Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Uitvoeringsbesluit aanwijzen hondenverbodsplaatsen en hondenuitrenplaatsen als bedoeld in artikel 2.4.17 van de Algemene Plaatselijke Verordening in Westerkoog

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsbesluit aanwijzen hondenverbodsplaatsen en hondenuitrenplaatsen als bedoeld in artikel 2.4.17 van de Algemene Plaatselijke Verordening in Westerkoog
CiteertitelUitvoeringsbesluit aanwijzen hondenverbodsplaatsen en hondenuitrenplaatsen als bedoeld in artikel 2.4.17 van de Algemene Plaatselijke Verordening in Westerkoog
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpopenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De bijbehorende kaarten zijn in te zien in het archief op het Gemeentehuis.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

APV, art. 2.4.17

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-08-199901-01-2015nieuwe regeling

17-08-1999

-

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsbesluit aanwijzen hondenverbodsplaatsen en hondenuitrenplaatsen als bedoeld in artikel 2.4.17 van de Algemene Plaatselijke Verordening in Westerkoog

Burgemeester en wethouders van Zaanstad,

Overwegende,

  • 1.

    Dat wij in juni 1997 hebben besloten het plan ter bestrijding van de hondenoverlast stadsbreed in te voeren, gehoord het advies van de Raadscommissie voor Milieu.

  • 2.

    Dat krachtens lid 1, onder c van artikel 2.4.17 van de Algemene Plaatselijke Verordening door ons plaatsen kunnen worden aangewezen, waarbij het voor de eigenaar of houder van of degene, die toezicht heeft over een hond verboden is die hond te laten verblijven of te laten lopen.

  • 3.

    Dat krachtens lid 2 van artikel 2.4.17 van de Algemene Plaatselijke Verordening door ons plaatsen kunnen worden aangewezen, waar het de eigenaar of houder van of degene die het toezicht heeft over een hond is toegestaan die hond onder toezicht, niet aangelijnd, te laten verblijven of te laten lopen.

  • 4.

    Dat in het kader van het Project invoering stadsbreed wijkbeheer is bepaald, dat de officieel ingestelde wijkoverleggen voor hun wijk een plan kunnen opstellen voor het aanwijzen van hondenverbodsplaatsen en hondenuitrenplaatsen, als bedoeld in artikel 2.4.17 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

  • 5.

    Dat bij brief van 27 me! 1999 door het Wijkoverleg Westerkoog voor zijn wijk een plan, zoals in ad 4. bedoeld, aan ons is overgelegd.

  • 6.

    Dat wij het in ad 5. genoemde plan van het Wijkoverleg Westerkoog om advies hebben voorgelegd aan de dienst Stadsontwikkeling, Milieu en Beheer.

Besluiten:

 

  • 1.

    Aan te wijzen de plaatsen, die met rood zijn aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart, waarbij het krachtens lid 1, onder c van artikel 2.4.17 van de Algemene Plaatselijke Verordening het voor de eigenaar of houder van of degene, die toezicht heeft over een hond verboden is die hond te laten verblijven of te laten lopen.

  • 2.

    Aan te wijzen de plaatsen, die met geel zijn aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart, waarbij het krachtens lid 2 van artikel 2.4.17 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de eigenaar of houder van of degene die het toezicht heeft over een hond is toegestaan die hond onder toezicht, niet aangelijnd, te laten verblijven of te laten lopen.

Aldus besloten in onze vergadering van 17 augustus 1999

Burgemeester

Secretaris