Organisatie | Bedum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de behandeling van klachten |
Citeertitel | Verordening ombudsfunctionaris gemeente Bedum |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-1999 | Nieuwe regeling | 27-05-1999 Gemeenteblad, 28-5-1999 | Onbekend |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester of een commissie, waaraan op grond van artikel 83 van de Gemeentewet bevoegdheden van de gemeenteraad dan wel op grond van artikel 84 van de Gemeentewet bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester zijn toegekend;
klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan van de gemeente, een daarvan deel uitmakend lid of een daaraan ondergeschikte dan wel een onder diens directe verantwoordelijkheid werkzame bezoldigde of onbezoldigde persoon zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon heeft gedragen. Voor de toepassing van dit artikelonderdeel wordt onder lid van de gemeenteraad mede begrepen de voorzitter;
HOOFDSTUK II DE OMBUDSFUNCTIONARIS
De ombudsfunctionaris wordt op voordracht van het college van burgemeester en wethouders door de gemeenteraad benoemd. De benoeming vindt plaats voor een periode gelijk aan de zittingsperiode van de gemeenteraad. Na het aantreden van de nieuw gekozen gemeenteraad wordt de ombudsfunctionaris terstond herbenoemd, behoudens ontslag op de gronden als bedoeld in het vierde lid van dit artikel.
Artikel 3 Taak ombudsfunctionaris
Tijdens het in het vorige lid bedoelde spreekuur ingediende klachten worden door de ombudsfunctionaris op schrift gesteld en als schriftelijke klacht behandeld, tenzij de klager heeft verklaard dat van verdere behandeling kan worden afgezien. De ombudsfunctionaris kan, indien de aard of omvang van de klacht daartoe aanleiding geeft, de klager verzoeken de klacht alsnog schriftelijk in te dienen.
HOOFDSTUK III KLACHTBEHANDELING
Artikel 6 Schriftelijke klachten
Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk. In dit bericht wordt vermeld dat de ombudsfunctionaris de klacht zal onderzoeken. De klacht wordt met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen tien dagen in handen van de ombudsfunctionaris gesteld.
Indien de ombudsfunctionaris op grond van artikel 6 of op enige andere grond een klacht niet in behandeling neemt of mag nemen, verwijst hij de klager zoveel mogelijk naar de instantie, waar bezwaar kan worden ingediend of administratief beroep kan worden ingesteld, naar de rechterlijke of beroepsinstantie dan wel naar de maatschappelijke dienstverlening of andere daarvoor in aanmerking komende instanties.
Het horen vindt plaats in elkaar tegenwoordigheid. Ambtshalve of op verzoek kunnen de klager of degenen, op wiens gedraging de klacht betrekking heeft afzonderlijk worden gehoord, indien aannemelijk is, dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren. Van het horen wordt een verslag opgemaakt.
Artikel 10 Verstrekken van inlichtingen
De ombudsfunctionaris is bevoegd aan de bestuursorganen, de leden daarvan of de daaraan ondergeschikte of onder diens directe verantwoordelijkheid werkzame bezoldigde personen, alle inlichtingen te vragen dan wel bescheiden op te vragen of in te zien, die hij voor het onderzoek van de klacht nodig acht.
Bestuursorganen kunnen bepalen, dat inlichtingen, waarvan naar het oordeel van het bestuursorgaan om gewichtige redenen geheimhouding is geboden, slechts worden verstrekt aan de ombudsfunctionaris onder de voorwaarde dat het geheime karakter daarvan door hem wordt gehandhaafd. Zodanige gewichtige redenen zijn in ieder geval niet aanwezig, voor zover dat bestuursorgaan op grond van een wettelijk voorschrift verplicht is aan het verzoek om inlichtingen te voldoen.
De ombudsfunctionaris deelt alvorens het onderzoek te beëindigen, zijn bevindingen mee aan het bestuursorgaan of de persoon op wiens gedraging de klacht betrekking heeft en aan de klager. Zij worden daarbij in de gelegenheid gesteld binnen een door de ombudsfunctionaris aangegeven termijn hun zienswijze omtrent deze bevindingen naar voren te brengen.
Na afloop van de in het vorige lid bedoelde termijn sluit de ombudsfunctionaris het onderzoek en stelt een rapport op, waarin hij zijn bevindingen en zijn oordeel weergeeft. Hij kan in zijn rapport tevens aanbevelingen doen aan het gemeentelijk orgaan dat het aangaat voor naar aanleiding van de resultaten van zijn onderzoek te nemen beslissingen.
Het bestuursorgaan stelt de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek van de ombudsfunctionaris en van de conclusies die het daaraan verbindt. Indien de conclusies van het bestuursorgaan afwijken van het oordeel van de ombudsfunctionaris, wordt in de conclusies de reden voor die afwijking vermeld en wordt het oordeel van de ombudsfunctionaris meegezonden met de kennisgeving.
Een afschrift van de kennisgeving als bedoeld in het vorige lid zendt het bestuursorgaan aan:
de gemeenteraad, indien de klacht betrekking had op een gedraging van een door hem op grond van artikel 83 van de Gemeentewet ingestelde commissie of een lid daar¬van,op een gedraging van het college van burgemeester en wethouders of een lid daarvan, van de burgemeester als zelfstandig bestuursorgaan, dan wel van de gemeentesecretaris;
de gemeentesecretaris, indien de klacht betrekking had op een gedraging van een aan het college ondergeschikte of onder diens directe verantwoordelijkheid werkzame bezoldigde of onbezoldigde persoon. Indien het rapport betrekking heeft op een gedraging van een ondergeschikte of een onder directe verantwoordelijkheid van het college werkzame bezoldigde of onbezoldigde persoon, niet zijnde een afdelingshoofd, stelt de gemeentesecretaris het hoofd van de afdeling, waartoe betrokkene behoort van de afdoening in kennis.