Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor subsidieverstrekking gemeente Nieuwegein 2011 |
Citeertitel | Beleidsregels voor subsidieverstrekking gemeente Nieuwegein 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | financiën en economie |
Deze regeling is vervangen door het Besluit verdeelregels productsubsidies.
1. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:23; 2. Algemene Subsidie Verordening Nieuwegein
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 23-06-2011 | nieuwe regeling | 12-05-2010 De Molenkruier 16-06-2010 | 2010-7295 |
Per 1 januari 2009 is de nieuwe Algemene Subsidieverordening Nieuwegein (hierna te noemen ASV) in werking getreden. De verordening bevat procedurele voorschriften die van toepassing bij subsidieverlening.
De nieuwe verordening geeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein de mogelijkheid om ter verduidelijking of ter uitwerking van wat in de verordening staat:
Die nadere uitwerking is opgenomen in deze notitie. Per werkveld wordt ingegaan op de activiteiten die in aanmerking komen voor subsidie, de relevante doelstellingen, de grondslagen die we hanteren (normen, criteria) en eventuele aanvullende regels of voorwaarden. In een aantal gevallen zijn subsidieplafonds benoemd en verdeelregels die worden toegepast indien het plafond wordt overschreden.
Algemene deel van de beleidsregels
Het eerste hoofdstuk bevat een nadere uitwerking van een aantal aspecten die voor alle subsidies relevant (kunnen) zijn. Het zijn regels die het college hanteert ten aanzien van bijvoorbeeld bevoorschotting en indexering van budgetten.
Ordening en herschikking van budgetten
Zorgvuldig is uitgezocht welke budgetten tot nu toe worden aangewend voor welke subsidies. Daarbij is geconstateerd dat de relatie tussen de budgetten en plafonds in de gemeentebegroting en de werkvelden niet overal één op één loopt. Stapsgewijs wordt hierin een aantal verbeteringen doorgevoerd.
Indexeren van de budgetten voor 2010
De budgetten in deze versie van beleidsregels (april 2009) zijn de budgetten op basis van de begroting 2009. Per 1 mei kan nadere informatie worden verstrekt over de indexering van de budgetten. Na behandeling van de begroting (november) is definitief bekend welke indexering op de budgetten van toepassing is. De subsidieaanvragers worden hierover per brief geïnformeerd.
De praktijk moet uitwijzen in welke mate de ASV en de beleidsregels aanpassing behoeven voor het zo goed mogelijk functioneren van het subsidiebeleid. In de loop van 2010 zal de ASV worden geëvalueerd. Als dit leidt tot aanpassingsvoorstellen zullen deze worden voorgelegd aan de raad.
De beleidsregels zijn zo opgesteld dat ze gemakkelijk kunnen worden aangepast. Bijvoorbeeld als het gaat om het vastleggen van (geïndexeerde) budgetten en subsidieplafonds (jaarlijks) maar ook naar aanleiding van de ontwikkeling van nieuw beleid. Daarmee geeft dit document duidelijkheid en actuele informatie aan de aanvragers van subsidie. Dit document wordt jaarlijks, gelijktijdig met de aanvraagformulieren, beschikbaar gesteld.
Noot: hoewel de grootst mogelijk zorgvuldigheid is betracht bij het opstellen van deze notitie en het benoemen van de bedragen kunnen in de praktijk afwijkingen voorkomen. Waar deze afwijkingen worden geconstateerd zullen deze in de eerstvolgende versie van deze nota worden bijgesteld.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De Begripsomschrijvingen uit de Algemene Subsidieverordening Nieuwegein zijn van overeenkomstige toepassing.
Om te voorkomen dat er onduidelijkheid bestaat over de reikwijdte van de bevoegdheden van het college, zijn in de verordening beleidsterreinen genoemd. Een nadere uitwerking van de beleidsterreinen waarop subsidies verstrekt worden is opgenomen in de subsidiebeleidsregels.
Toelichting: de productsubsidie
Bij de productsubsidie kan een duidelijke relatie kan worden gelegd tussen de gesubsidieerde activiteiten (of producten) en de kostprijs daarvan. Er wordt dan een subsidiebedrag per product beschikbaar gesteld. Een product staat voor een product of dienst die direct aan bewoners ten goede komt.
Bij structurele activiteiten bestaat de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor een standaardpakket (de structurele activiteiten) en, daarnaast, een flexibel pakket. Het flexibele pakket bestaat uit activiteiten/producten die de instelling niet standaard aanbiedt en die jaarlijks kunnen wisselen.
Als aanspraak wordt gedaan op een gemeentegarantie is sprake van een incidentele productsubsidie. Een instelling kan alleen aanspraak maken op een gemeentegarantie als er sprake is van een sluitende begroting.
Toelichting: begrotingsvoorbehoud bij meerjarige subsidies
Bij meerjarige subsidies is het begrotingsvoorbehoud van kracht. Dit betekent dat, in aanvulling op de beschikking, subsidieontvanger jaarlijks een brief ontvangt waarin duidelijkheid wordt verschaft ten aanzien van het gemaakte begrotingsvoorbehoud.
De basis voor de subsidieverlening bestaat uit a) het ingediende productenoverzicht met begroting en b) de door de raad vastgestelde begroting en subsidieplafonds.
1.3.2 Aanvraag productsubsidie: maximale subsidie
Een productsubsidie is in beginsel toereikend voor het dekken van maximaal 90% van de kosten van het product/de producten. Bij de aanvraag moet inzichtelijk zijn dat tenminste 10% van de begrote activiteiten met andere middelen dan de gemeentelijke subsidie worden bekostigd. Van geval tot geval wordt beoordeeld of dit redelijkerwijs mogelijk is.
