Organisatie | Leidschendam-Voorburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu |
Geen
Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-06-2012 | 01-01-2017 | artikelen 2, 4, 6 en 8 en Bijlage 1 | 12-06-2012 Leidschendammer / Voorburgse Courant 28-6-2012 | 728367 | |
01-01-2011 | 29-06-2012 | art. 4 en art. 6, tweede lid | 07-12-2010 Leidschendammer / Voorburgse Courant 16-12-2010 | 522787 | |
19-02-2010 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 09-02-2010 Leidschendammer / Voorburgse Courant 18-2-2010 | 2010/2654 |
Het college van Leidschendam-Voorburg
overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen omtrent de dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de bij dit besluit aan te wijzen inzameldienst en andere inzamelaars, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg;
gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg;
Vast te stellen het volgende Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties
Als inzamelaar op grond van artikel 2, tweede lid, van de verordening worden aangewezen:
de volgende organisaties voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen:
1°. KICI voor het inzamelen van textiel door middel van verzamelcontainers;
2°. Niet-commerciële organisaties die jaarlijks aangewezen worden door het college voor huis-aan-huisinzameling van textiel, overeenkomstig het beleid in bijlage 1;
Artikel 3. Afzonderlijke inzameling
De volgende omschrijvingen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen worden op grond van artikel 3, tweede lid, van de verordening vastgesteld:
oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, met uitzondering van drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;
grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder gft-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout etcetera, met uitzondering van bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen;
Artikel 4. Aanwijzing inzamelmiddelen- en voorzieningen
Op grond van artikel 4, tweede lid, van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen:
Artikel 5. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Op grond van artikel 9, derde lid, van de verordening worden de volgende categorieën personen vrijgesteld van de gescheiden inzameling van GFT-afval:
Artikel 6. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Krachtens artikel 10, derde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen:
de inzameldienst is bevoegd om de container te voorzien van een chip die gelinkt is aan het adres waarvoor de container bestemd is, of te voorzien van een sticker waarop staat vermeld: een barcode, de afvalstroom waarvoor de container is bestemd, het volume van de container, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam of een huisnummer;
de gebruiker van een perceel dient zich tot de klantenservice van de inzameldienst te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot door of namens de gemeente verstrekt inzamelmiddel wordt aangetroffen, bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een door of namens de gemeente verstrekt inzamelmiddel;
Krachtens artikel 10, vierde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:
het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in containers dient ordelijk te geschieden door plaatsing van de container op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;
Artikel 7. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Het college stelt de volgende regels op grond van artikel 11, eerste lid, van de verordening:
grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparatuur die op afroep ingezameld worden, mogen slechts worden aangeboden vanaf 21.00 uur op de dag voorafgaand aan de met de inzameldienst afgesproken ophaaldag. Uiterlijk om 07.30 uur op de ophaaldag moet dit afval aangeboden zijn.
Artikel 8. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden of onvoorziene omstandigheden niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken, kunnen op grond van artikel 12 van de verordening, door het college voor de duur van de werkzaamheden of onvoorziene omstandigheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen, welke worden bekendgemaakt in het huis-aan-huis-blad.
Artikel 9. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Op grond van artikel 13 van de verordening kan de inzameldienst ook bedrijfsafval uit de kantoor-, winkel- en dienstensector inzamelen.
Artikel 10. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Bedrijven die krachtens artikel 14, derde lid, van de verordening bedrijfsafvalstoffen aanbieden, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels.
Artikel 11. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
Het college stelt op grond van artikel 15, eerste lid, van de verordening de volgende regels:
Aldus vastgesteld in de vergadering van
het college van burgemeester en wethouders van 9 februari 2010.
G. Brinkman, MBA, drs. J.W. van der Sluijs
secretaris, burgemeester
Bijlage 1 Beleidsregels voor de huis-aan-huisinzameling van textiel
Burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg,
dat het college voor de huis-aan-huisinzameling van textiel jaarlijks enkele niet-commerciële organisaties aanwijst op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel c, sub 2, van het Uitvoeringsbesluit afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg,
dat het om praktische redenen gewenst is beleidsregels over deze jaarlijkse aanwijzing vast te stellen,
gelet op artikel 2, tweede lid, onderdeel c, sub 2, van het “Uitvoeringsbesluit afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg” en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,
vast te stellen de volgende “Beleidsregels voor de huis-aan-huisinzameling van textiel”:
Op grond van de Afvalstoffenverordening Leidschendam-Voorburg is het verboden om een openbare inzameling van textiel te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden. Een inzameling wordt als openbaar aangemerkt als deze aan de openbare weg of van daaraf zichtbaar dan wel op een andere voor het publiek toegankelijke plek plaatsvindt. Ook indien een inzameling beperkt is tot de op intekenlijsten voorkomende namen kan dus van een openbare inzameling sprake zijn.
