Organisatie | Vlagtwedde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde van de gemeenteraad van Vlagtwedde |
Citeertitel | Reglement van Orde van de gemeenteraad van Vlagtwedde |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2010 | nieuwe regeling | 30-03-2010 - | ZA.10-4322/DR.10-98 |
De raad van de gemeente Vlagtwedde;
op voorstel van Burgemeester en Griffier d.d. 11 maart , no. ZA.10-4322/DR.10-98;
Gelet op artikel 16 Gemeentewet;
Reglement van Orde van de gemeenteraad van Vlagtwedde per 1 april 2010.
De raad van de gemeente Vlagtwedde, gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
de vergadering van de raad, zoals bedoeld in de Gemeentewet, waarin fracties hun definitieve standpunt innemen en via stemming tot een beslissing komen; eventueel met het inzetten van instrumenten zoals amendementen, moties, enz.
de gemeentesecretaris van Vlagtwedde zoals bedoeld in artikel 100 van de Gemeentewet;
Toelating van nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties; steunfractieleden
Artikel 6 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming wethouders
Bij elke benoeming van nieuwe leden van de raad stelt de raad een commissie in bestaande uit drie leden van de raad. Op voorstel van de voorzitter onderzoekt de commissie de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden en het proces-verbaal van het (centraal) stembureau. De commissie toetst de stukken aan de Gemeentewet, de Kieswet en de gedragscode van de gemeenteraad.
Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
Bij de benoeming van een wethouder wordt overeenkomstig het eerste lid een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. De werkwijze van deze commissie is overeenkomstig het tweede lid.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op het steunfractielid.
Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 9 Verantwoording lidmaatschap van andere organisaties
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Een door de raad gewenste bespreking hieromtrent kan de voorzitter verwijzen naar een informatieve raadsvergadering of een meningsvormende raadsvergadering.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgelegd in dit reglement, zijn van overeenkomstige toepassing.
Procedure begroting en jaarrekening
Artikel 10 Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de raad, op voorstel van het seniorenconvent, vaststelt.
Artikel 11 Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, evenals de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad, op voorstel van het seniorenconvent, vaststelt.
Artikel 12 Procedure om te komen tot raadsbesluiten
In de procedure die leidt tot een beslissing van de raad worden onderscheiden:
Artikel 13 Meningsvormende- en besluitvormende raadsvergadering
Beslissingen van de raad worden voorbereid in een daartoe georganiseerde overlegsituatie, genaamd de meningsvormende raadsvergadering. In de meningsvormende raadsvergadering kan de raad tevens overleggen met het college. Voor de meningsvormende raadsvergadering zijn specifieke artikelen opgenomen in dit reglement.
Beslissingen van de raad worden genomen in een besluitvormende raadsvergadering. Voor de besluitvormende raadsvergadering zijn specifieke artikelen op genomen in dit reglement. In de regel moeten onderwerpen eerst in de meningsvormende raad worden besproken voordat ze op de agenda van de besluitvormende raadsvergadering komen.
Artikel 14 Informatieve raadsvergadering
De informatieve raadsvergadering is bedoeld voor oriënterende bijeenkomsten die verschillend van opzet kunnen zijn. Doel is om op informele wijze te worden geïnformeerd en te discussiëren over uitgangspunten van beleid en/of actuele gemeentelijke vraagstukken. Er worden in deze bijeenkomsten geen standpunten ingenomen en geen besluiten genomen door de raad. Voor de informatieve raadsvergadering zijn specifieke artikelen opgenomen in dit reglement.
Artikel 15 Frequentie van de bijeenkomsten
Het vergaderschema is zo opgesteld dat er een keer per maand eerst een meningsvormende en daarna een besluitvormende raadsvergadering plaatsvindt, met aansluitend aan de besluitvormende raadsvergadering eventueel een informatieve raadsvergadering. Tussen het tijdstip van de meningsvormende en de besluitvormende raadsvergadering zit in de regel twee weken.
De raad vergadert ook indien de burgemeester het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal raadsleden hier om verzoekt. Dit verzoek dient schriftelijk en met opgave van reden bij de voorzitter te worden ingediend. In overleg met de agendacommissie wordt, binnen een maximum van 5 werkdagen, een datum vastgesteld.
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.
Artikel 17 Openbare kennisgeving
Artikel 19 Aanwezigheid wethouders, secretaris en anderen
Artikel 20 Ter inzage leggen van stukken
Indien met betrekking tot stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de raadsleden inzage.
Artikel 21 Collegevoorstel of voorstel van de burgemeester
Artikel 22 Actieve en passieve informatieplicht
Orde der vergaderingen; algemeen
Een lid van de vergadering kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.
Artikel 25 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin dat plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een (steunfractie-) lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 28 Toehoorders en pers
Artikel 29 Geluid-en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.
Artikel 30 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, evenals het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 32 Verslag besloten vergadering
Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besluitvormende raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Na het openbare gedeelte van de besluitvormende raadsvergadering volgt dan een besloten gedeelte waarin het verslag wordt vastgesteld. Indien een lid voor de vaststelling een opmerking wil maken of een kanttekening wil plaatsen, wordt dit feit gemeld.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of over de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 34 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Besluitvormende raadsvergadering
Artikel 35 Doel van de besluitvormende raadsvergadering
De vergadering van de raad waarin de fracties hun definitieve standpunt innemen en via stemming tot een beslissing komen. Eventueel met het inzetten van instrumenten zoals amendementen, moties, enz.