Het college kent geen subsidies lager dan € 200,- toe.
1.6 Maximaal beschikbare budgetten: subsidieplafonds en verdeelregels
In de beleidsregels wordt door het college aangegeven welke verdeelregels worden gehanteerd, in gevallen waarin meer subsidie wordt aangevraagd dan conform het subsidieplafond beschikbaar is. Het benoemen van verdeelregels zal met name aan de orde zijn bij budgetten waaruit door meerdere instellingen subsidie kan worden aangevraagd.
Bij productsubsidies van € 50.000,- of meer moet het verzoek om subsidievaststelling worden vergezeld van een goedkeurende accountantsverklaring. Het gaat om een beoordelingsverklaring zoals wordt bedoeld in artikel 393, eerste lid van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Deze verklaring bevat tevens een uitspraak over de rechtmatige besteding van de subsidie.
- Aanvrager hiertoe ook al verplicht is door de belastingdienst
- Aanvrager een jaarrekeningsplichtige rechtspersoon is
- Aanvrager door de gemeente is aangewezen in het kader van een vijfjaarlijkse steeksproefsgewijze controle
- Aanvrager niet meeloopt met accountantscontrole gemeente (onderscheiden verantwoordelijkheid)
Als de aanvraag tot subsidievaststelling niet, niet tijdig of onvolledig is ingediend, wordt deze ambtshalve vastgesteld met een sanctie van 5% ten opzichte van de op inhoudelijke gronden maximaal vast te stellen subsidie. Deze sanctie wordt toegepast als ook binnen een hersteltermijn stukken niet of onvolledig worden aangeleverd.
Indien zowel een prijs- als een looncomponent wordt gehanteerd bij het indexeren van het subsidiebedrag, hanteren we een verdeelsleutel van 50/50: 50% van het subsidiebedrag wordt vermeerderd met het cijfer voor de prijsindex, 50% van het subsidiebedrag wordt vermeerderd met het cijfer voor looncompensatie.
1.13 Egalisatiereserve en eigen vermogen
Voor instellingen die structureel subsidie ontvangen van tenminste € 100.000 per jaar, dient in beginsel een algemene of egalisatiereserve aanwezig te zijn van tenminste 10% van het balanstotaal. De gemeente hanteert dit uitgangspunt ten behoeve van de continuïteit van de instellingen en daarmee het mogelijk maken van duurzame samenwerking met instellingen die subsidie ontvangen.
Het verschil tussen de gehanteerde norm van 10% en de werkelijke hoogte van egalisatiereserve kan aanleiding zijn voor college om hierover het gesprek aan te gaan met de instelling en tot nadere afspraken in deze te komen. Criteria die het college daarbij hanteert zijn de mate van afhankelijkheid van de gemeentelijke subsidie en de financiële risico´s van de instelling.
Voor instellingen die structureel subsidie ontvangen van minder dan € 100.000 per jaar, dient in beginsel een egalisatiereserve aanwezig te zijn van tenminste 5% van het balanstotaal. Het vormen en in stand houden van deze reserve de verantwoordelijkheid van de instelling zelf. Incidenteel kan het college bij de beoordeling van de subsidieaanvraag inzicht vragen in de omvang van deze egalisatiereserve.
Toelichting: eigendommen en voorzieningen
Bij instellingen worden eigendommen niet altijd gelijkmatig afgeschreven en wordt niet altijd gespaard voor grote uitgaven, met als gevolg dat het vervangen van bijvoorbeeld inventaris vaak afhankelijk is van financiële meevallers, schenkingen of eenmalige, aanvullende subsidies van de gemeente. Om de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de instellingen te benadrukken, kiezen we voor dit systeem.
Toelichting: groot planmatig onderhoud onroerend goed
Om de voorziening voor groot onderhoud op het vereiste niveau te brengen wordt de daartoe noodzakelijke dotatie structureel in de begroting opgenomen. Voor het toevoegen en onttrekken van middelen aan de voorziening is toestemming van het college nodig in het verlengde van artikel 4:71 Awb.
Met deze procedure willen we voorkomen dat een instelling onvoldoende vermogen opbouwt om toekomstige uitgaven te financieren die onontkoombaar zijn en waarvan de uitgaven niet binnen de exploitatiebegroting van 1 jaar kunnen worden opgevangen.
Hoofdstuk 2 Onderwijs, opvoeding & jeugd
2.1.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Het aanbieden van een voorziening aan kinderen van 2,5 tot 4 jaar, gedurende (in de regel) twee dagdelen van maximaal drie en een haf uur, gedurende ongeveer 40 weken per jaar, gericht op genoemde doelstelling. Voor dit aanbod gaan we uit van ambitieniveau 1.
Als meer bekend is over beschikbare budgetten en eventuele indexeringen en rijkswetgeving vanaf augustus 2010 zullen de beleidsregels op dit punt worden geactualiseerd.
Doelstellingen onderwijsachterstandenbeleid
Doelstellingen voorschoolse educatie
Doelstellingen huiswerkbegeleiding (gemeentelijke bijdrage)
2.2.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Voorschoolse educatie: lokale onderwijsactiviteiten die bijdragen aan genoemde doelstellingen. Het
gaat om een aanbod van 4 dagdelen per week in verschillende peuterspeelzalen op ambitieniveau 2 (hierover zijn afspraken gemaakt met KMN Kind & Co voor de periode tot augustus 2010). De verantwoordelijkheid voor de vroegschoolse educatie ligt bij de scholen zelf.