Het huis-aan-huis inzamelen van kleding is in de gemeente Leidschendam-Voorburg altijd al toegestaan. Gezien de ingezamelde hoeveelheden per inzamelingsactie, mag geconstateerd worden dat voortzetting van dit soort acties gewenst is, zowel onder de burgers alsook vanuit milieuoverwegingen. Daarom is het nodig beleid vast te stellen.
Basis voor beleid textielinzameling
Op grond van artikel 2, tweede lid kan het college inzamelaars aanwijzen die bepaalde categorieën afvalstoffen mogen inzamelen. In het Uitvoeringsbesluit wordt deze aanwijzing geregeld in artikel 2, lid 2 onder c. Gelet hierop kan het college inzamelaars aanwijzen die huis-aan-huis textiel mogen inzamelen.
De navolgende beleidsregels zijn van toepassing op de huis-aan-huis-inzameling van textiel.
De aanwijzingen vinden jaarlijks plaats door of namens het college.
De aanwijzingen gelden voor 1 inzamelingsactie per inzamelaar. In de aanwijzingen worden de periodes van inzameling per inzamelaar aangegeven. Bij geen gebruik van de aanwijzing hebben aangewezen instanties geen recht op een andere periode in het lopende jaar.
De aanwijzingen zijn gebonden aan de instanties die aangewezen zijn en niet overdraagbaar aan andere instanties.
De inzamelingsacties mogen in het hele grondgebied van de gemeente Leidschendam-Voorburg gehouden worden. Een inzamelaar is niet verplicht in het hele gebied in te zamelen.
Aantal inzamelacties per jaar:
Om te voorkomen dat het inzamelen van kleding leidt tot overlast voor het publiek en ter voorkoming van een “oververzadiging van de markt”, zijn er in Leidschendam-Voorburg maximaal vier kledinginzamelingen per jaar toegestaan. Van de vier instellingen die aangewezen worden voor het inzamelen van kleding is er minimaal één gevestigd in Leidschendam-Voorburg.
De inzamelende instanties moeten voldoende in staat worden gesteld om in de hele gemeente hun hun inzamelwerkzaamheden te verrichten. Vanwege de grootte in oppervlak van Leidschendam-Voorburg en het aantal huishoudens wordt de duur van een inzamelingsactie vastgesteld op ten hoogste één week per inzamelingsactie.
Melding ingezamelde hoeveelheden
Het monitoren van de afvalscheiding op allerlei afvalstromen is voor een goed afvalbeleid noodzakelijk. Ook op het gebied van textiel wenst de gemeente op de hoogte te zijn van de inzamelresultaten. Daarom worden de inzamelaars verplicht gesteld na afloop van een inzameling, binnen een maand de ingezamelde hoeveelheden te melden bij de gemeente. Indien een instantie dit nalaat, komt deze niet in aanmerking om opnieuw aangewezen te worden voor nieuwe inzamelingsacties.
De gemeente acht het wenselijk om alleen bonafide instanties toe te laten om afvalstromen in te zamelen. Daarom moeten de inzamelaars voor textiel aantonen dat zij een CBF-keur, een CBF-certificaat, een Verklaring van geen bezwaar van het CBF hebben of staan vermeld op de lijst van kledinginzamelende instanties bij het CBF. Zonder het overleggen van één van deze documenten, kan geen aanwijzing plaats vinden.
Een uitzondering hierop kan gemaakt worden voor lokale instanties die op andere manieren kunnen aantonen dat zij bonafide zijn. Bijvoorbeeld door overlegging van een begroting of stukken waaruit blijkt dat de instantie een subsidierelatie heeft met de gemeente. Deze uitzondering geldt alleen als inzameling van textiel geen core business is van de lokale instantie.
Overige voorschriften met betrekking tot de inzameling zelf
In het aanwijzingsbesluit worden voorschriften gesteld teneinde een inzameling ordelijk en goed te laten verlopen. Deze voorschriften zijn o.a.:
Aldus vastgesteld in de vergadering van
het college van burgemeester en wethouders van 9 februari 2010.
(categorieën huishoudelijke afvalstoffen genoemd in artikel 3)