Organisatie | Zandvoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Brandbeveiligheid- en Hulpverleningsverordening 2006 |
Citeertitel | Brandbeveiligheid- en Hulpverleningsverordening 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | recht, veiligheid en handhaving |
Deze regeling vervangt [Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening Gemeente Zandvoort, vastgesteld bij raadsbesluit van 4 februari 2003]
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | nieuwe regeling | 12-12-2006 Zandvoortse Courant, 21/12/2006 | 07/11/2006, nr. 2006/13048 |
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2006, nr. 2006/13048;
gelet op de overwegingen van de commissie Planning en Control van 29 november 2006;
Gelet op artikel 1 lid 2 en artikel 12 van de Brandweerwet, artikel 8 lid 2 van de Woningwet, artikel 8.11 lid 3, artikel 8.40 van de Wet milieubeheer, artikel 2 van de Wet rampen en zware ongevallen en artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit de volgende verordening, inclusief toelichting, vast te stellen:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
dekkingsplan: Het door het algemeen bestuur van Hulpverleningsdienst Kennemerland in overleg met gemeentebesturen en in overeenstemming met plaatselijke risico’s, geografische omstandigheden en in de handleiding Brandweerzorg opgenomen normen vastgestelde plan met betrekking tot de verdeling van de verzorgingsgebieden en de spreiding van de repressieve brandweereenheden over de gemeentelijke brandweerkorpsen in de regio Zuid- en Midden-Kennemerland.
Artikel 2 Gemeentelijke brandweer
Het college beschikt over een operationeel en functioneel gemeentelijk brandweerapparaat.
De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan behoudens de in artikel 4 aan de regionale brandweer opgedragen taken uit:
Naast de in de artikel 3 lid 2 van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken zijn de volgende taken van de gemeentelijke brandweer aan de regionale brandweer overgedragen:
Artikel 5 Beleidsplan Brandweerzorg en Rampenbestrijding
Het college legt de gemeenteraad eenmaal per vier jaar een plan voor op welke wijze aan de inhoud van artikel 3 en 4 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven. Het plan is zoveel mogelijk afgestemd op het door het Algemeen Bestuur van de Hulpverleningsdienst vastgestelde regionale beleidsplan. Het plan omvat ten minste:
Het personeel van de gemeentelijke brandweer belast met de in artikel 3 en 4 genoemde taken is samengesteld uit personen die o.g.v een ambtelijke rechtspositie zijn aangesteld (beroeps) en uit personen die o.g.v. een vrijwillige rechtspositie zijn aangesteld (vrijwilligers) en bestaat uit ten minste 60 personen, als volgt onderverdeeld:
Artikel 7 Opleiding en oefening
Het college draagt zorg voor opleiding en oefening van het brandweerpersoneel dat voor de taakuitoefening noodzakelijk is.
De structuur van de verordening is ontleend aan de door de Vereniging voor Nederlandse
Gemeenten uitgebrachte modelverordening brandveiligheid en hulpverlening. Met het vaststellen van deze verordening wordt beoogd, dat gemeenten aangeven op welke wijze zij hun verantwoordelijkheid voor de brandveiligheid gestalte geven.
Het gaat daarbij direct om het (brand)veiligheidsniveau. Dat wordt enerzijds bepaald door de gekozen repressieve sterkte van de gemeentelijke brandweer en anderzijds door het brandpreventieniveau.
In de verordening wordt dit (brand)veiligheidsniveau aangegeven door de beschrijving van taken en bevoegdheden op het gebied van de (brand)veiligheid en de daaraan gekoppelde taakverdeling tussen de gemeentelijke en regionale brandweer.
Daarbij is rekening gehouden met het Project Versterking Brandweer (PVB). Bij de uitvoering van het PVB is het gewenste zorgniveau vastgelegd. Dat heeft betrekking op alle onderdelen van de brandweerzorg, hulpverlening en voorbereiding op de rampenbestrijding, ook wel de zogeheten veiligheidsketen genoemd.
Het aldus aangegeven niveau wordt uitgewerkt in het beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening, dat ingevolge artikel 5 door burgemeester en wethouders tenminste een keer per vier jaar moet worden vastgesteld en voorgelegd moet worden aan de gemeenteraad. De verordening regelt enerzijds de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de bestuursorganen (het gezag) over de brandweer en anderzijds het beheer over de gemeentelijke brandweer. De verordening geeft daarnaast de samenhang aan tussen de wettelijke kaders waarbinnen de brandweer opereert, de bestuurlijke en beleidsmatige kaders (artikel 5), de organisatorische kaders en taken (artikel 3 en 4), de bestuurlijke verantwoordelijkheden ten opzichte van het personeel, het opleiden en oefenen, het materieel en de bluswatervoorziening (artikel 6,7,9 en 10) en het beheer van de gemeentelijke brandweer (artikel 2).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De in artikel 1 opgenomen begripsomschrijvingen zijn ontleend aan hiervoor gegeven definities in het Project Versterking Brandweer. De begrippen, die voortvloeien uit de veiligheidsketen zijn specifiek bedoeld voor de artikelen 3 en 4.