Schakelklassen: voorbereiding en uitvoering (uitgevoerd door SSN).
Huiswerkbegeleiding: het aanbieden van huiswerkbegeleiding aan doelgroepleerlingen van groep
6/7 van de basisschool tot en met leerlingen van het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs.
Subsidie wordt verleend aan professionele organisaties, waaronder schoolbesturen en welzijnsorganisaties. Bij de uitvoering van activiteiten op het gebied van VVE en vermindering van taalachterstanden waarvoor de gemeente een beroep doet op rijksmiddelen zijn de voorwaarden zoals gesteld bij de betreffende rijksregeling van toepassing.
Nadere verplichtingen, met name ten aanzien van de verantwoording, worden vastgelegd inde verleningsbeschikking
2.3.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Bevorderen van samenwerking tussen scholen, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, zorg, welzijn, sport en culturele voorzieningen – vanuit een coördinerende en stimulerende rol.
2.3.2 Subsidieplafond en verdeelregels
Het subsidieplafond voor 2011 bedraagt € 25.893
Verdeelregels: nog nader te bepalen.
Nadere verplichtingen worden opgenomen in de verleningsbeschikking.
noot 2.De verantwoordelijkheid voor de vroegschoolse educatie ligt bij de scholen zelf.
De werkvelden met betrekking tot jeugdgezondheidszorg, jeugd, en schoolgericht maatschappelijk werk zijn volop in ontwikkeling door de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Nieuwe beleidsregels moeten in het verlengde van deze ontwikkeling nader worden uitgewerkt. Tot die tijd is de wijze van subsidieverlening in voorgaande jaren uitgangspunt voor subsidiering in 2011. Indicatief voor het beschikbare budget zijn de bedragen in onderstaand kader, o.b.v. 2010.
- Centrum voor Jeugd en Gezin, € 1.248.185, - Zorgadviesteam primair onderwijs, € 62.395, - Jeugdgezondheidszorg, maatwerk, € 47.354, - Lokaal preventief jeugdbeleid (o.a. amw jeugdigen), € 61.599,- |
2.6.1 Subsidiabele activiteiten
Begeleidingsactiviteiten, ontwikkelingsactiviteiten, advisering, informatieverstrekking en evaluatie en andere activiteiten die dienen tot bevordering van een optimale schoolloopbaan van leerlingen in het primair onderwijs. De activiteiten zijn onder te verdelen in vier categorieën. Hieronder een beschrijving per categorie.
1. Leerlingbegeleiding: Activiteiten die tot doel hebben leerlingen te ondersteunen in
hun ontwikkeling en leerproces. Bijvoorbeeld diagnostische onderzoeken
(persoonlijkheidsonderzoeken, intelligentie- leerpotentie onderzoeken, specialistische
diagnostiek, zoals onderzoek naar dyslexie, begaafdheid, autisme, adhd etc.)
2. Leerkrachtbegeleiding: Activiteiten die tot doel hebben leerkrachten te begeleiden bij
het analyseren van problemen in de klas en zoeken naar oplossingen. Bijvoorbeeld
observaties in/buiten de groep, ondersteuning in het voeren van oudergesprekken,
ondersteuning bij het opstellen en uitvoeren van handelingsplannen etc.
3. Systeembegeleiding: Activiteiten die tot doel hebben het systeem functioneren van de school
te verbeteren. Bijvoorbeeld ondersteuning bij het implementeren van een nieuwe methode,
verbetering van didactiek, diverse schoolontwikkelingstrajecten etc.
4. Organisatiebegeleiding: Activiteiten die tot doel hebben het management van de school en van
het bestuur te ondersteunen. Bijvoorbeeld coaching van de directeur, ondersteuning bij het
opstellen van integraal personeelsbeleid, kwaliteitszorg etc.
Activiteitenplan met productbegroting.
2.6.3 Subsidieplafond en verdeelregels
Het subsidieplafond bedraagt € 172.266. Het beschikbare budget schoolbegeleiding wordt verdeeld op grond van de 1 oktobertellingen van het boekjaar van de subsidie -2. De subsidie voor 2011 is dus gebaseerd op de 1 oktobertelling van 2009.
Uiterlijk 2 maanden voor de indieningtermijn van de subsidieaanvraag ontvangen de schoolbesturen van de beleidsadviseur Onderwijs per mail een overzicht van de beschikbare subsidiebedragen per schoolbestuur.
2.6.4 Verplichtingen en overige afspraken
Nadere verplichtingen met name ten aanzien van de verantwoording, worden vastgelegd in de verleningsbeschikking (o.a. beschrijving ingekochte activiteiten, resultaten/opbrengst en de uitgaven i.r.t. de inkomsten met bijbehorende bewijsstukken (facturen)).
Overige afspraken: Schooljaren vs Kalenderjaren
Subsidies worden verstrekt en verantwoord per kalenderjaar, terwijl het onderwijs werkt met schooljaren. Wanneer schoolbesturen producten inkopen die betrekking hebben op een heel schooljaar (bijvoorbeeld elk kwartaal een trainingsonderdeel), wordt de systematiek van 7/12e en 5/12e van het totaalbedrag van het product toegepast bij de toekenning en vaststelling van de subsidie. Eenmalige begeleidingsactiviteiten (zoals een studiedag) kunnen bekostigd worden met de subsidie die bedoeld is voor het kalenderjaar waarin de activiteit plaatsvindt.
