niet zelden weer achterhaald door de maatschappelijke realiteit. De wet SUWI is hiervan een treffend voorbeeld. Ten tijde van invoering van de SUWI-wetgeving waren de percepties met betrekking tot een doelmatige uitvoering van de sociale zekerheid alweer gewijzigd. Wet- en regelgeving en zeker die op het gebied van de sociale zekerheid zijn zelden een reflectie van de op dat moment in de maatschappij bestaande economische en sociale denkbeelden. De wetgever loopt derhalve niet zelden achter de feiten aan.
Het adviseren over de vorming, uitvoering en evaluatie van het beleid op het terrein van de sociale zekerheid is om die reden bepaald geen sinecure. De prangende vraag die zich thans aandient is of de Cliëntenraad te allen tijde in staat moet worden geacht op eigen kracht een weloverwogen advies te formuleren. Getuigt het met andere woorden van realiteitszin om te veronderstellen dat de Cliëntenraad bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden nimmer een beroep zal behoeven te doen op een
onafhanlijke deskundige. Deze vraag dient ontkennend te worden beantwoord. De Wet Werk en Bijstand vergroot -zoals gezegd- de discretionaire bevoegdheden van de gemeente. De gemeenten krijgen de mogelijkheid om op lokaal niveau beleid te formuleren op het gebied van onder andere terugvordering en reïntegratie. De Cliëntenraad zal – zo is de verwachting- de komende tijd veel beleidsvoorstellen van de gemeente onder ogen krijgen en zal dan moeten beoordelen of deze voorstellen getuigen van een evenwichtige aanpak van de problematiek en recht doen aan de belangen van de cliënten. Gelet op de complexiteit van de materie en de steeds wijzigende inzichten met betrekking tot de uitvoering van de sociale zekerheid, zal het Platform bij tijd en wijle genoodzaakt zijn een extern deskundige in te schakelen.
In het eerste lid wordt nadrukkelijk gesteld dat de Cliëntenraad dient te bestaan uit zowel onafhankelijke cliënten als vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. Indien aan deze voorwaarde niet is voldaan, dan is er geen sprake van een platform in de zin van deze verordening.
In het tweede lid hebben de gemeenten en de Cliëntenraad een inspanningsverplichting. Zij dienen ernaar te streven dat een derde van de leden bestaat uit onafhankelijke cliënten.
In de conceptverordening luidde artikel 9- voor zover hier van belang- als volgt: “Burgemeester en wethouders kunnen een ambtenaar aanwijzen, die als secretaris fungeert. Bij amendement, ingediend door de heer Muntjewerf van de fractie van de PvdA, is voormelde zinsnede gewijzigd als volgt:” Burgemeester en wethouders wijzen een vaste secretaris aan, in overleg met de cliëntenraad” Aan dit amendement lagen de volgende overwegingen ten grondslag: “De cliëntenparticipatie in Schagen is op vrij smalle leest geschoeid. Er neemt maar een gering aantal cliënten en organisaties aan deel. Door cliënten opgedane kennis en ervaring kan snel weer verdwijnen bij vertrek van leden. Een goede begeleiding van cliënten in dit verband is noodzakelijk. Nu geschiedt dit op basis van persoonlijke inzet. Om een zekere continuïteit te garanderen is een vast secretaris een goed middel. Het argument dat deze secretaris als partijdig zou kunnen worden aangemerkt is een beetje vergezocht. Bovendien is dit ondergeschikt aan het argument dat de vaste secretaris deskundig is en de cliëntenparticipatie op de rails kan houden.”
De notulen worden gemaakt door een lid van platform. De Cliëntenraad kan te allen tijde besluiten een notulist in te huren die tegen betaling de verslaglegging van de vergaderingen verzorgt. De kosten kunnen aangemerkt worden als kosten van administratieve ondersteuning en kunnen worden betaald uit het ten behoeve van de Cliëntenraad in de begroting opgenomen bedrag.
Bij amendement, ingediend door de heer Koop van de fractie Duurzaam Schagen, is het volgende lid (artikel 12 lid 4) toegevoegd: “Het College zorgt in overleg met de Cliëntenraad voor faciliteiten om het werk voor de Cliëntenraad mogelijk te maken.” Deze wijziging draagt, aldus de indiener van voormeld amendement, sterk bij aan de continuïteit van de Cliëntenraad.
In het vierde lid wordt een opsomming gegeven van de kosten die gerekend kunnen worden tot de kosten van de Cliëntenraad . Het betreft hier geen limitatieve opsomming. Wel dienen de kosten binnen het begrootte bedrag te blijven. Dit noopt de Cliëntenraad tot het maken van keuzes.
Dit artikel is toegevoegd bij amendement, ingediend door de heer Muntjewerf van de fractie van de PvdA. Aan dit amendement lag de volgende motivering ten grondslag: “De afgelopen periode heeft het cliëntenplatform zich onvoldoende kunnen ontwikkelen. Door de invoering van de WWB heeft men zich vooral met de daaraan gekoppelde verordeningen beziggehouden. De deelnemers aan de cliëntenparticipatie moeten de gelegenheid krijgen de cliëntenraad verder vorm te geven. Omdat cliëntenparticipatie erg belangrijk is voor de kwaliteit van het gemeentelijk sociaal beleid, is het verstandig hier elk jaar bij stil te staan. Daarnaast valt te verwachten dat in de nabije toekomst gaat worden ingezet op een Regionale Cliëntenraad Sociale Zekerheid, in samenwerking met omliggende gemeenten.”