Door de introductie van het begrip veiligheidsketen wordt aangegeven dat het takenpakket voor de brandweer meer omvat dan enkel preventief en repressief optreden (zie het model VNG). Voorts wordt hiermee tot uitdrukking gebracht, dat ieder onderdeel van de veiligheidsketen voldoende kwalitatief ontwikkeld dient te worden om zo het gewenste (brand)veiligheidsniveau te bereiken of te verzekeren.
Artikel 2 Gemeentelijke brandweer
Artikel 1 van de Brandweerwet 1985 regelt dat in elke gemeente een gemeentelijke brandweer is, tenzij er een regeling geldt op basis van samenwerking met andere gemeenten.
Artikel 3 Taken gemeentelijke brandweer
Lid 1: De in artikel 3, lid 1, genoemde taken van de gemeentelijke brandweer corresponderen met de door de gemeente vastgestelde hoofdlijnen van beleid, zoals die zijn geformuleerd in het gemeentelijke beleidsplan brandweerzorg en hulpverlening.
Kern daarvan is, dat de taken van de gemeentelijke brandweer tenminste bestaan uit de feitelijke uitvoering bij werkzaamheden bij brand, bij het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen bij brand en bij ongevallen anders dan brand en alles wat daarmee verband houdt. Voortvloeiend uit de veiligheidsketen gaat het bij alle werkzaamheden om het gebied van pro-actie, preventie, preparatie, nazorg en het optreden bij rampen en zware ongevallen.
De vaststelling van het takenpakket van de gemeentelijke brandweer is een bevoegdheid van het gemeentebestuur. Daarnaast bestaat er een waarborg voor afstemming met het regionaal organisatieplan brandweerzorg en rampenbestrijding.
Lid 2: in lid 2 wordt gedoeld op de taken die officieren van Brandweer Zandvoort uitvoeren ten gunste van de regio Kennemerland.
Lid 3: In lid 3 wordt gedoeld op de algemene dienstverleningstaak van de brandweer, anders dan de wettelijke taken.
Dit artikel, waarin de regionale taken worden aangehaald, correspondeert met het regionaal organisatieplan Brandweerzorg en rampenbestrijding. De taken zijn afgeleid van de in het Project Versterking Brandweer (PVB) vastgestelde referentiekaders en van het regionaal dekkingsplan. De bevoegdheden van de Regio Kennemerland liggen vast in een gemeenschappelijke regeling. In artikel 4 gaat het om het op regionaal niveau organiseren en uitvoeren van de gemeentelijke taken. Deze taken kunnen:
Gemeenten binnen de regio Kennemerland verplichten zich naar elkaar toe het kwaliteitsniveau voor brandweerzorg en rampenbestrijding te bereiken.
Artikel 5 Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening
Dit artikel regelt de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad voor het vervullen van de voorwaarden voor een goede taakvervulling door de gemeentelijke brandweer. Deze verantwoordelijkheid ligt vast in artikel 1 van de Brandweerwet 1985.
Artikel 5 voorziet in het voortschrijdend proces van beleidsvoering. Gekozen is voor een vierjarige periode om daarmee de duurzaamheid van het beleidsplan aan te geven en aansluiting te vinden bij de bestuurlijke cyclus in de gemeente.
De in dit artikel omschreven bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het personeel geeft aan, dat burgemeester en wethouders verantwoordelijk zijn voor een minimum aan gekwalificeerd brandweerpersoneel ter uitvoering van de taken volgens de veiligheidsketen.
Artikel 7 Opleiding en oefening
Dit artikel over opleiden en oefenen regelt de verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders voor de kwaliteit voor het brandweerpersoneel. Dit leidt onder andere tot het vaststellen van een meerjaren opleidings- en oefenplan.
Artikel 8 Instructie gemeentelijke brandweercommandant
Het bepaalde in artikel 8 legt de grondslag vast voor de eenhoofdige leiding en de gezagsverhouding, die voor een goed functioneren van de brandweer onmisbaar zijn. De instructie voor de commandant zal naast de aan een juiste taakvervulling verbonden verplichtingen en bevoegdheden de regeling voor de vervanging van de commandant bevatten.
In dit artikel wordt de verantwoordelijkheid voor het minimaal benodigde en het soort materieel van de brandweer vastgelegd. Deze verantwoordelijkheid wordt overgedragen aan burgemeester en wethouders.
Artikel 10 Bluswatervoorziening
Het blussen van branden is een van de taken van de brandweer. Het blusmiddel water wordt naast andere blusmiddelen het meest gebruikt. De zorg voor de brandveiligheid, zoals bedoeld in artikel 1, vierde lid, van de Brandweerwet 1985, geeft aan dat burgemeester en wethouders tevens verantwoordelijk zijn voor een adequaat bluswaterleidingnet, open water, speciale blusvijvers en geboorde putten.
De openbare bluswatervoorziening dient van een kwantiteit en kwaliteit te zijn, die is gerelateerd aan de gebruiksvoorschriften, zoals die in de bestemmingsplannen zijn opgenomen. Het verdient aanbeveling om in elk bestemmingsplan de capaciteit van de openbare bluswatervoorziening zo volledig mogelijk aan te geven.