Voorbeeld: Een activiteit heeft plaatsgevonden gedurende het hele schooljaar 2010/2011. 5/12e van de totaalkosten komen dan ten laste van de subsidie schoolbegeleiding voor het kalenderjaar 2010 (periode augustus tot en met december 2010) en 7/12e van de totaalkosten van de activiteit komen ten laste van de subsidie schoolbegeleiding voor het kalenderjaar 2011 (periode januari tot en met juli 2011)..
Overige afspraken: Kwaliteit van de schoolbegeleiding
De schoolbesturen zijn vrij de schoolbegeleidingsactiviteiten in te kopen bij elke organisatie die schoolbegeleiding aanbiedt. Dit kan een voorheen gesubsidieerde schoolbegeleidingsdienst zijn of een andere aanbieder. Het afnemen van diensten bij een ander schoolbestuur of binnen het eigen schoolbestuur is daarbij ook een mogelijkheid. De schoolbesturen zien toe op de inkoop van kwalitatief goede producten (schoolbegeleidingsactiviteiten).
Bevorderen van de ontwikkeling en het samen spelen van kinderen in de leeftijd van 0-9 jaar.
2.7.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Het creëren van een aanbod van speelgoed voor (gehandicapte) kinderen van 0 tot 9 jaar, d.w.z. het verwerven van speelgoed en materialen, het uitlenen ervan aan de leden en het geven van voorlichting aan ouders en/of leden.
Activiteitenplan met productbegroting. Met de subsidie levert de gemeente een bijdrage in met name de huisvestingskosten.
Naast de algemene verplichtingen bij de verantwoording, bevat deze tenminste informatie over:
Het doen verzorgen van aanbod op het terrein van volwasseneneducatie, zoveel mogelijk in afstemming / samenwerking met andere aanbieders van (educatieve) activiteiten in Nieuwegein.
2.8.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Verzorgen van cursussen op terrein van volwasseneneducatie.
Samenwerking en afstemming met overige educatieve activiteiten/instellingen in Nieuwegein.
Activiteitenplan met productbegroting.
2.8.3 Subsidieplafond en verdeelregels
Het subsidieplafond bedraagt € 10.000. Subsidieaanvragen worden eerst getoetst aan het gemeentelijk beleid. Vervolgens geldt het principe wie het eerste komt, eerste maalt.
Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.
Voor- en vroegschoolse educatie
De verantwoordelijkheid voor de vroegschoolse educatie ligt bij de scholen zelf.
Voor volwasseneneducatie ontvangt de gemeente geld van het rijk; voor deze middelen geldt tot 2011 gedwongen winkelnering bij het ROC. Naast deze inkoop van cursussen uit deze rijksbijdrage, heeft de gemeente een beperkt eigen budget dat zij kan inzetten ten behoeve van lokale initiatieven.
noot 3. Voor volwasseneneducatie ontvangt de gemeente geld van het rijk; voor deze middelen geldt tot 2011 gedwongen winkelnering bij het ROC. Naast deze inkoop van cursussen uit deze rijksbijdrage, heeft de gemeente een beperkt eigen budget dat zij kan inzetten ten behoeve van lokale initiatieven.
: Beleidskader openbare bibliotheek 2003-2006 (doorlooptijd verlengd tot en met 2011), Nieuw beleidskader openbare bibliotheek | |
Inwoners van Nieuwegein toegang bieden tot kennis, ze te stimuleren om deel te nemen aan het sociale en culturele leven en ze weerbaar en kritisch te maken. De bibliotheek heeft daarin een educatieve, culturele en emancipatoire functie.
2.9.1 Subsidiabele activiteiten/producten
De bibliotheek nodigt burgers met informatie- en kennisvragen uit om naar de (digitale) bibliotheek te komen. Zij bemiddelt actief tussen vragen van klanten en het aanbod aan informatie en biedt ondersteuning bij kennisverwerving. De bibliotheek biedt plaats aan culturele vorming en ontmoeting en vormt een plaats waar mensen elkaar treffen, waar verschillende culturen, opvattingen en tradities samenkomen.
Met de activiteiten wordt invulling gegeven aan de vijf kernfuncties uit de Richtlijn voor Basisbibliotheken:
Activiteitenplan met productbegroting.
Nadere afspraken worden vastgelegd in een (jaarlijkse of meerjarige) uitvoeringsovereenkomst, die als bijlage onderdeel uitmaakt van de beschikking.
Uitbreiding van het culturele aanbod en vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.
3.1.1 Subsidiabele activiteiten/producten
1) Projecten op cultureel gebied, uitgevoerd door amateurs, die een bijdrage leveren aan genoemde doelstellingen. Met name wordt gedacht aan publiekspresentaties, zoals exposities, tentoonstellingen, dans, orkestuitvoeringen, film, literatuur, etc.. Uitgezonderd zijn kerkelijke, levensbeschouwelijke en politieke instellingen of van groepen en instellingen met een besloten karakter, deze komen niet voor subsidie in aanmerking.
2) Investeringen ten bate van de hiervoor genoemde activiteiten/producten, kunnen in aanmerking komen voor subsidie.
Activiteitenplan met productbegroting, met gebruikmaking van het Aanvraagformulier subsidies amateurkunst Nieuwegein.
3.1.3 Subsidieplafond en verdeelregels
Het subsidieplafond bedraagt € 78.792. (4)
Per jaar zijn er 2 momenten waarop subsidieaanvragen kunnen worden ingediend, per 1 maart en per 1 september.