Alleen gekozen leden, niet zijnde steunfractieleden van de raad, kunnen bijgestaan door de voorzitter van de raad en de griffier, deelnemen aan de besluitvormende raadsvergadering.
Artikel 38 Opening vergadering; quorum
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en tijdstip van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.
Artikel 39 Primus bij hoofdelijke stemming
Indien er hoofdelijke stemming wordt gevraagd, wordt bij loting een volgnummer op de presentielijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid (de primus) begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 40 Vastlegging besluitvormende raadsvergadering
De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend. De voorzitter kan toestaan dat kleine wijzigingen tijdens de vergadering worden ingebracht.
De besluitenlijst omvat naast de genomen besluiten:
een overzicht van het verloop van stemmingen, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
Artikel 41 Aantal spreektermijnen
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Tijdens de behandeling in de meningsvormende raad wordt het voorstel besproken door de fracties en het college. Het voorstel wordt vervolgens in de eerstvolgende besluitvormende raadsvergadering ter besluitvorming voorgelegd, tenzij de leden van de meningsvormende raad, al dan niet op voorstel van het college, tot een andere termijn besluit. Eventuele aanpassing van het voorstel geschiedt door de indiener(s) voor behandeling in de raad. Tijdens de behandeling in de besluitvormende raad wordt het ontwerpraadsvoorstel, voorzien van een reactie van het college besproken, waarna het in stemming wordt gebracht.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd evenals de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 46 Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen, die in principe te allen tijde aan het college of de burgemeester kunnen worden gesteld, worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen worden voorzien van een korte toelichting. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. De antwoorden worden per vraag gegeven. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Indien een lid over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet verlangt, wordt een verzoek daartoe, door tussenkomst van de griffier schriftelijk ingediend bij het college of de burgemeester.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag kort te motiveren. De stemverklaring moet kort zijn (maximaal ½ minuut) en mag niet het karakter krijgen van een derde termijn, als laatste reactie op de vorige spreker.
Artikel 49 Stemverklaring bij hamerstukken
Artikel 51 Algemene bepalingen over stemming
In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in de besluitenlijst vragen, dat zij geacht worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 28 Gemeentewet van stemming hebben onthouden.
Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming op grond van artikel 28 Gemeentewet moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 52 Stemming over amendementen en moties
Artikel 53 Stemming over personen
Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.
De voorzitter onderzoekt samen met de griffier of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat als gevolg van het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd.
Artikel 54 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Artikel 55 Beslissing door het lot
Artikel 56 Doel van de meningsvormende raad
De vergadering van de raad waarin inhoudelijk informatief wordt doorgevraagd, meningen worden uitgewisseld, argumenten verzameld en voorlopige standpunten bepaald. Dit alles ter voorbereiding op de definitieve standpuntbepaling en besluitvorming in de besluitvormende raadsvergadering. In de meningsvormende raad wordt daarnaast besloten over de verdere procedure voor behandeling van stukken.
Artikel 57 Indeling van de agenda
De indeling van de agenda wordt in principe gemaakt op basis van de portefeuilles van de wethouders en burgemeester. De agendacommissie stelt de agenda op en doet een voorstel van afhandeling van de aangeleverde raadsvoorstellen.
Artikel 58 Deelnemers aan de meningsvormende raad
Aan de meningsvormende raad kunnen zowel raads- als steunfractieleden deelnemen. Echter aan de vergadertafel mogen nooit meer personen zitten dan de fractie groot is. Indien bij een agendapunt een steunfractielid de plaats in neemt van een raadslid wordt dit bij aanvang van de vergadering als mededeling gemeld
De vergadering kent een informatief deel en een meningsvormend deel. Voorafgaand aan twee debattermijnen kunnen verduidelijkende vragen worden gesteld. De eerste debattermijn bestaat uit het verhelderen van de standpunten, de tweede termijn dient te leiden tot conclusies omtrent (in te nemen voorlopige) inhoudelijke en procedurele standpunten ten aanzien van betreffende voorstel.
Artikel 61 Spreekrecht burgers geagendeerde onderwerpen
Het woord kan niet gevoerd worden;
indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
De spreker voert het woord bij behandeling van het agendapunt, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan aan de leden toestaan aan insprekers korte verhelderende vragen te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen inspreker en de leden en insprekers nemen geen deel in het meningsvormende deel van de vergadering.
Artikel 62 Spreekrecht burgers niet-geagendeerde onderwerpen
Artikel 63 Vragenronde raadsleden
Bij de besluitvormende raadsvergadering wordt een rondvraag als agendapunt opgenomen.
Bij de raad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college aan de raad, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt verzonden met de stukken voor de meningsvormende raadsvergadering en met de ingekomen stukken ter inzage gelegd. Schriftelijke mededelingen van het college worden tevens toegezonden aan de raad.
Informatieve raadsvergaderingen
Artikel 66 Doel van de informatieve raadsvergadering
Artikel 68 Deelnemers aan de vergadering
De griffier is in principe bij iedere informatieve raadsvergadering aanwezig en kan aan het gesprek deelnemen.
Er wordt geen verslag gemaakt van deze vergaderingen. Het tijdens de vergadering beschikbaar gestelde materiaal wordt zoveel mogelijk schriftelijk en/of digitaal beschikbaar gesteld voor de leden.