Verdeelregels: indien het totaal van alle aanvragen het plafond overstijgt, zal de commissie amateurkunst de aanvragen honoreren op basis van prioritering.
noot 4. Dit is het budget dat beschikbaar is voor amateurkunst, minus de subsidie die jaarlijks wordt verstrekt aan Theater Totaal (3.2) ad € 8.622 (budget 2010).
Voor projecten gelden ten opzichte van de ASV de volgende aanvullende criteria:
3.1.5 Toetsing aanvragen projecten door de commissie amateurkunst
3.1.6 Beoordeling investeringsaanvragen
Voorwaarden voor investeringsaanvragen zijn:
Criteria waaraan de investeringsaanvragen worden getoetst:
Aanvragen voor investeringen die door meerdere verenigingen, clubs, etc. gebruikt kunnen worden, mogen rekenen op bijzondere waardering.
Uitbreiding van het culturele aanbod en vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.
3.2.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Minimaal één openbare voorstelling van Theater Totaal in Nieuwegein.
Activiteitenprogramma met productbegroting (productiekosten van de openbare voorstelling).
Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.
Uitbreiding van het culturele aanbod en vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.
Naast het basispakket is er een flexibel pakket, dat bestaat uit verhuur/dienstverlening t.b.v. lokale amateurkunst en het bieden van faciliteiten culturele verhuur/dienstverlening (exposities, film, etc.).
Activiteitenplan met productbegroting.
Er worden afspraken gemaakt over inhoud en prestaties binnen het basispakket en het flexibele pakket.
Uitbreiding van het culturele aanbod en vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.
3.4.1 Subsidiabele activiteiten/producten
De organisatie van poppodium activiteiten.
De organisatie van het jaarlijkse Popfestival.
Activiteitenplan met productbegroting.
Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.
Uitbreiding van het culturele aanbod en de vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.
3.5.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Aanbieden van het Kunstmenu in het primair onderwijs.
Aanbieden van Cultuurdagen (workshops) in het voortgezet onderwijs
Activiteitenplan met productbegroting.
Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.
: “Beton moet bloeien”, nota i.k.v. vernieuwing binnenstad ´Geef kunst de ruimte´, notitie voor beleidskader van kunstuitleen naar CBK 2012-2015 | |
Interesse wekken bij een breed publiek voor hedendaagse beeldende kunst.
3.6.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Het uitlenen en verkopen van kunstwerken van hedendaagse kunstenaars.
Het houden van exposities en educatieve activiteiten voor inwoners van Nieuwegein en uit de regio.
Activiteitenplan met productbegroting.
Nadere verpichtingen kunnen worden vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst, die als bijlage onderdeel uitmaakt van de verleningsbeschikking.
De kunstuitleen zal na 2010 worden omgevormd tot een centrum voor beeldende kunst (CBK).
Het interesse wekken bij een breed publiek voor hedendaagse beeldende kunst.
3.7.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Het organiseren van de jaarlijkse kunstmarkt in Nieuwegein.
Activiteitenplan met productbegroting.
Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking. De kunstuitleen zal na 2010 worden omgevormd tot een centrum voor beeldende kunst (CBK)
Behouden van musea en het in een museum tonen van de cultuurhistorie van Nieuwegein.
3.8.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Activiteitenplan met productbegroting.
Nadere verplichtingen, bijvoorbeeld over rapportage t.a.v. bezoekersaantallen en publicaties, worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.
Behouden van musea en het in een museum tonen van de cultuurhistorie van Nieuwegein; in het bijzonder de historie van de Nederlandse binnenvaartschepen i.r.t. de historie van het schippersdorp Vreeswijk.
3.9.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Exploitatie van de museumwerf.
Activiteitenplan met productbegroting.
Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.
Gemeente en de Museumwerf maken op onderdelen nadere afspraken in de vorm van convenanten, bijvoorbeeld t.a.v. het ligplaatsenbele
Behouden van musea en het in een museum tonen van de cultuurhistorie van Nieuwegein.
3.10.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Activiteitenplan met productbegroting.
Nadere verplichtingen, bijvoorbeeld t.a.v. rapportage over publicaties en bezoekersaantallen, worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.
april 2009 - Voor de subsidiering van de sport is nieuw beleid in ontwikkeling. De nieuwe kaders zijn gesteld in de nota Nieuwegein beweegt. De beleidsregels die in het verlengde daarvan zijn uitgewerkt, worden separaat ter besluitvorming aangeboden aan het college van B&W. Daarna worden ze opgenomen in deze bundel beleidsregels.
Daarnaast wordt gewerkt aan een overgangsregeling voor de gesubsidieerde sportverenigingen. Ook deze overgangsregeling wordt separaat ter besluitvorming aangeboden, alvorens zij wordt opgenomen in deze bundel beleidsregels.
Voor de sportverenigingen en andere instellingen die in dit hoofdstuk genoemd zijn, is de subsidie voor 2011 gebaseerd op de subsidie voor 2010, met een aanpassing op basis van het prijsindexcijfer (=0%).
4.1.1 SubsidiegrondslagenDe subsidie voor 2011 is gebaseerd op de subsidie voor verenigingen 2010 (kader hieronder), met een aanpassing op basis van het prijsindexcijfer (=0%).
De subsidie voor 2010 is gebaseerd op de subsidie voor 2009, met een aanpassing op basis van het prijsindexcijfer (=0%).
4.3.1 Subsidiabele activiteiten
Het organiseren van een voetbalweek in Nieuwegein.
De subsidie voor 2011 is gebaseerd op de subsidie voor 2010, met een aanpassing op basis van het prijsindexcijfer (=0%).
Het bevorderen van het beoefenen van gehandicaptensport.
4.4.1 Subsidiabele activiteiten
De subsidie voor 2011 is gebaseerd op de subsidie voor 2010, met een aanpassing op basis van het prijsindexcijfer (=0%).
Hoofdstuk 5 Integratie, emancipatie & mondiaal beleid
Het bevorderen van bewustwording van de problematiek in ontwikkelingslanden.
Het vergroten van kennis en betrokkenheid bij Europa.
Het leveren van een bijdrage aan de democratische en bestuurlijke ontwikkelingen op lokaal niveau in andere landen.
Bevorderen van internationale contacten in zijn algemeenheid, in het bijzonder met Stedenband gemeenten Pulawy (Polen) en Rundu (Namibië).
5.1.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Het geven van voorlichting over mondiale bewustwording aan de bewoners van Nieuwegein.
Het (doen) organiseren van publieksgerichte activiteiten in Nieuwegein op het gebied van mondiale bewustwording.
Activiteitenplan met productbegroting.
5.1.3 Subsidieplafond en verdeelregels
Het subsidieplafond voor mondiaal beleid bedraagt € 11.202. Dit budget wordt in de vorm van 2 subsidies verstrekt aan St. Nieuwegein Mondiaal. Een vast bedrag (€ 5.672) gaat naar St. Nieuwegein Mondiaal (5.1), het resterende budget wordt via dezelfde stichting ingezet t.b.v. de ondersteuning van derden (5.2).
De verantwoording van de subsidie bevat, naast de algemene verplichtingen, informatie over de georganiseerde activiteiten.
Het bevorderen van bewustwording van de problematiek in ontwikkelingslanden.
Het vergroten van kennis en betrokkenheid bij Europa.
5.2.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Het bieden van incidentele financiële ondersteuning aan derden voor activiteiten op het gebied van mondiale bewustwording.
Verantwoording achteraf over de ondersteunde activiteiten.
5.2.3 Subsidieplafond en verdeelregels
Het subsidieplafond voor mondiaal beleid bedraagt € 11.202. Dit budget wordt in de vorm van 2 subsidies verstrekt aan St. Nieuwegein Mondiaal. Een vast bedrag (€ 5.672) gaat naar St. Nieuwegein Mondiaal (5.1), het resterende budget wordt via dezelfde stichting ingezet t.b.v. de ondersteuning van derden (5.2).
Als verdeelregel voor het budget behorend bij beleidsregel 5.2 geldt het uitgangspunt ´wie het eerste komt, het eerste maalt´.
In de verantwoording achteraf staat minimaal informatie over:
Het bevorderen van bewustwording van de problematiek in ontwikkelingslanden.
5.3.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Exploitatie van de Wereldwinkel.
Activiteitenplan met productbegroting.
In de verantwoording staat, naast de algemene verplichtingen, minimaal informatie over:
Gebruik dat door de aan de stichting verwante organisaties is gemaakt van de ruimte en op welke wijze voorlichting aan het publiek is verstrekt over de derde wereldproblematiek.
NB: beleidsregels voor integratie worden vernieuwd op basis van de nieuwe nota integratiebeleid. Na besluitvorming over de nieuwe nota integratiebeleid zullen nieuwe beleidsregels t.a.v. integratie separaat ter besluitvorming worden aangeboden aan het college van B&W en worden opgenomen in deze notitie.
Voor het aanvragen van subsidie voor 2010 wordt de looptijd van de huidige regeling “Subsidieregeling zelforganisaties allochtonen 2000” met een jaar verlengd.
Het bevorderen van emancipatie van (allochtone) vrouwen in Nieuwegein.
5.6.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Organisatie van de Internationale Vrouwendag in Nieuwegein.
Activiteitenplan met productbegroting.
Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.
Hoofdstuk 6 Maatschappelijke participatie
Bevorderen van participatie, zelfredzaamheid en onderlinge verdraagzaamheid en het tegengaan van achterstanden.
6.1.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Activiteitenplan met productbegroting.
Afspraken over (bijstelling van) het basisaanbod worden vastgelegd in het Programmaboek van de SWN en de beschikking die de gemeente afgeeft bij de subsidieverlening.
Voor 2010 wordt de SWN gevraagd in het programmaboek (ook) inzichtelijk te maken welke activiteiten/kosten gerelateerd zijn aan ondersteuning van vrijwilligers.
Bevorderen van participatie, zelfredzaamheid en onderlinge verdraagzaamheid en het tegengaan van achterstanden.
6.2.1 Subsidiabele activiteiten/producten
(Innovatieve) activiteiten en projecten die aanvullend zijn t.ov. het ´basisdeel welzijn´. Waar de activiteiten uit het basisdeel zijn gericht op alle bewoners, kunnen activiteiten uit het flexibele deel gericht zijn op specifieke groepen, zoals kinderen/jongeren, mensen met een functiebeperking of inburgeraars (integratie, toeleiding naar inburgering).
Activiteitenplan met productbegroting.
Afspraken over de invulling van het flexibele deel worden jaarlijks vastgelegd in het programmaboek van SWN en in de verleningsbeschikking van de gemeente.
Leveren van een bijdrage in de ondersteuning van mensen die langdurig mantelzorg verlenen.
Toenemend aantal mantelzorgers maakt gebruik van info/advies, cursussen, lotgenotencontact van het steunpunt mantelzorg.
6.3.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Het ondersteunen of faciliteren van mantelzorgers, in ieder geval respijtzorg, de informatie- en adviesfunctie (steunpunt), lotgenotencontacten. Aandacht voor jonge mantelzorgers en initiatieven die de samenwerking tussen informele en formele zorg verbetert.
Een uitgebreidere beschrijving van de invulling van subsidiabel activiteiten/producten wordt opgenomen in een nieuwe beleidsnota ten aanzien van de ondersteuning van mantelzorgers.
Activiteitenplan met productbegroting.
6.3.3 Subsidieplafond en verdeelregels
Het subsidieplafond bedraagt ca. € 190.000 (beleidskader Mantelzorg).
In 2010 heeft er op basis van nieuwe beleidsnota Mantelzorg een heroverweging plaatsgevonden van de inzet van middelen.
Steunpunt Mantelzorg (Vitras), € 65.900
Ontmoetingscentrum (Vitras), € 14.081
´Handje helpen´ (thuishulpcentrale), € 42.247
Alzheimer Café (St. Alzheimer Cafe Nederland), € 3.000
St. Terminale Thuiszorg, € 2.269
Vriendendienst (SWN), € 10.000
Nederlands Rode Kruis, afdeling Nieuwegein, € 10.981
Stimuleren van deelname aan vrijwilligerswerk; 40% van de bewoners van de gemeente Nieuwegein zet zich in als vrijwilliger.
Het (doen) ondersteunen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties.
6.4.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Activiteiten die bijdragen aan genoemde doelstellingen, zoals bemiddeling, promotie, informatie, advies en ondersteuning, belangenbehartiging, werkontwikkeling, organisatieontwikkeling.(8)
Activiteitenplan met productbegroting.
6.4.3 Subsidieplafonds en verdeelregels
Het subsidieplafond bedraagt ca. € 110.472 (raming op basis van subsidies in 2010, zie kader).
De exacte hoogte van het plafond en de bijbehorende verdeelregels worden nader ontwikkeld en opgenomen in de beleidsregels op basis van het nieuwe beleid.
Unie van vrijwilligers, € 14.950
Netwerk vrijwilligers in de zorg (Vitras), € 104.890
Ondersteuning vrijwilligers, deel basispakket SWN (hier PM)
noot 6. Ondersteuning van vrijwilligerswerk in de sport valt buiten dit budget.
noot 7. Deze raming is op basis van de huidige inzet/subsidies (zie kader) en een deel van het budget dat wordt ingezet bij de SWN (SCW basisdeel).
noot 8. Gemeente ondersteunt vrijwilligers ook m.b.v. vrijwilligersverzekeringen; deze vorm van ondersteuning wordt niet ingevuld met het instrument subsidie en ontbreekt daarom in deze opsomming.
De COSBO in staat stellen om voorlichting voor ouderen te organiseren.
6.5.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Organiseren van grootschalige activiteiten of bijeenkomsten rond een thema in de het kader van de belangenbehartiging.
Activiteitenplan met productbegroting.
Nadere verplichtingen kunnen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.
Het creëren van aanbod aan vrijetijdsactiviteiten voor kinderen en jongeren in Nieuwegein.
6.6.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Activiteitenplan met productbegroting.
Vast bedrag per scoutingclub: 11.000 (St. Scouting Vreeswijk) en 11.600 St. Scouting Nieuwegein Noord.
In de verleningsbeschikking zijn nadere verplichtingen opgenomen, bijvoorbeeld ten aanzien van de informatie die moet worden aangeleverd bij de verantwoording.
Hoofdstuk 7 Maatschappelijke voorzieningen & zorg
7.1.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Cliëntgerichte hulpverlening: geheel van activiteiten gericht op het verbeteren van het persoonlijk en sociaal functioneren van de cliënt.
Dienstverlening aan derden: ondersteuning van professionele en niet-professionele derden in hun werk en het adviseren en begeleiden in het kader van de verbetering en gebruikmaking van de zorgstructuur en uitvoering.
Signalering: signaleren van ontwikkelingen en omstandigheden die ten grondslag kunnen liggen aan psychosociale nood en achterstandsproblemen, het signaleren van het ontbreken van voorzieningen of van knelpunten in de toegang tot de voorzieningen.
Afspraken over indexering van het budget worden in regionaal verband gemaakt, op dit punt wordt afgeweken van de algemene regels die de gemeente Nieuwegein in deze hanteert.
Overige verplichtingen worden vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst.
deze taak wordt uitgevoerd binnen budget AMW, met uitzondering | |
Volwaardige participatie van (ex)vluchtelingen/asielzoekers die zich vestigen in de gemeente Nieuwegein.
7.2.1 Subsidiabele activiteiten/producten
Begeleiding van vluchtelingen, oudkomers en uitgeprocedeerde asielzoekers (materiele rechtspositie en psychologische begeleiding).
Activiteitenplan met productbegroting.
De kosten voor de inzet van de coördinator vluchtelingenwerk worden gedekt uit het budget voor algemeen maatschappelijk werk (aanvullende deel). Uitgangspunt is de inzet van 1 fte (coördinator) en ondersteuning door inzet van vrijwilligers. In geval van grote fluctuaties kunnen (jaarlijks) afspraken worden gemaakt over het verhogen/verlagen van inzet/budget t.b.v. het vluchtelingenwerk.
Bevorderen van de volksgezondheid.
7.3.1 Subsidiabele activiteiten/producten
EHBO Vreeswijk: het aanleren van eerste hulp bij ongelukken aan bewoners en het leveren ervan.
Werkgroep Anonieme Alcoholisten (AA): bieden van een ondersteuningsprogramma voor alcoholisten.
St. Voorkom: voorlichting(sprogramma´s) ter preventie van alcohol en drugsmisbruik.
Activiteitenplan met productbegroting.
Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.
(Doen) bieden van maatschappelijke opvang aan bewoners met specifieke problemen (b.v. slachtoffers huiselijk geweld, seksueel geweld).
7.4.1 Subsidiabele activiteiten/ producten
Het bieden van maatschappelijke opvang en hulp aan bewoners met specifieke problemen.
Activiteitenplan met productbegroting.
7.4.3 Plafond en verdeelregels
Het subsidieplafond bedraagt € 40.000.
Als het subsidieplafond wordt overschreden, vindt prioriteitstelling plaats. De aanvragen (met name de activiteitenplannen) worden beoordeeld op doelstellingen, kwaliteit, kwantiteit, het aantal deelnemers en de prijs-kwaliteitverhouding.
7.4.4 Overige verplichtingenNadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.
Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking.
7.5.1 Subsidiabele activiteiten/ producten
Collectieve voorzieningen op het terrein van wonen, welzijn en zorg (waaronder vervoer), die bijdragen aan genoemde doelstellingen.
Activiteitenplan met productbegroting.
6.5.3 Subsidieplafonds en verdeelregels
Het subsidieplafond bedraagt ca. € 80.217 (raming op basis van subsidies in 2010, zie kader).
De exacte hoogte van het plafond en de bijbehorende verdeelregels worden nader ontwikkeld en opgenomen in de beleidsregels op basis van het nieuwe beleid.
Nadere invulling volgt op basis van vast te stellen beleidsnota t.a.v. collectieve voorzieningen op het terrein van maatschappelijke ondersteuning, in de loop van 2010.
Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking.
7.6.1 Subsidiabele activiteiten/ producten
Activiteiten die bijdragen aan genoemde doelstellingen en zijn gericht op specifieke (groepen) mensen met bepaalde lichamelijke of geestelijke beperkingen. Het aanbod kan plaatsvinden in groepsverband of individueel.
Activiteitenplan met productbegroting.
7.6.3 Subsidieplafond en verdeelregels
Het subsidieplafond bedraagt ca. € 112.284 (raming op basis van subsidies in 2009, zie kader).
De exacte hoogte van het plafond en de bijbehorende verdeelregels worden nader ontwikkeld en opgenomen in de beleidsregels op basis van het nieuwe beleid.
7.7.1 Subsidiabele activiteiten/ producten (9)Activiteiten die bijdragen aan bekendheid met en het gebruik van voorzieningen op het gebied van armoedebestrijding door inwoners van Nieuwegein die recht hebben op die voorzieningen.
Praktische ondersteuning van inwoners van Nieuwegein door rechtstreeks contact, dat bijdraagt aan preventie van financiële problemen; deze activiteiten moet een aanvulling zijn op het bestaande aanbod. De U-pas geldt expliciet als voorliggende voorziening.
Samenwerkingsactiviteiten tussen organisaties die een aantoonbare bijdrage leveren aan a) eenduidig en herkenbaar aanbod van instrumenten op het terrein van armoedebestrijding en b) activiteiten genoemd bij eerste twee punten.
Activiteitenplan met productbegroting.
7.7.3 Subsidieplafond en verdeelregels
Het beschikbare budget wordt verdeeld volgens het principe ´wie het eerst komt, het eerst maalt´.
Activiteiten moeten passen binnen het gemeentelijk beleid.
Bij de subsidieaanvraag is per product inzicht gegeven in de doelstelling, doelgroep en het bereik, als ook de geraamde baten en lasten.
Indien aan de deelnemers een eigen bijdrage wordt gevraagd, wordt de mogelijkheid van U-paskorting onderzocht. Voor kinderen wordt de mogelijkheid van een aanvullende bijdrage van Stichting Leergeld onderzocht.
noot 9. In het kader van armoedebestrijding vinden ook gemeentelijke activiteiten plaats buiten het instrument van subsidieverlening; het gaat dan om persoonsgebonden zorg/hulp zoals schuldhulpverlening en bijzondere bijstand.
De Stichting Slachtofferhulp in staat stellen om hulp te verlenen aan mensen uit Nieuwegein die het slachtoffer zijn van een misdrijf of verkeersongeval.
8.1.1 Subsidiabele activiteiten/ producten
In behandeling nemen van hulpvragen van inwoners van de gemeente Nieuwegein.
Productbegroting, vast bedrag.
Nadere verplichtingen zijn opgenomen in de verleningsbeschikking.
De gemeente stimuleert samenwerking met/ aansluiting bij Steunpunt Vrijwilligers Nieuwegein of het Netwerk Vrijwilligers in de Zorg.
Stichting Rijpickerwaard in staat stellen om op een zorgvuldige en adequate manier zwervende honden en katten in bewaring te nemen.
8.2.1 Subsidiabele activiteiten/ producten
Activiteitenplan met productbegroting. Er geldt een normbedrag van € 7,07 per dag per hond en van € 4,27 per dag per kat. Het maximaal aantal dagen dat voor subsidie in aanmerking komt bedraagt 21 opvangdagen per hond en per kat.
Op basis van jaarlijkse opgave wordt afgerekend tot (maximaal) het verleende bedrag.
Nadere verplichtingen zijn opgenomen in de verleningsbeschikking. Het gaat onder andere over rapportage over het aantal honden en katten dat is opgevangen en het aantal opvangdagen.
In het kader van armoedebestrijding vinden ook gemeentelijke activiteiten plaats buiten het instrument van subsidieverlening; het gaat dan om persoonsgebonden zorg/hulp zoals schuldhulpverlening en bijzondere bijstand.